Lobith: Snel door de tijd
In het jaar 1222 krijgt de
Graaf van Gelre van Keizer Frederik II toestemming om een tol te
vestigen te Lobede op een gunstige plaats aan de voet van de
Eltenberg bij de splitsing van Rijn en Waal. Een kleine eeuw later heeft
deze splitsing zich ongeveer 1 kilometer stroomafwaarts verplaatst. Daar
wordt begonnen met de bouw van een tolhuis, later Lobith
genoemd. De tol met Tolhuis en omgeving worden in 1473 door Karel de
Stoute wegens verleende diensten geschonken aan hertog Jan van Kleef.
In de 80-jarige oorlog (1568-1648) speelt het Tolhuis een belangrijke
rol. Het dient meermalen als hoofdkwartier voor de legers van prins
Maurits en Frederik Hendrik tijdens de belegeringen van Schenkenschans,
waar Lobith in die tijd door de Boterdijk mee verbonden is.
De tol met Tolhuis
en omgeving worden in 1473 door Karel de Stoute
wegens verleende diensten geschonken aan hertog Jan van Kleef
(tekening van Abraham de Verwer ca. 1625)
Lobith: in de tijd
800 De verspreiding van het Christelijk geloof over de Liemers vindt plaats.
885 Einde invallen van de Noormannen; hun leider hertog Godfried wordt vermoord bij Spijk-Lobith
1000 In het Liemerse land zijn nederzettingen maar nog geen dijken. De rivieren en stroompjes treden voortdurend buiten hun oevers, maar echt hoge waterstanden komen vrijwel nooit voor, omdat het water zich door het ontbreken van dijken vrijelijk kan verspreiden.
1150 Halverwege de 12e eeuw wordt in het Liemerse land een begin gemaakt met de aanleg van dijken. Het zijn lage "zomerdijken" om het zomerwater te keren. Ruim honderd jaar later komen in de "Lijermersch" de eerste winterdijken.
![]() |
Dijkaanleg met eenvoudige hulpmiddelen is een onvoorstelbaar omvangrijke klus, die naast vakmanschap vooral ook veel logistiek inzicht vraagt. |
1202 Slot Heeshausen, gelegen tussen Elten en Lobith wordt vermeld. Het betreft een leen van de abdij van Elten.
1222 Omstreeks deze tijd verplaatst de graaf van Gelre zijn tol te Arnhem naar Lobede (thans oud Lobith). Het huidige Lobith vindt zijn oorsprong.
1275 De
oudste vermelding van kasteel Byland stamt uit 1275
als de Heer van Pannerden, Willem Doys, het kasteel als
leengoed krijgt van de Hertog van Kleef. Dit bij
Pannerden gelegen kasteel ook genoemd Huis Scathe van
Willem Doys wordt in de 16e eeuw door de veranderde loop
van de Waal weggespoeld. Op een kaart uit 1631 van Millingen
staat de ruine van Huis Bylandt nog in de Waal
getekend.
|
|
1300 Omstreeks 1300 komt Lobede als
gevolg van de verandering van de Rijnloop aan dood water te liggen. De
tol wordt daarom vanaf die tijd ongeveer een kilometer westelijker
geheven. Daar verrijst omstreeks 1350 een kasteel met een zeer zware
toren, waar Gelderse hertogen regelmatig verblijven. Rond het kasteel
vormt zich een nederzetting, die lange tijd als Tolhuijs bekend
zal staan, maar in onze tijd de naam Lobith draagt.
1306 In het jaar 1306
passeren ongeveer 2.500 schepen de tol in Lobith.
Rijnafwaarts worden vooral eieren, boer, kaas, fruit, wijn, hout,
natuursteen en tonnen vervoerd. Stroomopwaarts worden vooral
haringen, gezouten vis, noten, Vlaams doek en Franse wijn vervoerd.
1339 Gelre, waartoe ook Lobith in deze tijd behoort, wordt door de keizer van Beieren tot hertogdom verheven. Het is een zeer groot en belangrijk hertogdom. Het omvat naast de huidige provincie Gelderland, grote delen van de huidige provincie Limburg (met ondermeer Venlo, Venray en Roermond) en delen van het huidige Noord-Rijnland-Westfalen met ondermeer het stadje Geldern, waarnaar het hertogdom Gelre en de latere provincie Gelderland zijn genoemd. Het hertogdom Kleve vormt een wig tussen de Noordelijke en de Zuidelijke delen van Gelre. De zelfstandigheid van Gelre eindigt in 1543.
![]() |
Het hertogdom Gelre omvat omstreeks 1350:
|
1342 In de maand juli overstroomt een gebied tussen Lobith en Westervoort.
|
|
1360 Graaf Johan
van Kleef bouwt op de splitsing van Rijn en Waal de burcht
Schenkenschanz. Deze vlakbij Pannerden gelegen burcht wordt in
1586 omgebouwd tot een fort, dat in de Tachtigjarige Oorlog een
belangrijke rol speelt in de strijd tussen Spanjaarden en Nederlanders.
1378 Kasteel Grondstein gelegen tussen Elten en
Lobith wordt omstreeks deze tijd gebouwd.
![]() |
Van het eens zo imposante kasteel Grondstein is in onze tijd niets meer over.
|
1394 De eerste vermelding van het Tolhuisveer
dateert uit 1394. Dit veer in Lobith, recht tegenover de
Lobithsestraat, zal bijna drie eeuwen tot omstreeks 1660 een relatief
belangrijke oeververbinding zijn.
![]() Aanvullende informatie ontvangen (januari 2012) van Erna Spann uit Spijk: "Ik ben op weg gegaan om de precieze locatie te vinden want ik woon op een plek onderaan de Eltenberg met als uitzicht Eltenberg, de molen en de Martinuskerk van Laag-Elten, die ook op deze tekening staan. De enige plek die ik kan vinden om ervoor in aanmerking te kunnen komen is ongeveer halverwege de Moddeich, ter hoogte van Oud Lobede (ter hoogte van de Marsweg in Spijk waar Oud Lobede ooit lag). Vanuit het latere (huidige) Lobith zouden Eltenberg, de Eltense molen en de Martinuskerk nooit op deze manier nagetekend kunnen zijn. Te Oud Lobede is van ca 1220 tot ca 1307 tol geheven, daarna is vanwege verzanding van de rivier, de tol verplaatst naar het huidige Lobith. Het huis op de tekening zou in dat geval niet het genoemde tolhuisveer kunnen zijn dat er tot 1660 heeft bestaan. Dat hoorde bij het latere (huidige) Lobith, niet bij Oud Lobede. Ook is het mogelijk dat de tekenaar niet ter plekke, maar vanuit zijn herinnering heeft gewerkt". |
De latere Oude Rijn bij Lobith met Hoog-
en Laag-Elten op de achtergrond.
|
1404 Het aantal
scheepsbewegingen over de Rijn wordt in deze tijd al bijgehouden.
Stroomopwaarts wordt vooral kaas, zout, haring, rogge en boter vervoerd;
stroomafwaarts vooral hout, (Franse) wijn, kastanjes, metaalwaren en
natuursteen uit groeven bij de Drachenfels om molenstenen van te
maken.
1406 Ambt
Liemers (o.a. Zevenaar, Duiven, Loo, Groessen, Wehl en Lobith),
van oorsprong Gelders grondgebied, wordt door Reinoud IV van Gelre aan
het Graafschap Kleef (Kleve) verpand.
![]() |
De
bestuurlijke situatie in onze regio aan het begin van de 15e
eeuw Duiven,
Groessen, Loo, Zevenaar, Huissen Wehl en Lobith zijn Kleefs
gebied.
|
1417 Graafschap Kleef waartoe ook Lobith behoort wordt tot Hertogdom verheven.
Gezicht op Kleef (Kleve) omstreeks 1570, gravure Frans Hogenberg
Het ambt Liemers, dat in 1406 wordt verpand aan Kleve, zal tot het
begin van de 19e eeuw Duits blijven.
1421 De vermaarde St. Elisabethsvloed van 19
december 1421 veroorzaakt ook schade in de Liemers. Op 20 december
breekt bij Emmerik de Rijndijk door, waardoor een omvangrijk gebied
overstroomt.
1429 In 1429
passeren 114 schepen Lobith. Stroomopwaarts worden vooral
kaas, zout, haring, rogge en boter vervoerd; stroomafwaarts vooral hout,
(Franse) wijn, kastanjes, metaalwaren en natuursteen uit groeven bij de
Drachenfels om molenstenen van te maken.
1432 Na een extreem koude winter overstroomt de Liemers na het invallen van de dooi. De stad Arnhem stuurt haringen naar de slachtoffers.
1473 De tol met Tolhuis en omgeving worden door Karel de Stoute wegens verleende diensten geschonken aan hertog Jan van Kleef. Hierdoor gaat het gebied omvattende onder andere ambt Lobith, inclusief de Bijland en de Kieftswaard van Gelderse handen over in Kleefse handen. |
|
1476
In Lobith overlijdt op 20 februari Catharina van Kleef
(1417-1476). Zij is de vrouw van Arnold
van Egmont, hertog van Gelre, en dochter van Adolf
IV
van Kleef.
|
|
1479 Het komt tot een openlijke strijd tussen Gelre en Kleve over het Tolhuys. Een Kleefse krijgsmacht trekt naar het Tolhys en begint op 6 mei 1479 een beleg dat bijna vijf weken duurt. Op 9 juni vindt de overgave plaats.
1480 In het verdrag van 12 maart 1480 tussen de bisschop van Munster en de koning van Frankrijk staat dat het Tolhuys een onvervreemdbaar Gelders bezit is. De werkelijkheid is echter dat Kleef (Kleve) bezitter is en blijft.
1494 Plunderende
huurbendes
worden bij Elten en Lobith teruggeslagen door Zutfense burger-
en boerenmilities.
1503 De zomer van 1503 is zinderend heet en
kurkdroog en daardoor een kwelling voor de inwoners van Lobith.
1557 De vermaarde cartograaf Christiaan
sGrooten, geograaf van de Spaanse koning Philips II, brengt
het gewest Gelderland in kaart.
![]() |
Een detail uit de kaart van Christiaan
sGrooten betreffende de omgeving van Lobith |
1568 In 1568 begint de Tachtigjarige Oorlog.
Het is een bloedige strijd tussen Spaanse en Staatse troepen waarin de
bevolking van de Liemers regelmatig tot wanhoop wordt gebracht.
Vanaf de strijd van de Nederlanden (Staatsen) tegen de Spanjaarden gaat
het hertogdom Kleve een eigen weg. Dynastiek gebonden aan de Rijnlandse
staten Gulik en Berg en de graafschappen Marck en Ravensberg in het
Ruhrgebied en Sauerland richt het hertogdom Kleve zich veel minder op de
Nederlanden en wordt het sterker aan het Duitse Rijk
gebonden.
De staatkundige indeling van de Liemers en de omgevende gebieden in de 16e eeuw
Geel: Kleefs gebied Groen: Gelders / Staats gebied Licht Groen: Berghs gebied Wit: zelfstandig gebied.
1568 De bloedige strijd tussen Spaanse en Staatse (Nederlandse) troepen belemmert alle normale scheepvaart. Wat nog over de Rijn vaart zijn vooral bewapende Staatse (Hollandse) schepen, die de Lobithse tol zonder te betalen passeren.
1570 De periode 1570 tot 1600 is in de Liemers (en Achterhoek) een uiterst onrustige tijd. De bevolking is wanhopig door rondtrekkende plunderende troepen: De ene keer Staatse en de andere keer Spaanse troepen en daar tussendoor rondtrekkende muitende bendes. Verwoeste huizen en kerken, onbebouwde akkers, plundering, doodslag, zware maandelijkse oorlogscontributies en roof van hele veestapels zijn aan de orde van de dag.
![]() |
Gezicht op Kleef (Kleve) omstreeks 1570 Kopergravure van Frans Hogenberg |
1571
In het najaar trekken Spaanse troepen onder leiding van de
hertog van Alva komend vanuit het Vlaamse Mechelen over de Rijn
bij Lobith.
Ze zijn dan op weg naar Zutphen waar ze met geweld de Spaanse
heerschappij herstellen.
|
|
1572 In Lobith bestaat een schutterij.
De ingezetenen van Lobith zijn in een gilde verenigd.
1572 Begin juli worden 19 katholieke priesters
uit Gorcum ontvoerd naar Den Briel. Als ze daar niet bereid zijn het
katholieke geloof af te zweren worden ze een voor een opgehangen. De
herinnering aan dit gebeuren, dat bekend staat als een van de
dieptepunten in de opstand tegen Spanje, blijft tot ver in de 20e eeuw
bij veel katholieken, ook in de Liemers, levend.
|
Links:
Martelaren van Gorcum worden in een schuur terechtgesteld
(19e eeuws schilderij van Cesare Fracassini)
|
![]() |
1573 Reeds
eind oktober begint in de Liemers een lange zeer strenge winter, waarin
vrijwel alle wintervoorraden verloren gaan met grote tekorten en
honger tot gevolg.
1581 Vooral
de periode 1581 tot 1603 verloopt voor de bevolking in het Gelders -
Kleefs grensgebied rampzalig. De Tachtigjarige Oorlog, een
meedogenloze strijd tussen Spaanse en Staatse troepen, maakt veel
slachtoffers onder de bevolking. Zowel Staatse als Spaanse
soldatenbendes trekken regelmatig plunderend en brandstichtend rond. De
terreur wordt mede veroorzaakt door de slechte betaling van vooral de
Staatse soldaten.
Plundering van een dorp geschilderd
door Pieter Molijn (Frans Halsmuseum,
Haarlem)
Vooral tijdens de eerste helft van de Tachtigjarige Oorlog gaat de
bevolking van het Gelders - Kleefs grensgebied regelmatig gebukt
onder de wreedheden en plunderingen van Hollandse en Spaanse
soldaten.
1582 Lobith, Zevenaar, Elten en Didam worden volledig leeg geplunderd door Staatse troepen en soldatenbendes.
1584 Op donderdag
26 januari vindt in de avonduren een dijkdoorbraak plaats bij
de Oliemolen van Leuven / Leuffen (buurtschap tussen
Oud-Zevenaar en Groessen). Het betreft de oudst bekende melding van een
dijkdoorbraak in de Liemers.
1585 De Stiftskerk van Hoog Elten wordt
volledig verwoest door plunderende Staatse troepen.
![]() |
De St. Vitus in Hochelten is gebouwd
tussen 1100 en 1150. Na de verwoesting in 1585 wordt de St.Vitus tussen 1670 en 1677 weer tot de halve grootte opgebouwd. In maart 1945 wordt deze kerk door artillerie-geschut van Canadese eenheden vanuit Kleef zeer zwaar beschadigd. Een groot deel van de toren, het dak en het gewelf van het middenschip storten daarbij in en velen vrezen dat sloop onvermijdelijk is. Mede door de inspanningen van textielfabrikant dr.J.H. van Heek vindt in de naoorlogse jaren wederopbouw van de kerk plaats waardoor deze nu op Duitse bodem de noordelijkste van de romaanse kerken aan de Rijn is. |
1586 Tijdens de Tachtigjarige Oorlog
speelt de beheersing van de rivieren een belangrijke rol. Op de
splitsing van Rijn en Waal wordt daarom onder leiding van Maarten
Schenk van Nydeggen de door Graaf Johan van Kleef omstreeks 1360
gebouwde burcht uitgebouwd tot
een fort (Schenkenschans). Het fort, de 'toegangspoort' tot
de
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, wordt lange tijd als
onneembaar gezien. Door verandering in de loop van de Rijn verliest het
fort in het begin van de 18e eeuw haar strategische betekenis.
![]() |
Schenkenschans wordt in 1635 door de
Spanjaarden veroverd op de Nederlanders, maar een jaar later
alweer door Frederik Hendrik van Oranje heroverd. |
1586 Van december 1586 tot september 1587 is er een ongekende koudegolf. In het laatste kwart van de 16e eeuw is het in Europa kouder met winters met veel sneeuw en ijs en koele zomers met herfstachtig weer. Het lijkt wel een "kleine ijstijd" te zijn geweest. Onderzoek van het KNMI heeft inmiddels aangetoond dat het laatste kwart van de 16e eeuw waarschijnlijk de koudste is geweest van de afgelopen duizend jaar..
1588
Het hertogdom Kleve benadrukt haar heerschappij over Lobith en
haar tol door de vorming van een apart rechtsdistrict Lobith,
waarvan Adolf van Meverden tot richter wordt benoemd. Het Spijk valt
hier niet onder en blijft deel uitmaken van het gericht Emmerik.
De Staten van Gelderland zijn echter van mening dat Lobith en de
tol wederrechtelijk in het bezit worden gehouden door Kleve. Ook het
bezit van o.a. het ambt Liemers, de Duffel en het ambt Goch wordt door
de Gelderse Staten betwist. Vanaf 1602 vinden regelmatig
onderhandelingen plaats maar pas na de Napoleontische tijd ongeveer 225
jaar later in 1816 worden de landsgrenzen definitief geregeld waardoor
ondermeer Lobith bij Nederland wordt gevoegd.
1598 De
Spanjaarden ontketenen een groots offensief gericht tegen de vesting
Schenkenschans dat in Staatse (Hollandse) handen is. De hele streek
wordt het terrein van de elkaar bestrijdende Staatse en Spaanse
soldaten. De Spanjaarden bezetten onverwachts Emmerik en ook in
Elten zijn de Spanjaarden. De Spaanse troepen van Prins Maurits werpen
in de Liemers een verdedigingslinie op.
1598 In november 1598 ziet de Kleefse drost in de Liemers, Adriaan Spiering, zich gedwongen om Zevenaar en Lobith aan de Staatse (Hollandse) troepen over te geven.
1599 De
aanval van de Spanjaarden op de Schenkenschans mislukt. De Spanjaarden
onder leiding van De Mendoza slagen er niet in om deze belangrijke
Staatse (Hollandse) vesting in te nemen. Vervolgens trekken de troepen
weg waarna voor de lokale bevolking enigermate van rust terugkeert
maar in de jaren 1635 en 1636 keert de strijd in alle hevigheid terug
nadat in juli 1635 Schenkenschans door verraad in Spaanse handen is
gevallen.
Kasteel Het Tolhuis in Lobith in 1674, kort nadat het in het rampjaar 1672 nog dienst heeft gedaan als militaire wachtpost. |
|
1608 Een
ontstellend koude winter zorgt voor grote problemen. In januari en
februari vriest het zo hard dat zelfs de oudste mensen zich niet
kunnen herinneren dit ooit eerder te hebben meegemaakt.
1609 Het Kleefse hertogelijke geslacht is
uitgestorven. Het hertogdom Kleef komt door vererving in het bezit van
de keurvorst van Brandenburg. De Kleefse gebieden in de Liemers
(o.a. Zevenaar, Lobith, Wehl, Duiven en Huissen) worden deel van
Brandenburg.
Zes generaties hertogen van Kleve met op de
achtergrond het historische Kleve
v.l.n.r.: Adolph IV (1417 - 1448), Johann I (1448 - 1481), Johann II
(1482 - 1521), Johann III (1521 - 1539), Wilhelm (1539 - 1592) en Johann
Wilhelm (1592 - 1609)
1614 De "Gereformierte Gemeinde" (Gereformeerde Gemeente) in Lobith beroept haar allereerste predikant. Het is dominee Johannes Murarius.
1631
Op een kaart van Millingen staan de restanten van het bij Pannerden
gelegen Huis Bylandt nog in de Waal getekend. Dit kasteel ook
genoemd Huis Scathe van Willem Doys is in de 16e eeuw door de
veranderende loop van de Waal weggespoeld.
Het omstreeks 1735 door Jan de Beijer getekende huis Bylandt, ook bekend
als Huis Halt, is een ander kasteel en gelegen vlabij Bimmen, een eind
stroomopwaarts dus.
1635 In juli 1635 valt de vesting Schenkenschans door verraad in de handen van de Spanjaarden. Na een zware strijd lukt het de Staatsen (Hollanders) om deze belangrijke Rijnvesting in het voorjaar van 1636 weer in handen te krijgen. Voor de lokale bevolking is deze stijd een ondraaglijke kwelling mede door plunderende soldaten, die een spoor van verwoesting achterlaten.
1636 In april
1636 lukt het Frederik Hendrik, die inmiddels Maurits is
opgevolgd, het fort Schenkenschans te heroveren.
Het beleg van Schenkenschans in 1636 geschilderd
door Gerrit van Santen
De Schenkenschans, een in 1586 gebouwde vesting in de nabijheid van
o.a. Lobith en Tolkamer volgens aanwijzingen van de militair Maarten
Schenk op een strategisch punt, waar Rijn en Waal zich van
elkaar afsplitsen.
1643 De kerkeraad van Lobith ontslaat op 12 juli 1643 schoolmeester Johan Conradt Herling omdat hij zijn taak veronachtzaamt waardoor veel leerlingen niet meer komen. Bovendien is er veel kritiek op het gedrag van de meester en zijn vrouw. Tot zijn opvolger wordt reeds een week later benoemd Wilhelmus Geistmann uit Wezel.
1648 Op woensdag 24 juni wordt in het Tolhuys te Lobith met schriftelijke toestemming van Friedrich Wilhelm keurvorst van Brandenburg een schutterij opgericht; het doel van deze schutterij is het jaarlijks vieren van het schuttersfeest, alsmede het bevorderen van de onderlinge saamhorigheid. Deze Lobithse schutterij heeft in 1998 haar 350-jarig bestaan gevierd.
Kasteel Het Tolhuys omstreeks 1648, waar
de schutterij wordt opgericht.
(Claes Jansz. Visscher 1587 - 1652)
1650
Omstreeks deze tijd bevindt zich in Lobith reeds een molen, op
de plaats waar deze in onze huidige tijd ook staat. Deze behoort aan het
het nabijgelegen Tolhuys.
1651 Hendricus Vesting volgt Philippus Wasmond op als schoolmeester in Lobith. Vesting, die ook Festinus wordt genoemd blijft tot ieders tevredenheid tot zijn dood in 1695 als schoolmeester werkzaam. Na hem komt Johannes F. Monheim uit Sonsbeck.
1653 Jan de Goyer schildert Gezicht over de Rijn naar de Eltense berg. | ![]() "Gezicht over de Rijn" van Jan de Goyer (Mauritshuis, Den Haag) |
1660 Omstreeks deze tijd schildert Anthonie van
Borssom de Rijn bij Lobith.
![]() |
De Rijn (later de Oude Rijn) bij Lobith
omstreeks 1660 |
1661
Op 9 augustus wordt de Reformatorische kerk op de Lobithse markt
feestelijk in gebruik genomen. Dominee
Armiger houdt de inwijdingsrede, waarvoor tot tekst dient
Psalm 5, vers 8: 'Maar ik zal door de grootheid Uwer
goedertierenheid in Uw huis gaan'. .
|
|
1661
Dat er van godsdienstvrijheid in Staatse gebieden volstrekt geen sprake
is, blijkt wanneer de in Lobith wonende gravin Van der Burgh
verboden wordt om in haar eigen huis katholieke godsdienstoefeningen te
houden.
1672 Het leger van koning Lodewijk XIV trekt bij Lobith over de drooggevallen Nederrijn.
Een uit Elten afkomstige boer vertelt waar de Rijn doorwaadbaar is, waardoor Lodewijk XIV in 1672 bij een extreem lage waterstand met 120.000 man de Rijn kan oversteken.
Schilderij van Adam Frans van der Meulen
1672 Bij de inname door de Fransen raakt het Tolhuis zeer zwaar beschadigd. Het Tolhuis zou in de jaren hierna steeds verder in verval raken. Op de plek van het Tolhuis staat in onze tijd de R.K. kerk.
![]() |
Lobith of Tolhuis voor de komst van de Fransen
(Jan van Call, omstreeks 1670) |
.
|
|
1674 Johannes Kruythoff wordt dominee in Lobith-Tolkamer.
Hij blijft dit gedurende meer dan veertig jaar en wordt in 1716
opgevolgd door Hermannus de Bruyn. Het aantal protestanten is
gering, de overgrote meerderheid van de bevolking is rooms
katholiek gebleven.
|
|
1675 Omstreeks deze tijd tekent Johannes Leupenius de veerpont, die Lobith verbindt met Elten. |
|
1677 De
abdijgebouwen op de Elterberg, die in 1585 volledig zijn
verwoest, zijn door de vermaarde bouwmeester Jacob Vingboons herbouwd.
Eltenberg, zoals deze er in het midden
van de 18e eeuw uitziet.
S. Fokke, 1750
1682 Ernstige
wateroverlast in de Liemers en ook in Zevenaar-stad.
1684 De winter van 1683 - 1684 verloopt
ontstellend koud. Zelfs de oude mensen in Lobith kunnen zich
niet herinneren zo'n extreem koude winter ooit eerder meegemaakt te
hebben. De koude valt ver voor kerstmis 1683 in en duurt voort tot medio
februari 1684. De rivieren vriezen volledig dicht en ijsdikten tot twee
Rijnlandse voeten (63 cm) worden gemeten. De winter zorgt voor veel
overlast.
1695 De eerste maanden van 1695 wordt de bevolking in extreme mate gekweld door de gevolgen van hoog water en geweldige ijsgang.
1695 Na meer dan veertig jaar volgens ieders tevredenheid in Lobith schoolmeester te zijn geweest overlijdt Hendricus Vesting. Hij wordt opgevolgd door Johannes Monheim uit Sonsbeck.
1702 Adolph Potthoff wordt schoolmeester en koster in Lobith. Hij blijft dit bijna veertig jaar tot zijn overlijden in januari 1740.
1703 De Boterdijk bij Lobith breekt door.
1707 Op 14
november wordt het Pannerdens kanaal (Nieuwe Rijn) geopend.
De militaire dreiging vanuit Frankrijk omstreeks 1700 is de directe aanleiding voor de aanleg van het Pannerdens kanaal. De Neder-Rijn en IJssel zijn doorwaadbaar en daardoor zwakke plaatsen in de defensie van de Republiek der Vereenigde Nederlanden. De situatie voor de scheepvaart is daarnaast een belangrijke bijkomstigheid. Dankzij de aanleg van het Pannerdens kanaal (Nieuwe Rijn) worden Neder-Rijn en IJssel beter bevaarbaar. Gedurende de eerste zestig jaar na de aanleg van het kanaal heeft de aanleg echter een rampzalige invloed op de hoogwaterveiligheid: Talrijke dijkdoorbraken in de 18e eeuw zijn een direct gevolg van de aanleg van het Pannerdens kanaal. In de loop der tijd is de rol van het kanaal voor de waterhuishouding echter drastisch gewijzigd en het is nu de "hoofdkraan van Nederland".
1707 Door het Pannerdens Kanaal worden Aerdt, Herwen en Pannerden van de Overbetuwe afgesneden en behoren vanaf nu tot de Liemers.
![]() |
Het "Gelders Eiland", door het Pannerdens kanaal ontstaan, heeft zowel economisch als cultureel belemmerend gewerkt; aan de andere kant heeft de geisoleerde ligging voor een hechte gemeenschap gezorgd. Regelmatig hebben in de Liemers overstromingen plaatsgevonden; de laatste in 1926. In 1995 is het elders in Gelderland uitermate spannend; enkele honderdduizenden mensen worden (30 januari - 6 februari 1995) preventief geevacueerd maar gelukkig bleef een dijkdoorbraak uit. De hoogste waterstand van de Rijn tijdens de overstroming van 1926 bedraagt 16,92 m. boven N.A.P.; de hoogste stand van de Rijn in 1995 bedraagt 16,69 m. boven N.A.P.; de laagste stand van de Rijn ooit gemeten (2003) bedraagt 6,91 m. boven N.A.P. Het verschil tussen de hoogste en de laagste stand bedraagt dus ruim 10 meter. |
1708 Na het gereedkomen van het Pannerdens Kanaal kunnen we nog niet spreken van een "Gelders" eiland omdat Lobith en Tolkamer Kleefs gebied zijn. Alleen Herwen, Aerdt en Pannerden zijn Gelders. Pas wanneer Lobith en Tolkamer ruim een eeuw later op 1 maart 1817 bij Nederland komen is er echt sprake van een "Gelders" eiland.
1709 Zeer strenge winter vanaf Driekoningen (6 januari); veel vee doodgevroren.
1711 In het voorjaar zijn er diverse dijkdoorbraken zoals de IJsseldijk bij Lathum en de Boterdijk bij Lobith. Veel voedselvoorraden gaan verloren, weiden blijven lang onbruikbaar en op grote schaal wordt honger geleden.
1711 Na de doorbraak van de Boterdijk gaat de landverbinding tussen Lobith en Schenckenschans verloren. Het Lobithse tolkantoor betrekt daarna een nieuw onderkomen, dat noordelijker is gesitueerd. Korte tijd later worden hier woningen gebouwd, waarmee de grondslag zal worden gelegd voor het latere dorp Tolkamer / Zollkammer. In de jaren daarna verhuizen het volledige tolpersoneel alsmede anderen die bij de scheepvaart betrokken zijn naar de nieuwe locatie op 's-Gravenweerd. Aangezien 's-Gravenweerd geen deel uitmaakt van het Ambt Lobith maar tot Cleverham behoort, leidt dit tot grote armoede in het voorheen zeer welvarende Lobith.
1714 Veepest veroorzaakt in de Liemers de dood van veel runderen en
grote armoede onder de bevolking.
1715 Op vrijdag 3
mei wordt het aan het eind van de ochtend omstreeks 11.00 uur
nachtelijk donker. Het is een gevolg van een (vrijwel) volledige
zonsverduistering in Nederland. Op de eerstvolgende volledige
zonsverduistering zal de Liemers 420 jaar moeten wachten tot het jaar
2135.
1716 Omstreeks deze tijd telt de Gereformeerde kerk Lobith 74 lidmaten in Lobith-Tolkamer en 7 in Elten en op de Houberg. Het overgrote deel van de bevolking is katholiek maar de bestuurlijke bovenlaag behoort tot de gereformeerde religie.
De in 1661 geopende Gereformeerde kerk in Lobith |
![]() |
1723 Het
sterftecijfer in Lobith is in 1723 tenminste twee keer
groter dan in andere jaren. Onbekend is welke ziekte(n) hiervoor
verantwoordelijk is (zijn).
1725 Omstreeks deze tijd worden de restanten van de toren en het kasteel Tolhuys, dat door Franse soldaten in het rampjaar 1672 is verwoest, door de bewoners als bouwmateriaal gebruikt. In latere jaren wordt het terrein door de Pruisische koning Frederik II aan de R.K. kerk geschonken, die er vervolgens een kerk bouwt. Het enige, dat in onze huidige tijd nog overgebleven is van het kasteel, is het zogenaamde Schipperspoortje (in onze tijd Dorpsdijk 36 in Lobith).
Het Tolhuys met op de voorgrond de Rijn en op de achtergrond de
"Eltener"berg
1727 In Lobith is het aantal mensen dat in 1727 overlijdt twee keer groter dan in andere jaren. Ook in sommige andere Liemerse plaatsen zoals Wehl is het sterftecijfer veel hoger dan in andere jaren. Onbekend is welke ziekte(n) hiervoor verantwoordelijk is (zijn).
1731 In Lobith
is het aantal mensen dat in 1731 overlijdt dubbel zo groot in
vergelijking met de meeste andere jaren. Ook in sommige andere Liemerse
plaatsen zoals Angerlo is het sterftecijfer hoger dan in andere jaren.
Onbekend is welke ziekte(n) hiervoor verantwoordelijk is (zijn).
1735 Jan de Beijer tekent 't Huys de Byland | ![]() |
1740 De winter van 1740 is zeer koud. Na een relatief zachte december 1739 wordt januari 1740 extreem koud. In de periode van zaterdag 9 tot en met dinsdag 12 januari wordt het zelfs overdag in Lobith niet warmer dan 10 graden onder nul. De barre winter wordt gevolgd door een extreem koud voorjaar. Door armoede hebben veel huizen nauwelijks of geen verwarming. Op zaterdag 7 mei sneeuwt het nog. Ook de zomer verloopt zeer koud waardoor de oogsten volledig mislukken. Het duurt jaren voor dat men het rampzalige jaar 1740 te boven is.
1745
Nederland wordt door de Pruisische regering gedwongen om in Tolkamer
een overlaat (=verlaagde dijk) te maken, waarover hoog water kan
afvloeien via de Oude Rijn. Ruim tweehonderd jaar later, in 1961, zal
deze verlaagde dijk weer op bandijkhoogte worden gebracht.
1753 Op 19 december vindt dijkdoorbraak
plaats bij de buurtschap Leuven / Leuffen (buurtschap
tussen Oud-Zevenaar en Groessen). Een zeer omvangrijk gebied tot
Steenderen komt onder water.
Doorbreken van de Rhijndijk in 1753
Meer dan drie maanden lang, tot eind maart 1754, blijft het water door de
Leuvense doorbraak naar binnen stromen..
Tot in oktober 1754 werkt men dagelijks met honderd karren aan het
herstel van de dijk.
1756 Het begin van de Zevenjarige Oorlog tussen
Pruissen (waartoe dan ondermeer Lobith, Herwen en Aerdt,
Zevenaar, Duiven, Huissen en Wehl behoren) enerzijds en Rusland en
Oostenrijk anderzijds. Jonge mannen ook uit Lobith vluchten de grens
over naar de Republiek om zich te onttrekken aan de Pruisische
dienstplicht.
1756 Op zaterdag 11 december 1756 begint het streng te vriezen en de intense koude duurt onafgebroken tot maandag 7 februari 1757. De langdurige en intense koude is ook voor de inwoners van Lobith een enorme kwelling.
1757 Op zondag 30 januari ziet men op het Gelders eiland de eerste tekenen van ijsgang. Het opgestuwde water stijgt daardoor zo hoog dat het nog dezelfde dag twee voet over de dijk loopt en de dijk ter hoogte van de Pannerdenschen Waerd breekt. Ruim een week later op 9 februari breekt de Herwense dijk op vijf plaatsen tegelijk door als gevolg van het opnieuw kruiende ijs. Ook bij Pannerden volgen nieuwe doorbraken. Ook de dijk bij Leuven, tussen Oud-Zevenaar en Groessen breekt in deze rampzalige maand.
![]() |
Door vele dijkdoorbraken als gevolg van waterstuwing door het kruiende ijs staat in februari 1757 de Liemers grotendeels onder water. Velen vertoeven dagenlang op zolders of daken van hun huis. Ook gaan veel huizen door de watermassa verloren. |
1758 Dysenterie slaat opnieuw toe in de Liemers; ondermeer Lobith (35 doden), Duiven (12 doden) en Zevenaar (10 doden) worden getroffen door deze besmettelijke ziekte, die vooral in de 18e eeuw een echte volksplaag is.
1758 Tijdens de Zevenjarige Oorlog (1756 - 1763)
bezetten Franse troepen in 1758 het Kleefse land, waartoe onder meer
behoren Duiven, Groessen, Loo, Lobith, Zevenaar, Huissen, Malburgen,
Lobith en Wehl. De bevolking heeft het zwaar te verduren en leeft op de
rand van de hongersnood. Toch eisen de bezetters bij voortduring brood,
graan, meel stro, hooi, brandhout en inkwartiering. Ook worden bewoners
gesommeerd voor de bezetters te werken. Boeren en landarbeiders worden
opstandig en velen vluchten voor het oorlogsgeweld naar de republiek.
![]() |
De Kleefse enclaves. (Uit: Graswinckel, De rechterlijke archieven der voormalige Kleefsche enklaves, 1543 - 1816, 's-Gravenhage, 1927) |
1763 De Zevenjarige Oorlog eindigt met de Vrede van Parijs. Pruisen is door de oorlog uitgeput; ontstellende armoede is het gevolg. Bovendien heeft een half miljoen soldaten en burgers, ongeveer 10% van de bevolking, het leven verloren; desondanks is de machtspositie van Pruisen in Europa voor lange tijd verzekerd maar daar heeft de gewone man in de Pruisische enclaves in de Liemers weinig aan.
1764 In maart slaan de pokken toe: Tenminste tien mensen overleven de ziekte niet.
1765
Omstreeks deze tijd gaan veel katholieke kinderen uit Lobith
wekelijks naar het klooster in Elten. Ze krijgen daar van pater
Wilhelmus godsdienstles en leren van hem lezen en schrijven.
Wanneer pater Wilhelmus, om de kinderen een lange wandelweg naar Elten
te besparen, in Lobith gaat les geven, dient de hervormde
schoolmeester een klacht in waardoor het de pater uiteindelijk in 1769
verboden wordt nog langer in Lobith kinderen te onderwijzen. Veel
katholieken ervaren het nu echter als erg grievend dat hun kinderen les
krijgen van een protestantse meester. Hierdoor lopen de spanningen op.
Wanneer kinderen een katholieke catechismus mee naar school nemen, wordt
deze door de protestante meester in het bijzijn van iedereen
demonstratief verbrandt. Het duurt tot 1776 alvoren paters Capucijnen
uit Kleef hun werkzaamheden in Lobith beginnen. Met hen komt ook mee broeder
Humilis, uit het Brabantse Gennip, die de taken van schoolmeester, koster en kok verricht. De
katholieken in Lobith roemen het onderwijs dat door broeder Humilis
gegeven wordt.
1769 Omstreeks deze tijd heerst de veepest.
Opvallend is het grote verschil in bestrijding van de ziekte
tussen naburige plaatsen. |
|
1770 Rampjaar. Van november 1769 tot mei 1770 overstroomt het Geldersch Eiland zeven keer. Bij een dijkdoorbraak in december 1770 wordt de helft van het dorp 't Loo weggevaagd.
De afbeelding rechts laat een aantal doorbraken van Liemerse dijken zien in de 18e en 19e eeuw. |
![]() |
Voor het Gelders eiland en de gehele Liemers is 1770 door vele
dijkdoorbraken een echt rampjaar.
Vooral bij de onverwachte dijkdoorbraak op 2 en 3 december 1769 bij
Oud-Zevenaar en Loo is het menselijke leed onvoorstelbaar.
1771 In het voorjaar regent het gedurende vijf weken onophoudelijk waardoor ook Lobith met een ernstige wateroverlast te maken heeft.
1771 Friedrich II (1712-1786) koning van Pruisen verleent op 1 oktober 1771 aan de Rooms-Katholieken te Lobith het recht een eigen kerkgebouw te stichten op de plaats van het voormalige tolhuis en een priester aan te nemen. Voordien zijn de katholieken uit Lobith genoodzaakt voor het vervullen van de kerkelijke plichten naar Huis Aerdt of Elten te gaan. Sommigen gaan zelfs per roeiboot de Rijn over om naar de kerk te Bimmen of Keeken te gaan.
![]() |
De Martinuskerk in Bimmen, stammend uit
het eind van de 15e eeuw, is een van de kerken waarvan de Lobithse
katholieken gebruik maken; in deze tijd heeft Lobith zelf nog geen
R.K. Kerk. |
1772 De pokken eisen in de herfst opnieuw hun tol in Lobith: Vier sterfgevallen.
1775 In Lobith vindt de Sacramentsprocessie, op de zondag na Hemelvaart, voor het eerst plaats. Dit betekent dat deze processie inmiddels al bijna 240 keer heeft plaats gevonden. Deze traditie, begonnen in 1775, vormt nog altijd de opening van de jaarlijkse kermis en schuttersfeesten.
1776 In Lobith legt pater Beugeman de eerste steen voor de nieuwe R.K. kerk. Door vele problemen vindt de echte bouw van de kerk pas plaats in de jaren 1784 - 1787.
1776 Het Bijlandsch Kanaal, een drie kilometer lange waterweg tussen Tolkamer en Millingen aan de Rijn, komt gereed. Het kanaal, dat is gegraven in de periode tussen 1773 en 1776 en dwars door de Bijlandsche Waard loopt, dient ter afsnijding van een scherpe bocht in de Waal. Met deze aanleg beoogt het gewest Gelre niet alleen de scheepvaart van dienst te zijn maar vooral ook het rivierwater beter te kunnen reguleren waardoor overstromingen kunnen worden voorkomen. |
|
1780 De uit het
Limburgse Heijen afkomstige Hermanus van der Meir wordt pastoor van de
R.K.. parochie Lobith. Hij blijft echter slechts korte tijd in
functie want op 16 augustus 1782 overlijdt hij aan "rotkoortsen"
(dysenterie), een in deze tijd veel voorkomende besmettelijke
darmaandoening. Na zijn dood zit Lobith enige tijd zonder pastoor omdat
onenigheid ontstaat over zijn opvolging.
1782 Tot de dodelijke slachtoffers van een
dysenterie-epidemie (dysenterie is een ernstig infectieuze
darmaandoening, die in de volksmond ook rotkoorts(en) en rode loop wordt
genoemd) behoort de Lobithse pastoor Van der Meir, die op 44-jarige
leeftijd sterft.
1784 Een felle en langdurige vorstperiode zorgt dat de rivieren tot op de bodem met ijs bedekt zijn. In februari zet de dooi in en in de middag van 29 februari breken bij Spijk dijken door. Een dag later zijn er dijkdoorbraken in Oud-Zevenaar. Begin maart staat een gebied tussen 's Heerenberg en Doesburg onder water.
1785 Ongeveer tien personen in Lobith
sterven in de tweede helft van het jaar als gevolg van de pokken.
Andere jaren met dodelijke slachtoffers als gevolg van de pokken zijn
1790 (10), 1795 (?), 1799 (?), 1808 (11), 1848 (5), 1871 (4) en 1872
(1).
1788 Om verspreiding van ziekten te voorkomen
bepaalt de Kleefse overheid op 11 april dat voortaan twee
begrafenisgebruiken achterwege dienen te blijven te weten:
- het afleggen van het lijk door een groot aantal vrouwen uit de verre
omtrek
- het meerijden van vele vrouwelijke familieleden op de lijkwagen.
1789 De winter van 1788-1789 verloopt extreem koud. Met de winter van 1708-1709 is deze winter de aller-koudste winter van de 18 eeuw. Mens en dier gaan gebukt onder de extreme koude en de gevolgen daarvan.
1789 Op de eerste zondag van de
advent kan de nieuwe R.K kerk in Lobith eindelijk feestelijk
ingezegend worden door pater Strijthout. Door diverse problemen is de
bouw van de kerk waarvoor reeds in 1771 toestemming is verleend vele
jaren vertraagd.
1790 Opnieuw een tiental dodelijke slachtoffers
in Lobith door de pokken.
1792 Het aantal inwoners van de gehele Liemers, inclusief de heerlijkheid Wehl, is gedaald tot 4.400. In Zevenaar-stad wonen nog 900 mensen waar dat enige decennia eerder nog 1.300 bedroeg. Een belangrijke oorzaak van de bevolkingsafname is dysenterie; een infectieuze darmziekte die gepaard gaat met een hevige bloederige diarree en daarom in de volksmond "rode loop" wordt genoemd.
1795 Opnieuw zijn
er in Lobith pokkenslachtoffers te betreuren. .
1799 Op donderdag 31 januari begint het water
in de Rijn te kruien en enkele dagen later komt ook de kom van het dorp
Lobith onder water te staan. De schade is aanzienlijk. De
watersnood kan nauwelijks op een slechter moment komen omdat ook een
pokkenepidemie slachtoffers maakt.
1800 Op zondag 9 november veroorzaakt een hevige storm veel schade in de Liemers.
1802 In de
zomer van 1802 wordt het in de regio bekend dat de Kleefse
enclaves (met o.a. Zevenaar, Lobith, Duiven, Groessen,
Loo, Huissen, Malburgen en Wehl) op termijn over zullen gaan naar
Nederland. Velen overvalt dit bericht en vrijwel alle
hoofdgeerfden van de streek richten zich in een verzoekschrift tot de
koning van Pruissen om in het belang van de ingezetenen de enclaves te
behouden. Voorstanders van de overgang naar Nederland zijn er echter
ook. Zij worden aangevoerd door de Zevenaarse Carel Herman van
Nispen.
1803 Op woensdag 23 februari breekt de
dijk bij de Pannerdense molen. Het water dat op vele
plaatsen in de Liemers schade veroorzaakt zoekt een uitweg in de
richting van Angerlo en Doesburg. In Lobith komt
het water in de huizen 14 duim hoog te staan.
![]() |
De omgeving
van de Pannerdense molen in 1742
Bij deze molen vindt de
dijkdoorbraak in 1803 plaats. |
1804 In
januari 1804 wordt Franciscus Reiffenscheidt predikant van de
Evangelische Gemeente in Lobith. Aanvankelijk is hij
Franciscaner monnik maar in 1776 bekeert hij zich tot het
protestantisme en wordt in 1780 predikant in het naburige
Kervenheim, waar hij blijft tot zijn komst naar Lobith in
1804.
Reiffenscheidt maakt zich onder de overwegend katholieke boeren van
Lobith gehaat omdat hij voor zowel de Franse als later de
Pruisische legers de inkwartiering en de verplichte leverantie van
voedsel regelt. Medio februari 1817 wordt hem dit noodlottig.
Onbekenden bellen dan aan bij de Evangelische pastorie in Lobith.
De huishoudster, de 58-jarige Margaretha Ruetten, die open doet,
wordt met pistoolschoten op slag gedood. Dominee Reiffenscheidt
wordt levensgevaarlijk verwond en overlijdt bijna twee weken later
op 26 februari 1817. De moordenaars zijn nooit gevonden.
Vermoedelijk betreft de moord een politieke wraakneming.
1808 In de eerste maanden
van het jaar eisen de pokken opnieuw hun tol. Elf doden zijn te
betreuren.
1808 Lobith
wordt in 1808 ingedeeld bij de gemeente Elten, die tot het
Groothertogdom Berg behoort. De veranderingen volgen elkaar snel
op want in februari 1811 wordt Lobih gevoegd bij de nieuw
gevormde gemeente Herwen, die tot het arrondissement Tiel
behoort.
1809 Weer een kolossale watervloed in de Liemers. Na een strenge vorstperiode veroorzaakt begin januari een ijsstopping in het Bylants kanaal een enorme vloed door de Oude en Neder-Rijn, waardoor de dijken de enorme druk niet weerstaan en op twee plaatsen te weten bij de Toetenburg onder Ooy en bij 't Loo doorbreken. Op 13 januari is het Liemerse land daardoor een grote met ijs beladen watervlakte waarin door een hevige storm ontwortelde bomen en daken van verwoeste huizen voortdrijven. Een nieuwe vorstperiode verandert het land vervolgens in een onafzienbare ijsvlakte.
![]() |
IJsgang tussen Arnhem en Westervoort
in de louwmaand (januari) 1809. Rechts is de stad Arnhem met
de Walburgiskerk te zien. |
||
1810 Na de watersnood van 1809 wordt serieus
overwogen een kanaal door de Liemers van Pannerden naar
Doesburg te graven en de Nederrijn definitief te sluiten. Men
gaat er van uit dat de oplossing voor alle
(overstromings)problemen een afleiding van het Rijnwater, via
de Liemers en de IJssel, naar de Zuiderzee is.
1811 Lobith,
dat tot de gemeente Elten behoort, wordt in februari 1811 gevoegd
bij de nieuw gevormde gemeente Herwen. De Eltense burgemeester
J.W. Mosterd is hier hevig ontsteld over en doet er alles aan om Lobith
bij Elten te houden. Een keizerlijk decreet van 21 oktober 1811
bevestigt echter dat Lobith tot de gemeente Herwen
behoort. De burgemeester van Elten geeft de strijd nog niet op en
drijft het conflict op 26 maart 1812 op de spits door de Eltense
gendarmerie opdracht te geven ambtenaren van de gemeente Herwen,
die in Lobith werkzaamheden verrichten, te arresteren.
Uiteindelijk verliest burgemeester Mosterd de hoog opgelopen ruzie
omdat aan een keizerlijk decreet niet valt te tornen.
1812
De burgemeester van Elten weigert te accepteren dat Lobith
geen deel meer uitmaakt van zijn gemeente. Op donderdag 26 maart
1812 drijft hij het conflict op de spits door de Eltense
gendarmerie opdracht te geven om ambtenaren van de gemeente
Herwen, die in Lobith werkzaamheden aan het verrichten
zijn, te arresteren. De burgemeester van Herwen waartoe Lobith
sedert 1811 formeel behoort, protesteert uiteraard hevig en
uiteindelijk moet de Eltense burgemeester het onderspit delven.
Voor de bevolking zijn het verwarrende tijden.
1813 Het Spyckse veer over de Rijn, tussen de op de rechter rivieroever gelegen plaatsen Lobith en Elten en het op de andere zijde gelegen Spyck bij het stadje Griethausen, dient eind oktober en begin november 1813 als vluchtweg voor Franse ambtenaren en hun gezinnen na de Volkerenslag bij Leipzig. |
|
1814 Dominee
Reiffenscheidt,
predikant van de Evangelische Gemeente in Lobith,
maakt zich gehaat onder vooral de boerenbevolking. In mei 1814
wordt door zijn tussenkomst, zonder enig overleg, Pruisische
soldaten, die Lobith zijn binnengetrokken bij boeren
ingekwartierd. Burgemeester O.M. baron van Hugenpoth tot Aerdt
beklaagt zich hierover bij de Gouverneur.
Eerder in 1813 had Reiffenscheidt zich ook al de woede van de
overwegend katholieke boeren op de hals gehaald door
eigenzinnig de inkwartiering en verplichte foerage van Franse
soldaten te regelen. Medio februari 1817 worden deze
gedragingen hem noodlottig. Onbekenden bellen dan aan bij de
Evangelische pastorie in Lobith. De 58-jarige
huishoudster, Margaretha Ruetten, die open doet, wordt met
pistoolschoten op slag gedood. Dominee Reiffenscheidt wordt
levensgevaarlijk verwond en overlijdt bijna twee weken later
op woensdag 26 februari 1817. De moordenaars zijn nooit
gevonden. Vermoedelijk betreft de moord een politieke
wraakneming.
1815 Het Weense Congres besluit dat het gebied tussen Emmerick en de (huidige) grens Duits wordt, in ruil voor de Duitse enclaves Wehl, Liemers en Huissen, die tot Nederland gaan behoren. Lobith en Spijk worden vergeten en komen korte tijd later bij Nederland.
1816 Uitgezonderd enkele dagen in augustus regent het in 1816 van half mei tot in november vrijwel onafgebroken. De Liemers verandert in een moeras. Ook in Lobith gaat de oogst (tarwe, rogge, gerst, aardappelen en tabak) volledig verloren. De schade is onvoorstelbaar en wordt bovendien nog versterkt door het volledige gebrek aan gras als voedsel voor het vee. Bittere armoede is het gevolg en veel mensen voeden zich met voedsel dat onder normale omstandigheden aan varkens gegeven wordt.
1817 Nadat
het gehele jaar 1816 het extreem slechte weer ook in Lobith
voor enorme problemen zoals honger en armoede heeft gezorgd,
verschijnt medio maart 1817 de zon, die zich daarvoor in
dertien maanden vrijwel niet heeft laten zien. Het gewone
klimaat keert eindelijk weer terug.
Pas in de loop der 20e eeuw hebben wetenschappers
vastgesteld dat de tijdelijke klimaatverandering, die de
wereld in 1816 heeft gekweld, het gevolg is van de enorme
vulkaanuitbarsting van de Tambora op het eiland Sulawesi in
de Indonesische Archipel. Aan het begin van de 19e eeuw
duurt het maanden tot jaren voordat nieuws van de andere
kant van de wereld onze omgeving bereikt maar ook als men
het toen eerder geweten had zou niemand een verband gelegd
hebben tussen de vulkaanuitbarsting en de tijdelijke
klimaatverandering.
1817 Medio februari 1817 wordt
dominee Reiffenscheidt, predikant van de Evangelische
Gemeente in Lobith, bij een op hem gerichte aanslag
zwaar gewond. Onbekenden bellen dan aan
bij de Evangelische pastorie in Lobith.
De 58-jarige huishoudster, Margaretha
Ruetten, die open doet, wordt met
pistoolschoten op slag gedood. Dominee
Reiffenscheidt wordt levensgevaarlijk
verwond en overlijdt bijna twee weken
later op woensdag 26 februari 1817. De
moordenaars zijn nooit gevonden.
Vermoedelijk betreft de moord een
politieke wraakneming. Het tijdstip
van de moord lijkt door de moordenaars
goed gekozen want wanneer eind
februari Pruisische agenten naar
Lobith komen voor onderzoek worden ze
enkele dagen later op 1 maart 1817
weggestuurd omdat Lobith dan deel
uitmaakt van Nederland. De Nederlandse
politie doet vervolgens geen onderzoek
omdat de moord op Pruisisch gondgebied
heeft plaatsgevonden.
Dominee Reiffenscheidt was
in Lobith vooral onder de boerenbevolking erg
gehaat. Dit was onder meer het gevolg van het feit dat in
mei 1814 door zijn tussenkomst, zonder enig overleg,
Pruisische soldaten, die Lobith waren
binnengetrokken bij boeren ingekwartier moesten worden.
Eerder in 1813 had Reiffenscheidt zich ook al de woede van
de overwegend katholieke boeren op de hals gehaald door
eigenzinnig de inkwartiering en verplichte foerage van
Franse soldaten te regelen. Medio februari 1817 worden deze
gedragingen hem noodlottig.
1817 Op 1 maart worden Lobith, Spijk, 's-Gravenwaard, Bielandse Waard en Kiefwaard alsnog bij het Koninkrijk der Nederlanden gevoegd.
1817 De gemeente Lobith, ontstaan bij de overgang naar het Koninkrijk der Nederlanden, verliest reeds na 9 maanden haar zelfstandigheid en wordt samengevoegd met de gemeente Herwen en Aerdt. Tot 1816 heeft het gebied rondom Lobith vele eeuwen tot de Pruisische ambten Kleverham en Emmerich behoort.
1821 De dijk rondom het dorp Lobith wordt met drie voet verhoogd, waardoor het aantal overstromingen aanzienlijk vermindert. Toch zal de kom van het dorp nog wel onderstromen zoals in 1920 en 1926 gebeurt.
1822 Omstreeks deze tijd zijn er veel landverhuizers, die vanuit Pruisen over de Rijn via Rotterdam naar Amerika emigreren. Aan de grens bij Lobith-Tolkamer is er voor hen in verband met de controle van paspoorten en andere douaneformaliteiten vaak een langdurig oponthoud. Om deze wachttijd te overbruggen, neemt in de zomer van 1822 een emigrant, Gerhard Rosmohler uit Repeln (Pruisen), een duik in het zwemwater. Hij geraakt echter in een draaikolk en verdrinkt. De tragiek van dit incident wordt nog vergroot doordat een of meer van de mede-emigranten zijn achtergelaten kleding, horloge en geld steelt. Het gevolg is dat burgemeester Van Staa alleen de zilveren ringen, die Gerhard in zijn oren heeft, naar zijn familie in Pruisen kan terugsturen.
1823 Op dinsdag 25 maart 1823 wordt de dertienjarige Richard Daams gevonden in de toren van de katholieke kerk in Lobith: "hangende met het hoofd in het touw van de kerkklok". Schout Van Staa waarschuwt onmiddellijk rechter P.C. van Woelderen in Zevenaar. Men gaat er vanuit dat de jongen per ongeluk of met opzet zich verhangen heeft. Richard, zoon van visser Derk Daams en Helena Verhoeven, die op Tolkamer een tapperij hebben, wordt op donderdag 27 maart op het R.K. kerkhof in Lobith begraven.
1823
Schoolmeester Gerrit Pauwels van de '"catholijke"
(katholieke) school in Lobith verdwijnt plotseling
uit het dorp. Het sterke gerucht gaat dat meester Pauwels
"sodemieterij" bedreven heeft en dat hij naar Elten is
gevlucht. Uiteindelijk blijkt er te weinig betrouwbaar
belastend materiaal en veel getuigenissen zijn vaag en
weinig concreet. De Officier van Justitie ziet daardoor af
van vervolging. Pauwels keert vervolgens terug op school
maar de meeste leerlingen blijven weg.
Meester Gerrit Pauwels blijft zijn hele leven ongehuwd en
overlijdt op 27 oktober 1854 op 60-jarige leeftijd.
1823
Bij de begeleiding van bedevaartgangers naar Kevelaer wordt
pater Ignatius Greving getroffen door een ziekte, die hem
fataal wordt. De pas 39-jarige Greving, sedert 1820 R.K
pastoor in Lobith, overlijdt op maandag 29 september
1823 en wordt donderdag 2 oktober begraven voor de ingang
van de grote kerkdeur, een plaats die hij bij leven heeft
uitgekozen.
Pastoor Greving heeft tijdens zijn korte pastorale periode
in Lobith veel activiteiten ontplooit. Zo hebben kerk en
pastorie een noodzakelijke opknapbeurt gehad. Voor de
opluistering van de kerkdiensten heeft hij een zangkoor
gevormd, waarvoor hij in Nijmegen voor 300 gulden een "welluidend
kabinetorgel" heeft gekocht.
1824
Wegens het disfunctioneren van
de katholieke school van koster /
schoolmeester Pauwels blijft alleen een protestantse school
over, die nu bestemd is voor alle leerlingen van Lobith - Tolkamer. De protestante school, sedert 1704 in gebruik, is echter zeer
bouwvallig en de oude schoolmeester Mathias Siering (75
jaar) is volstrekt ongeschikt. Hij wordt in 1826 vervangen door de uit Winterswijk afkomstige 22-jarige
meester Ten Brink (1804 - 1884), die in een nieuwe school aan de slag kan gaan.
1825 In plattelandsgemeenten wordt
de titel van schout (voor het hoofd van de gemeente)
veranderd in die van burgemeester.
![]() |
De Liemers en omgeving uit een aardrijkskundig schoolboek door J.van Wijk Roelands Zoon uitgegeven door H.C.A. Thieme te Zutphen in 1827. Lobith staat expliciet vermeld.. |
1826 Frederik Lang, die in 1817 is aangesteld als gemeenteveldwachter in Herwen en Aerdt, wordt op 9 november 1826 door de Gouverneur van Gelderland in zijn functie geschorst. Korte tijd later volgt zijn ontslag nadat hem een gevangenisstraf van een jaar is opgelegd voor belediging.
Frederik Lang, die in 1765 is geboren in Weilburg, woont en werkt als timmerman te Lobith wanneer hij in 1817 als gemeenteveldwachter wordt aangesteld tegen een jaarwedde van honderd gulden. De eerste jaren doet Lang zijn werk nog redelijk naar behoren maar zijn alcoholverslaving vormt een steeds groter wordend probleem. Ondanks vele vermaningen gaat het steeds verder bergafwaarts. Wanneer hij in 1826 de burgemeester in het openbaar grovelijk beledigt, is de maat vol en volgt ontslag.
1828 Op zondag 18 mei 1828 is er tijdens de processie, die jaarlijks ter gelegenheid van de opening van de kermis- en schuttersfeesten en ter herinnering aan de inwijding van de R.K. kerk plaatsvindt, een ordeverstoring. De protestante belastingontvanger O.A.D. Huijgens loopt op die dag op de Boterdijk in Lobith met zijn vrouw en kind de processie respectloos tegemoet. Bij burgemeester Van Staa wordt over het incident een klacht ingediend. Huijgens verklaart tegenover de burgemeester echter dat hij in het gedrang van de passerende volksmenigte zijn vrouw en kind, die bang zijn geworden voor het vreemdaae volksgebeuren, is kwijtgeraakt en dat dit zijn gedrag verklaart. Burgemeester Van Staa ziet geen redenen om aan deze visie van zijn geloofsgenoot te twijfelen hoewel de deelnemers aan de processie het gedrag van Huijgens geheel anders hebben ervaren. De burgemeester besluit de zaak te seponeren.
1830
De Belgische opstand leidt tot afscheiding van Belgie
van Nederland.
Koning Willem I roept ook in de overwegend katholieke
Liemers (jonge)mannen op voor actieve militaire dienst.
Velen voelen er echter weinig voor om voor een protestante
vorst te vechten tegen het katholieke Belgie. Dit leidt tot
grote onrust. In Lobith trekt een groep jongemannen
door het dorp, die dreigt het gemeentehuis in brand te
steken. De gouverneur van Gelderland stuurt daarop 90
soldaten om de rust te herstellen. Honderd (jonge)mannen,
die vervolgens worden gedwongen in militaire dienst te gaan,
deserteren in de winter van 1830 - 1831. Velen van hen
vluchten naar Pruisen.
1836 In juli 1836 wordt de 28-jarige uit Rotterdam afkomstige Petrus Maurits Lamping (1789 -1882) predikant van de protestantse gemeenschap in Lobith-Tolkamer-Spijk. Hij blijft dit maar liefst 32 jaar tot de zomer van 1868, wanneer hij vertrekt naar zijn nieuwe gemeente Huissen. Na zijn emeritaat gaat dominee Lamping wonen bij zijn dochter in Doesburg, waar hij op 3 augustus 1882 op bijna 93 jarige leeftijd overlijdt. Tijdens de periode gedurende welke Lamping predikant in Lobith is, fungeert schoolmeester Frederik ten Brink (1804 - 1884) als koster. Ten Brink blijft dit bijna 60 jaar, van 1826 tot kort voor zijn dood in de herfst van 1884. Hij wordt als koster opgevolgd door de muziekleraar Frederik Muller, die tevens organist en doodgraver is.
1838 Op Driekoningen (6 januari) begint het plotseling streng te vriezen, waarbij de strenge vorst tot Pasen aanhoudt zodat "men op die feestdag op het ijs der rivier nog eyeren heeft gegeten".
1839 In het najaar richt een hevige storm veel schade aan. Ook de katholieke kerk in Lobith loopt flinke averij op.
1839 In de gemeente Herwen en Aerdt, waartoe Lobith behoort, vestigt zich in december 1839 voor het eerst in de geschiedenis een universitair opgeleide medicus. Het is dr. Wilhelm Anton Letterhaus (1815 - 1849) uit Munster, die een medische praktijk start in Lobith. De praktijk verloopt niet bepaald succesvol en er zijn vele klachten omdat dr. Letterhaus kampt met een alcoholverslaving en mede daardoor op de jeugdige leeftijd van 33 jaar op donderdag 12 april 1849 overlijdt.
1843 In Lobith bestaat al een bewaarschool. Deze wordt geleid door de voormalige schoolmeester Jan Pauwels, die de gemeente in 1823 wegens onzedelijk gedrag is ontvlucht, maar nadien weer is teruggekeerd.
1844 Arnold, Gijsje en Leida, 13, 11, 8 jaar, kinderen van Willem Janssen uit Oud-Zevenaar, zakken op donderdagavond 15 februari door het ijs van de Oude Rijn en verdrinken. Hun lichaampjes worden op zondag 18 februari gevonden op de Ossenwaard, tegenover de zogenaamde Kijkuit, nabij Lobith.
1844 Dominee Lamping en kapelaan Verhey organiseren een gezamelijke huis-aan-huis collecte ten behoeve van de allerarmsten. De relatief grote opbrengst (meer dan driehonderd gulden) toont de grote nood.
1844
Schoolmeester Frederik
ten Brink (1804 - 1884), die sedert 1826
tevens koster is van de Hervormde kerk in Lobith,
krijgt in 1844 van het kerkbestuur een schriftelijke
berisping omdat het gras op het kerkhof gebruikt
wordt om was te bleken. Ten Brink is als koster
onder meer verantwoordelijk voor de begraafplaats,
het schoonhouden van de kerk en het luiden van de
klokken. Hij blijft koster tot zijn dood op
80-jarige leeftijd op 9 november 1884 maar vooral de
laatste jaren van zijn leven is er veel kritiek op
zijn functioneren. Hij wordt als koster, doodgraver
en organist opgevolgd door de muziekleraar Muller. |
|
1845 Overvloedige regenval heeft tot gevolg dat meer dan 75% van de oogst verloren gaat. De aardappelteelt verrot vrijwel volledig.
1846 Door de aardappelziekte gaat opnieuw een groot deel van de aardappeloogst verloren. Omdat bovendien ook de rogge- en tarweoogst door een muizenplaag mislukken is er een groot voedseltekort.
1847 De overheid roept 2 mei uit tot algemene biddag. Na twee eerdere jaren met een mislukte aardappeloogst is er opnieuw, door de aardappelziekte alsmede de hoge graanprijzen, een ernstig voedseltekort. Op diverse plaatsen is er onrust onder de bevolking.
1848 In de laatste maanden van 1848 en het begin van 1849 veroorzaken de zogenaamde "pestpokken" een vijftal doden; de pokken zijn met bloed gevuld en hebben zwarte korsten.
1849 Op donderdag 12 april 1849 overlijdt onder behoeftige omstandigheden dr. Letterhaus (1815 - 1849). Hij gaat de geschiedenis in als de eerste universitair opgeleide medicus van de gemeente Herwen en Aerdt, waartoe Lobith behoort. Hij heeft zich tien jaar eerder in Lobith gevestigd maar kampt in de jaren daarna in toenemende mate met een ernstig alcoholprobleem waardoor zijn medische praktijk verre van succesvol is verlopen.
1849
In de periode van 20 juli tot 9 augustus heerst cholera
in Lobith. Twaalf personen sterven als gevolg van de
aandoening.
Wanneer de Lobithse pastoor A. Verhey ontdekt, dat alle
dodelijke slachtoffers een door de Zevenaarse geneesheer dr.
B. Hopma voorgeschreven medicijn hebben gebruikt, raadt hij
zieken met klem aan om geen geneesmiddelen meer te
gebruiken, maar voortaan (vijfmaal per dag) een glas wijn te
drinken.
1850 De gemiddelde levensverwachting in de Liemers bedraagt 34 jaar; dit is in het bijzonder het gevolg van de grote kindersterfte.
1850 Ook in de tweede helft van de negentiende eeuw gaat de industriele revolutie vrijwel volledig voorbij aan de Liemers.
1851 In Lobith vestigt zich de arts Jacob Gefken (1814 - 1881). Hij is de tweede universitair opgeleide medicus in de geschiedenis van Lobith. Dr. Gefken, die in 1845 in Leiden is gepromoveerd, volgt de twee jaar eerder overleden Wilhelm Letterhaus op. Dr. Gefken blijft maar kort in Lobith want in 1853 vertrekt hij naar Millingen.
1853 In Nederland en dus ook in de Liemers wordt de (R.K.) kerkelijke hierarchie hersteld. Als eerste aartsbisschop wordt monseigneur J. Zwijsen benoemd.
1853 In de periode september - oktober overlijden in Lobith vier mensen aan de gevreesde cholera (braakloop).
1854 Op een bevolking van 2.533 personen in de gemeente Herwen en Aerdt moet meer dan de helft "van den arme" worden gesteund; ook dit is weer zo'n voorbeeld dat de "goede oude tijd" in feite nooit bestaan heeft.
1854 Op Eerste Kerstdag 1854 omstreeks 17.50 uur roeit sloeproeier Gradus Publiekhuijsen (1808 - 1854) in zijn roeiboot naar de stoomboot "Stad Bonn", die op de Rijn voor Lobith-Tolkamer ligt om uitgeklaard te worden. Gradus moet de aan boord zijnde douaneambtenaren ophalen. Op weg naar de stoomboot slaat zijn roeiboot op de ruwe Rijn om. Hoewel Gradus zich nog wel kan vastklampen aan zijn boot en luidkeels roept, komt hulp te laat. Door de kou bevangen moet hij loslaten. Pas ruim een half jaar later op 3 juli 1855 spoelt zijn stoffelijk overschot aan bij Pannerden. Hij wordt twee dagen later op 5 juli op het R.K. kerkhof in Lobith begraven.
1855 Door ijsopstopping breken 3 maart de Rijndijken bij Bislich (in de omgeving van Wesel). Grote delen van de Liemers staan in maart 1855 blank. Ook Lobith en Tolkamer gaan gebukt onder de watersnood.
![]() |
IJsgang op de IJssel voor Westervoort in 1855 |
1857 In het najaar, na een uitzonderlijk droge zomer, sterven twintig personen aan dysenterie (hevige bloedende buikloop, die in de volksmond "rode loop" wordt genoemd).
1858 Verschijning van Maria in Lourdes; ook op de overwegend katholieke bevolking van de Liemers maakt dit diepe indruk.
1858
De Lobithse pastoor Verheyen viert zijn 25-jarig
priesterfeest. Als cadeau ontvangt hij van zijn parochianen
onder meer een nieuw "slaguurwerk" in de kerktoren, dat door
klokkenmaker P. Oppen uit Leuth voor de som van vierhonderd
gulden wordt gemaakt. Aan drie zijden van de toren worden
eikenhouten wijzerborden met koperen cijfers en wijzers
aangebracht. Tijdens de processie op
kermiszondag gaat het nieuwe uurwerk voor het eerst lopen en
slaan.
1859
Op maandag 7 februari 1859 worden de arbeiders Gerrit de
Bruin (33 jaar) en Theodorus Schreven (31 jaar) in Lobith
bekeurd omdat ze uit louter balorigheid met vuurwapens
schieten. Zij worden twee dagen opgesloten in het Huis
van Bewaring te Zevenaar. Cipier Lieven brengt de gemeente
Herwen en Aerdt, waartoe Lobith behoort, daarvoor
een gulden in rekening.
1859 In het provinciaal verslag over 1859 wordt gemeld dat in de "geheele Lijmers, zooals doorgaans weinig heerschende ziekten zijn voorgekomen". Het wordt toegeschreven aan de "gezond ligging" van deze streek.
1861
In de periode 1861 tot 1885 moet de gemeente Herwen en
Aerdt, waartoe Lobith behoort, het stellen zonder
een eigen arts. De inwoners van Lobith zijn bij
ernstige ziekte aangewezen op een arts uit een naburige
gemeente (Elten, Zevenaar, Kleef).
1866 In de nazomer sterven twee
mensen uit Lobith aan de gevreesde cholera
(braakloop). Door afwezigheid van de plaatselijke arts
moeten zieken de hulp inroepen van een arts uit het naburige
Elten.
1867 Door runderpest gaat het grootste deel van de veestapel verloren. Ook de oogst is slecht waardoor 1867 als rampjaar ervaren wordt.
De gemeente Herwen en Aerdt in 1867
De gemeente waartoe ook Lobith behoort, heeft dan
2.925 inwoners en beslaat een grondoppervlak van 3.356
hectare.
1868 Extreme droogte in de Liemers veroorzaakt voedseltekort.
1868 Op dinsdag 18 augustus breekt brand uit in de naast de R.K pastorie in Lobith gelegen woning van de familie Stokman. Het huis, waarin ook het gemeentesecretarie is gevestigd, brandt mede aangewakkerd door een felle wind volledig af. Ternauwernood kan met "vereende krachtsinspanning der parochianen" de pastorie behouden worden.
1869 Smokkelen is een vergrijp dat door de inwoners van de Liemers en ook van Lobith over het algemeen niet als zodanig ervaren wordt. De overheid denkt daar echter volstrekt anders over. Regelmatig worden smokkelaars betrapt en de opgelegde straffen zijn hoog. Zo krijgt in 1869 de 41-jarige schrijnwerker Heinrich Horn een gevangenisstraf van twee weken nadat hij betrapt wordt bij de ongeoorloofde invoer van anderhalve liter gedestilleerd en een halve kilo vlees.
1870 Schoolmeester Frederik ten Brink (1804 - 1884), die tevens koster is van de Hervormde kerk in Lobith, wordt met ingang van 1 januari 1870, na 42 jaar trouwe dienst met pensioen gestuurd. Hij blijft wel koster en mag in zijn woning (C112) kinderen blijven onderwijzen. Een tiental kinderen maakt hiervan gebruik.
1871 Door de "pestpokken" overlijden in de zomermaanden vier mensen; in 1872 valt nog een dodelijk slachtoffer.
1872 In Lobith gaat een nieuwe openbare school met drie klaslokalen van start. Voor de ruim tweehonderd kinderen zijn er naast het schoolhoofd slechts twee onderwijzers en een onderwijzeres. Vier leerkrachten, die in drie lokalen met elk ongeveer 70 leerlingen, kinderen leren lezen, schrijven en rekenen. Een weinig ideale situatie maar het is al een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de situatie op de inmiddels opgeheven katholieke school.
Lobith openbare school, klas van meester Rademaker
(begin 20e eeuw)
1873 Gedurende de maanden augustus en september sterven zeven mensen aan dysenterie. Het zal de laatste keer zijn dat de aandoening in Lobith ernstig toeslaat.
1875 Op zaterdagochtend 4 december komt op tragische wijze een eind aan het leven van Gradus Struggelaar, koetsier te Lobith. Die ochtend zakt hij op de Oude Rijn nabij de Houberg door het ijs en verdrinkt.
1878 H.H. Boekhorst, tapper in Lobith, krijgt een proces-verbaal omdat hij zonder vergunning muziek in zijn gelagkamer ten gehore heeft gebracht.
1879
Salomon Northeimer (1852 - 1933) opent in 1879 een
slagerij in Lobith - Tolkamer. De zaken gaan
goed en reeds in 1886 verruilt hij zijn huurpand
voor een eigen winkel-woonhuis.
|
|
1880 Tussen 1878 en 1895 treft een enorme landbouwcrisis Europa. Deze is het gevolg van import van goedkope landbouwproducten uit de Verenigde Staten en Canada waardoor prijzen sterk dalen en veel boeren landarbeiders ontslaan. Werkeloosheid en armoede nemen sterk toe. Een aantal mensen, ook uit onze omgeving, besluit onder druk van de omstandigheden voor werk naar het buitenland te vertrekken zoals naar het Duitse Ruhrgebied en de Verenigde Staten. Voor sommigen is dit vertrek tijdelijk, anderen vertrekken definitief.
1882 In mei
vindt tijdens een verblijf van een rondtrekkend Joods circus in Lobith
een uiterst tragisch incident plaats. Salomon Schuitenvoerder,
zoon van de circusdirecteur hangt zich op en aangezien een begrafenis
op de Lobithse drenkelingenbegraafplaats niet mogelijk is, vraagt de
ontgoochelde vader toestemming aan de Zevenaarse burgemeester
Christjani om zijn zoon daar te mogen begraven. Na een aanvankelijke
toestemming wordt dit echter geweigerd. Tenslotte krijgt de vader wel
toestemming van de burgemeester van de gemeente Bergh waarna de
begrafenis aldaar kan plaatsvinden.
1882 Op 1 juli 1882
wordt in Lobith al een postkantoor geopend. Pas 10
jaar later in juli 1892 wordt in Zevenaar het eerste
postkantoor geopend. De eerste directeur van het
postkantoor in Lobith is J. Thie.
1883 De gemeente Herwen & Aerdt, bestaande uit
de dorpen Aerdt, Herwen, Lobith, Spijk en Tolkamer,
koopt de leerlooierij van de gebroeders Krahee aan de
Komstraat in Lobih en verbouwt deze tot gemeentehuis.
Na een ingrijpende verbouwing, waarvoor de Lobithse
architect G. H. Publiekuijsen de tekening en het
bestek maakt en aannemer J. W. Muskens uit Herwen de
bouwwerkzaamheden verricht, wordt de gemeente in 1884
voor het eerst in de geschiedenis de trotse eigenaar
van een eigen raadhuis. Dit blijft vervolgens
veertig jaar als gemeentehuis in gebruik tot in 1924
hotel Boschman aan de Transeedijk wordt aangekocht
om dit veel ruimere pand te bestemmen als
gemeentehuis dat dan opnieuw voor tientallen jaren
soelaas biedt.
1884 Op 9
november 1884 overlijdt te Lobith schoolmeester Frederik
ten Brink (1804 - 1884).
De uit Winterswijk afkomstige Ten Brink werd in 1826 op 22-jarige
leeftijd aangesteld aan de openbare school in Lobith tegen
een jaarsalaris van 150 gulden. Hij is bijna een halve eeuw
schoolmeester in Lobith geweest.
1885 Omstreeks 1885 zijn er opvallend veel
tyfusslachtoffers in de omgeving van de Hervormde pastorie in Lobith.
Op initiatief van de bewoner van de pastorie, ds Van Veen, die
vermoedt dat de naastgelegen begraafplaats de bron de de tyfusinfectie
is, besluit Gedeputeerde Staten (G.S.) van Gelderland de begraafplaats
te sluiten. Het gemeentebestuur, bevreesd voor financiele schade gaat
echter met succes bij de Kroon in beroep tegen het sluitingsbesluit
van G.S. Mede hierdoor blijft tyfus nog decennia een vrijwel jaarlijks
terugkerend probleem. Het duurt tot na 1945 alvorens de gevreesde
ziekte in de gemeente (vrijwel) helemaal tot het verleden
behoort.
1886 In Lobith wordt in 1885 / 1886 de oude R.K. Kerk afgebroken. Op donderdag 5 juli 1886 wordt de eerste steen gelegd voor een nieuwe R.K. Kerk.
De oude R.K. Kerk in Lobith juist voor de afbraak
In 1886 wordt deze kerk vervangen door een nieuwe kerk (bouwmeester
Alfred Tepe).
1887 Op donderdag 17 maart 1887 brandt de Lobithse molen volledig af. Een jaar later volgt herbouw maar op vrijdag 18 juli 1930 wordt de molen van de heer P. Sommerdijk wederom door brand verwoest.
|
![]() |
1887 In Lobith-Tolkamer wordt de nieuwe R.K. parochiekerk in gebruik genomen. Drie jaar later in 1890 is ook een nieuwe pastorie klaar. Deze is gebouwd aan het hoofdeind (altaarzijde) van de kerk, op de plaats waar in het verleden het kostershuis heeft gestaan.
|
|
1888 De Tolhuys Coornmolen wordt gebouwd
ter vervanging van een afgebrande houten molen.
|
De Tolhuys Coornmolen is in 1888 gebouwd. Ruim 40 jaar later in 1930 zal een hevige brand de molen verwoesten. De molen is de jaren daarna hersteld met motoraandrijving, maar zonder windaandrijving waardoor deze er vele decennia als kale romp bij heeft gestaan. In 1995 is de molen volledig in de oorspronkelijke toestand gerestaureerd en onder meer van een nieuwe kap en een wiekenkruis voorzien. Foto omstreeks 2000 |
De Boterdijk, het dorp Lobith
met geheel links de molen aan het begin van de 20e eeuw
1889 Aan het
eind van de 19e eeuw worden langs veel wegen hoge palen, verbonden
door draden, geplaatst. Op deze manier wordt communicatie per
telegraaf mogelijk. Al snel wordt het kapot gooien van de witte
geglazuurde potjes (isolatoren), die dienen ter isolering van de
draden, een gewilde bezigheid onder jongeren. In januari 1889
maken de veldwachters Kroon en Gerrits uit Pannerden proces-verbaal
op tegen de 13-jarige Pietje Holl, de 12- jarige Gerard Elfring en
de 11-jarige Kupke Peters omdat zij isolatoren zouden hebben
vernield. Burgemeester De Ras van Pannerden oordeelt echter dat er
onvoldoende bewijs is want de veldwachters hebben het immers niet
zelf gezien en hun proces-verbaal berust in feite alleen op een zeer
sterke verdenking. Overigens vormt het kapot gooien van geglazuurde
potjes in deze tijd wel een probleem want uit een inspectie blijkt
dat van de 278 isolatoren langs de dijk tussen Pannerden en Lobith
er 69 "door moedwil der voorbijgangers vernield" zijn.
1889 Omstreeks deze tijd beleeft de baksteenindustrie opnieuw een bloeiperiode. In de Liemers werken meer dan 1500 mensen in steenfabrieken. Dit zijn overigens niet alleen mannen maar ook vrouwen en kinderen. Van de ongeveer 700 arbeiders, die in de gemeente Herwen en Aerdt waartoe Lobith in deze tijd behoort, in de baksteenindustrie werken zijn 100 vrouwen, 70 jongens en 30 meisjes.
1889
De scheepswerf van de gebroeders Bodewes gaat in Lobith-Tolkamer
van start. In 1890 werken op deze werf al vijftig mannen en twaalf
jongens, een jaar later negentig mannen en vijftien
jongens.
Lobith-Tolkamer kort na
1900. Op de achtergrond (links) het douanekantoor, rechts de
schoorsteen van de steenfabriek van Daams.
1890 Aan de oostzijde van de enkele jaren eerder gebouwde R.K kerk wordt in 1890 door de Utrechtse architect Alfred Tepe een pastorie gebouwd, die er in onze huidige tijd nog altijd staat (Dorpsdijk 51, Lobith). De pastorie wordt gebouwd op de plaats van het vroegere kostershuis en op de fundamenten van het Tolhuis dat hier in het verre verleden heeft gestaan.
1890 De
winter van 1890 / 1891 is uitzonderlijk streng. De decembermaand
spant de kroon want sedert het begin van de temperatuurmetingen in 1706 is het alleen
in december 1788 nog kouder geweest.
Op 25 november 1890 gaat de wind uit
het noordoosten waaien en dat is het begin van een langdurige
strenge vorstperiode. De gemiddelde ijsdikte in sloten is in de
loop van december ongeveer 65 cm., plaatselijk wordt zelfs een dikte
van 70-80 cm. bereikt. Mens en dier gaan gebukt onder extreme koude.
Op 19 december vriest bij Elten een grensbeambte dood.
1891 Tot
ver voorbij het midden van de 20e eeuw wordt het ongehuwd zwanger zijn
als een zeer grote schande ervaren. Dit blijkt bijvoorbeeld wanneer de
ongehuwde 23-jarige Johanna Buunen uit Lobith half augustus
1891 van een doodgeboren kindje bevalt. Om dit geheim te houden
begraaft zij het dode kind met hulp van haar moeder, die bij de
bevalling aanwezig is geweest, in de tuin achter hun huis. Het geheim
lekt echter uit en het lijkje wordt opgegraven. Grootmoeder Johanna
van Buunen - van Kerken krijgt vervolgens een proces verbaal omdat zij
de geboorte niet bij de burgerlijke stand heeft aangegeven en het
lijkje niet op de daarvoor bestemde plaats is begraven. Moeder Johanna
van Buunen trouwt in 1894 met Martinus Meijer en baart nog tien
kinderen.
1891 Begin september vestigen zich R.K. kloosterzusters in Lobith. Zij stichten een meisjesschool annex bewaarschool, officieel Mariaschool geheten, die op 23 september haar poorten opent voor ongeveer 80 kinderen.
![]() |
Meisjeschool (Mariaschool) in Lobith
omstreeks 1930 |
1892 Vermoedelijk doordat hij door de duisternis is misleid raakt de koster van de R.K kerk in Lobith op donderdagdagavond 1 december 1892 te water en verdrinkt. Zijn lichaam wordt pas de volgende ochtend gevonden.
1893 In
de zomer van 1893 overlijdt W.L Stokman, herbergier van Hotel
de Leeuw in Lobith en vervoersondernemer. |
![]() Hotel de Leeuw in Lobith met weduwe Stokman |
1893 Op
25 november 1893 vermeldt de Graafschapbode dat een felle uitslaande
brand de kapitale boerderij "De Vinkenhorst" op de Ossenwaard
bij Lobith volledig in de as legt. Ook de gehele inboedel,
waaronder goud- en zilverwerk, de oogst en vijf varkens gaan in de
vuurzee verloren. Eigenaar van de boerderij is de heer Frits van
Embden van wie algemeen bekend is dat hij in grote financiele
problemen verkeert. Het sterke gerucht doet de ronde dat bij de brand
opzet in het spel is maar burgemeester Christjani rapporteert aan de
Officier van Justitie in Arnhem: "hoewel de oorzaak van de brand
niet is te bestemmen acht ik kwaadwilligheid uitgesloten".
1894 Eind juli 1894 brengt een hevig noodweer gepaard met onweer, storm en slagregens grote schade toe aan de veldgewassen.
1895 Op woensdag 20 maart ontploft op de Rijn bij Griethausen/Tolkamer/Spijk het dynamiet-schip Reimer. Bij deze vreselijke ramp vallen 13 doden. Ook de materiele schade is in de zeer verre omgeving enorm; ondermeer in Spijk en Elten zijn huizen verwoest. In Tolkamer, Lobith, Elten, 's-Heerenberg en Emmerich zijn enorm veel ruiten gesneuveld. De ramp maakt een enorme indruk en is geruime tijd in het nieuws.
![]() |
Bij lage waterstand zijn in 2005 op de Rijn
nog de resten zichtbaar van het in 1895 ontplofte
dynamietschip Reiner. |
1895 De gemeenteraad van Herwen en Aerdt
ziet de fiets als een gevaar op de weg waartegen maatregelen
overwogen moeten worden.
![]() |
Christiaan Polman (over-overgrootvader van
Sam, Simon en Sjef van Keulen) omstreeks 1900 |
1896 Opnieuw worden boeren getroffen door een epidemie van mond- en klauwzeer. Alleen al in de gemeente Herwen en Aerdt, waartoe Lobith in deze tijd behoort, moeten vele honderden runderen worden afgemaakt.
1897 Ook na de ramp op de Rijn in 1895 bij Griethausen/Tolkamer/Spijk met een dynamietschip, waarbij 13 doden zijn gevallen, blijft het vervoer van deze gevaarlijke stof plaatsvinden. Zo verleent de commissaris van de koningin in Gelderland aan vervoerder d' Harvant te Lobith toestemming om op 1 oktober 1897 met schipper H. Gerritsen in diens zeilschip, genaamd "Kehr-Wieder", over de Rijn en de Waal een partij dynamiet van 29925 kg, verpakt in 1330 kisten, te vervoeren naar Rozenburg om deze daar over te laden op het zeeschip "Winloe" met bestemming Engeland.
1898 Zoals vaak
in de geschiedenis wisselen intens verdriet en feestvreugde elkaar af.
In juni verdrinken in Lobith twee jongens bij het vangen van
een karper (een derde jongen wordt met grote moeite gered) en in
dezelfde zomer viert de Lobithse schutterij Eendracht Maakt Macht
samen met tal van schutterijen uit de omgeving op grootse wijze haar
250-jarig jubileum.
1898 Op vrijdag 24 juni 1898 bestaat de Lobithse schutterij Eendracht Maakt Macht (E.M.M) exact 250 jaar. Het jubileumfeest wordt op grootse wijze gevierd met tal van schutterijen uit de omgeving. Ook het weer werkt mee. Nadat het tevoren voortdurend koud en regenachtig is geweest, schijnt de zon tijdens de jubileumfeesten volop.
|
![]() |
1899
Scheepsbouwer
G.H. Bodewes,
steenfabrikant
Th. G.J. Daams
en aannnemer
G.H. van
Hezewijk
richten de
"Lobithse
Stoombootmaatschappij"
op, die een
vaste
stoombootverbinding
gaat
onderhouden
met Arnhem en
Nijmegen.
Stoomschip "De Eendracht"
dat de verbinding
onderhoudt
tussen Lobith en
Nijmegen.Juist
links van het zeilschip de villa (met
het torentje) van Daams
Tolkamer (1908): geheel links
het douanekantoor en daarnaast de villa (met torentje) van Daams,
medeoprichter van de "Lobithse Stoombootmaatschappij"
1900 Op 1 januari telt de gemeente Herwen & Aerdt, waartoe Lobith behoort, 3817 inwoners verdeeld over 1946 mannen en 1871 vrouwen. De bevolking is te groot voor het beschikbare werk in de directe omgeving. Sommige inwoners verhuizen daarom naar het Duitse Ruhrgebied om daar een nieuw bestaan op te bouwen Anderen pendelen per trein vanuit Elten naar fabrieken in Emmerik, Rees of Wezel.
|
|
1900 Zonder enige bestuurlijke ervaring wordt Charles Govert Schattenkerk (1871 - 1946) na zijn rechtenstudie in Leiden benoemd tot burgemeester van Herwen en Aerdt, waartoe ook Lobith behoort. Hij blijft dit tot 1924 wanneer hij wordt benoemd tot burgemeester van Tiel. |
![]() Verkiezingen in de gemeente Herwen en Aerdt v.l.n.r: J. Publiekhuizen, Th. Peters, M. v. d. Loo en burgemeester C. Schattenkerk |
Beelden
van Lobith en Tolkamer uit de beginperiode van
burgemeester C. Schatttenberg (1903)
1901 In Lobith overlijdt in november 1901 op 69 jarige leeftijd Herman H. Christjani, burgemeester van de gemeente Herwen en Aerdt (waartoe in deze tijd ook Lobith behoort) van mei 1870 tot mei 1900. |
![]() Gemeentehuis in Lobith, begin 20e eeuw |
1904
De R.K. kerk in Lobith-Tolkamer krijgt een nieuwe
kruisweg. De kosten bedragen vijfduizend gulden. Het
overgrote deel van dit bedrag wordt geschonken door de
weduwe Stokman en Catharina Stokman, die samen het in deze
tijd zeer grote bedrag van vierduizend gulden schenken.
1904 De gemeente stelt zich garant voor een bedrag van 62.500 gulden (29.000 euro), in deze tijd een relatief groot bedrag, voor de aanleg van een stoomtramlijn van Arnhem via Zevenaar en Elten naar Lobith en Tolkamer. Hoewel deze tramlijn nooit is gerealiseerd toont dit initiatief dat de gemeente waarde hecht aan de verdere ontsluiting van Lobith en Tolkamer voor de ontwikkeling van handel en industrie.
1904 Op 1 oktober 1904 verleent de gemeente toestemming voor de stichting van een protestants-christelijke school op de hoek van de Markt, bij de protestantse kerk en naast de hervormde pastorie. Op 1 april 1905 opent deze school, die twee lokalen telt, haar deuren. Er zijn 38 jongens en 18 meisjes ingeschreven. Leerkrachten zijn meester Van Houten en de jeugdige juffrouw Bouwmeesters. Het onderwijs, dat ze geven, is verrassend vernieuwend en kindgericht. |
![]() Protestantse kerk in Lobith, begin 20e eeuw |
1905 Op 12 juli vaardigt de Paus uit: "een volle aflaat te verlenen aan kinderen, die voor het eerst te communie gaan, alsmede aan hun verwanten tot in de derde graad, die tegelijk met dezen tot 's Heerentafel naderen". |
|
1905
In Lobith-Tolkamer wordt een nieuw douane /
belastingkantoor gebouwd. |
|
1906 Het Gelders Eiland ondervindt in maart veel overlast van het Rijnwater. |
|
1908 In september wordt in Lobith de LEO-harmonie opgericht, genoemd naar paus LEO XIII. Het eerste bestuur bestaat uit de heren: J. Boonman, W. Hesseling, B. Lindsen, J. Roos en J. Verborg. In de begintijd vinden de repetities beurtelings plaats in cafe Heeswijk en in het Josephgebouw onder leiding van de heer ten Dijke uit Emmerich.
1908 In Lobith-Tolkamer wordt de plaatselijke afdeling van de Katholieke Arbeiders Beweging, de voorganger van het Nederlands Katholiek Vakverbond, opgericht.
|
|
1909 Een initiatief om een smalspoorlijn dwars door de Liemers (van Tolkamer via Lobith, Elten, Babberich, Didam en Angerlo naar Doesburg) aan te leggen loopt omstreeks deze tijd stuk mede omdat gemeenten weinig medewerking verlenen.
1909
Op 17 augustus 1909 draagt
de uit Lobith afkomstige Felix
van de Loo (1886 - 1959) zijn eerste H.
Mis op in de R.K. kerk in Lobith.
Twee dagen eerder 15 augustus, in deze
tijd de R.K. feestdag Maria Hemelvaart,
is hij door de aartsbissschop Van de
Wetering in de kathedraal aan de Lange
Nieuwsrraat in Utrecht tot priester
gewijd.
In 1917 wordt de begaafde Van de Loo,
die opgroeide in de landelijke omgeving
van de toenmalige gemeente Herwen en
Aerdt, professor in de moraaltheologie
aan het grootseminarie te Rijsenburg en
wordt daar de leermeester van o.a. de
latere kardinaal Alferink (1900 - 1987).
1910 In Lobith -Tolkamer wordt voor het eerst een voetbalclub opgericht. Het is L.V.V. (Lobithse Voetbal Vereniging). Het voetbalveld bevindt zich aan de Eltenseweg, waar door de week gewoon door koeien gegraasd wordt. Voor het wekelijks verplaatsen van het vee en het gebruik van het veld betaalt de club 25 gulden aan grondeigenaar Peters. Tot de oprichters van L.V.V. behoren: Cor de Bruin, Herman Gerritsen, Jan Landgraaf, David Northeimer, Chris Spekking en de broers Van de Kemp. Scheidsrechter is de Lobithse bovenmeester Frank. Hij doet dit vanuit zijn stoel langs de zijlijn om op afstand zijn oordeel te vellen. Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog komt een eind aan het kortstondig bestaan van L.V.V.
1911 Bernardus Harperink, R.K. pastoor van Lobith-Tolkamer-Spijk sedert 1889, trekt zich in oktober 1911 terug in een klooster in Amersfoort. Hij is daartoe genoodzaakt door toenemende doofheid. Hij wordt opgevolgd door pastoor Berend Huser uit het Drentse Halen.
|
|
1912 De eerste decennia van de 20e eeuw zijn auto's in Lobith-Tolkamer een bijzonderheid.
|
|
1913 De komst van de Eerste Wereldoorlog dient zich aan. Op 1 augustus wordt de grens met Duitsland door de Duitse autoriteiten gesloten. Verbinding met het Gelders Eiland is daardoor alleen nog mogelijk met behulp van de pontveren over de Oude Rijn bij Aerdt en Pannerden en over het Pannerdens kanaal bij Doornenburg.
1913 Op dinsdag 16 september wordt de firma Gebroeders Bodewes ontbonden en gaat Geert Bodewes verder met de scheepswerf te Tolkamer / Lobith en Joost Bodewes met de Pannerdense scheepswerf, die hij Scheepswerf "De Hoop" noemt.
|
|
1914 Op 14 januari vindt de plechtige
inwijding plaats van de eerste R.K. Kerk in Spijk, waardoor
de katholieke inwoners van Spijk voor kerkdiensten niet meer
naar Lobith hoeven. Het feestprogramma moet
enigszins worden aangepast, omdat Spijk vanwege het hoge
water over land niet te bereiken is. Daarom wordt onder meer
de nieuwe pastoor Van Groeningen per bootje van Tolkamer
naar Spijk overgevaren. Patroon van de nieuwe Spijkse
parochie wordt Gerardus Majella, die tien jaar eerder in
1904 heilig is verklaard.
![]() |
Bouwtekening van de R.K.
Gerardus Majella-kerk en de pastorie in Spijk |
1914 Vooral in maart veroorzaakt de extreem hoge waterstand, waardoor dijken overstromen, veel overlast en schade. De problemen worden nog vergroot door de harde wind.
|
|
In
de krant van 28 maart 1914 staat een
afbeelding van "het overstroomde
land tusschen Lobith en de Duitsche
grens" als gevolg van een
dijkdoorbraak bij Lobith. Op
de achtergrond zien we de
Eltenberg.
1915
Het Spyckse veer over de Rijn, tussen de op de rechter
rivieroever gelegen plaatsen Lobith en Elten
en het op de andere zijde gelegen Spyck bij het stadje
Griethausen, wordt opgeheven. |
|
1915 Door de oorlogssituatie (alle buurlanden zijn in de Eerste Wereldoorlog verwikkeld) ontstaan tekorten, waardoor de prijzen stijgen en de armoede ook in Lobith snel toeneemt. Daarnaast zijn er ook velen die door de smokkelhandel met Duitsland snel en grof geld verdienen.
Koningsstraat (nu Hoofdstraat) in Lobith-Tolkamer
omstreeks1915
1916 Gedurende de periode
1914 - 1918 is het Nederlandse leger vier lange
jaren gemobiliseerd. Gelukkig blijft Nederland buiten de
oorlog, maar de langdurige militaire mobilisatie leidt ook
onder Liemerse soldaten tot veel verveling en de nodige
frustraties.
![]() |
Gemobiliseerde soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914 - 1918) voor Hotel de Geit te Lobith (bron Warner Teuben)
|
1917 De winter van 1917 is koud. In januari en februari is de Rijn bij Lobith weken dichtgevroren. Op zaterdag 27 januari wordt in Friesland de Elfstedentocht gereden met als winnaar Coen de Koning. Ook maart en april blijven koud.
|
|
1917 Op 23 februari wordt de uit Zeddam afkomstige Hendrik van Loon (1869-1930) R.K. pastoor van Lobith en Tolkamer. Hij blijft pastoor tot zijn dood op dinsdag 4 maart 1930.
![]() |
Koningsdijk
en R.K kerk in Lobith tijdens het pastoraat van
Hendrik van Loon. |
1918
Op
27 mei meldt het persbureau Reuter dat de Spaanse koning
alsmede Spaanse ministers lijden aan een geheimzinnige
aandoening, die later de geschiedenisboeken ingaat als de
Spaanse griep van 1918; een aandoening waaraan wereldwijd 20
miljoen mensen sterven.
De wereldwijde influenza-epidemie teistert ook de Liemers.
De Graafschap-Bode van 19 november 1918 meldt: "Overal, in
't binnenland hoort men van ziekte en sterven. In de dorpen
luidt dag aan dag de doodsklok". In Angerlo sterven 14
doden, in Herwen en Aerdt 30 doden en in Zevenaar 16 doden
a.g.v. influenza.
1918 Op 15 augustus, in deze
tijd de feestdag van Maria Hemelvaart, vindt in het cafe van
Spekking in Lobith-Tolkamer een vergadering plaats met
de bedoeling, de in 1910 opgerichte voetbalvereniging L.V.V.
een nieuwe start te geven. De naam L.V.V. (Lobithse
Voetbalvereninging) herleeft echter niet. Als naam voor de
nieuwe vereniging wordt gekozen voor Thesos (Tot Heil
En Sterkte Onzer Spieren). Tot
de initiatiefnemers behoren David Northeimer, Jan Luub en Vic
Oosterman. De eerste voorzitter wordt David Northeimer, de
joodse slager die op 31 januari 1943 in het concentratiekamp
Auschwitz om het leven komt.
1918 Op maandag 11 november komt een eind aan een onvoorstelbaar bizarre en gruwelijke oorlog (Wereldoorlog I). Een groot deel van de Europese vooral mannelijke jeugd is afgeslacht. Naast de ongeveer 9 miljoen(!) dodelijke slachtoffers, zijn vele miljoenen levens geknakt en gezinnen kapot gemaakt. Nederland en ook de Liemers zijn de dans ontsprongen, maar hebben wel de ontberingen (armoede) van de oorlog gekend.
1919 Een pand op de hoek Dorpsstraat - Boterdijk in Lobith wordt ingericht als ziekenhuis. Enkele jaren later zal het plaats maken voor een modern ziekenhuis, dat 15 bedden telt en is voorzien is van een operatiekamer en rontgenafdeling. Halverwege de 20e eeuw wordt echter steeds duidelijker dat het ziekenhuis te klein is en in 1952 wordt de operatiekamer gesloten en vanaf 1956 worden geen ziekenhuispatienten meer opgenomen. |
|
Het
St. Johannagesticht (eindjaren twintig van 20e
eeuw)
Gedurende de periode 1919 tot 1956 doet het
pand dienst als ziekenhuis. In mei 1988 wordt
het gebouw helaas gesloopt.
1919 Bij wet van 4 november 1919 "betreffende den aanleg van Scheepvaartkanalen naar Twenthe" wordt besloten tot het graven van kanalen tussen Twente en de rivieren Rijn en IJssel. Het Twentekanaal wordt als uitvloeisel van deze wet in de jaren 1930-1936 in het kader van de werkverschaffing deels met de hand gegraven. Het eveneens beoogde Twenthe-Rijnkanaal tussen Lobith en Almen wordt echter nooit gerealiseerd.
1920 Als gevolg van grote massa's smeltende sneeuw en overvloedige regen staat het water in de rivieren eind 1919 en begin 1920 uitzonderlijk hoog. Op 29 december loopt de Pannerdense Waard onder. Via de Oude Rijn en de Wildt stroomt veel water naar de Oude IJssel, waardoor Wehl en Angerlo te maken hebben met wateroverlast. In Lathum gaat men op Nieuwjaarsdag 's morgens zoals gewoonlijk om 5.00 uur aan het werk(!) maar om 10.00 uur staat alles onder water. Begin januari 1920 kamperen op het Gelders Eiland honderden gezinnen op de dijken. Door een defect aan een sluis raken ook de dorpen Aerdt en Herwen onder water. In Herwen staat het water tot het dak van de zuivelfabriek.
![]() |
![]() |
1921 De openbare school in Lobith wordt omgezet in een katholieke jongensschool naast de reeds bestaande meisjesschool van de zusters.
![]() |
De R.K. jongensschool in Lobith gebouwd
in de twintiger jaren
|
![]() |
De R.K jongensschool, het R.K.
Patronaat en de R.K. kerk in Lobith
(jaren twintig)
|
1921 Bij de viering van het 400-jarig bestaan van de St. Andreasparochie op 23 september 1921 worden de R.K. Jongensschool en MULO-school geopend in de Nieuwe Doelenstraat in Zevenaar. Beide scholen staan onder leiding van de heer J.Th.Gerrits (1890 - 1965) die, vanwege zijn imposante voorkomen, in de volksmond wel "lange Jan" genoemd wordt. De Mulo-school wordt tot in de jaren zestig ook bezocht door leerlingen uit Lobith.
-![]() R.K. Jongensschool en MULO-school in de Nieuwe Doelenstraat in Zevenaar(foto jaren twintig) Dit schoolgebouw is omstreeks 2000 afgebroken. Op deze plaats bevindt zich nu een parkeergarage tegenover de COOP-supermarkt. In de periode 1937 - 1951 is Louis van Keulen (overgrootvader van Sam, Simon en Sjef van Keulen) als onderwijzer in dit gebouw werkzaam. |
|
1922 De eerste Nederlandse filmdocumentaire wordt gemaakt. De ruim twee uur durende film gaat over "De Rijn van Lobith tot aan zee" en is bekend geworden als de "Rijnfilm". In deze door Iep A. Ochse gemaakte film wordt de toeschouwer meegenomen op een raderboot over de rivier de Rijn vanaf de grenspaal bij Lobith / Spijk tot aan de monding van de Rijn.
|
|
1922
Vooral in de eerste helft van de 20e eeuw is het Duitse
Kevelaer voor katholieken uit de Liemers een geliefde
plaats voor de Mariaverering.
|
|
1923
Begin
februari is sprake van een extreem hoge waterstand waardoor de
omgeving van Lobith en Tolkamer een grote onafzienbare
watermassa is. Ook de verbindingsweg Lobith - Elten staat
onder water waardoor de communicatie met de buitenwereld
plaatsvindt per roeiboot.
1923
De
Lobithse
schutterij Eendracht Maakt Macht viert op
grootse wijze haar 275-jarig jubileum. "Nog nimmer heeft Lobith
zooveel prachtige gilden met hun rijke vendels, oude schilden en
banieren door de straten zien trekken". Koning en koningin zijn:
Chr. J. Spekking en E.H.M Beishuizen.
1924 Na gedurende 24 jaar burgemeester te zijn geweest van de gemeente Herwen en Aerdt, waartoe Lobith behoort, wordt Govert Schattenkerk (1871 - 1946) burgemeester van Tiel. Willem Bruns wordt de nieuwe burgemeester van de gemeente Herwen en Aerdt. Bruns blijft dit tot zijn dood in 1942. |
![]() Het personeel van de gemeente Herwen en Aerdt in de dertiger jaren 1e rij v.l.n.r: H. Mulder, W. Bruns (burgemeester) en J. Stokman 2e rij v.l.n.r: G. Bangert (veldwachter), J. Heijmen, G. Kiphart, A. Smink, C. Albers en H. Burghardt (veldwachter) |
1924 Uit onvrede,
omdat voetbalvereniging THESOS te weinig gelegenheid
biedt tot voetballen, wordt voetbalvereniging Lobithtse
Boys opgericht. De nieuwe vereniging kent een
florissante start maar voordat de vereniging twintig
jaar bestaat, is deze al opgeheven. Dit komt doordat
de Duitse bezetter de vereniging in 1942 verbiedt. Het
verbod wordt uitgevaardigd nadat spelers van Lobithse
Boys, die terugkomen van een uitwedstrijd tegen
Dierense Boys, in een lijnbus anti-Duitse liederen
hebben gezongen.
1925 Omstreeks deze tijd gaat de NV Lobitsche Auto-Dienst (L.A.D.) van start, die een autobusdienst onderhoudt tussen Spijk, Tolkamer, Lobith, Babberich, Oud-Zevenaar en Zevenaar. Tot in de jaren tachtig rijden er bussen van de L.A.D. tussen Lobith, Zevenaar en Arnhem. |
![]() |
|
Naast een autobusdienst is er de Bode
en Besteldienst Lobith - Arnhem voor
het transport van paketten van Lobith naar
Arnhem en van Arnhem naar Lobith. |
1925 In
deze tijd hebben slechts weinig mensen de beschikking over een
telefoonaansluiting. |
![]() |
1926
Watersnood
in de Liemers als gevolg van een dijkdoorbraak
in de vroege ochtend van 5 januari 1926 in
Pannerden; ook
de kom van Lobith komt onder water te
staan.
De dagen voor de dijkdoorbraak staat het rijnwater ongekend hoog. Doordat het water de moerassige bodem onder de dijk volledig ondermijnt, bezwijkt de dijk in Pannerden en stroomt het water met donderend geweld in de polder. De nog slapende bevolking wordt volledig verrast. Al spoedig luiden de (nood)klokken waardoor de mensen zich kunnen redden maar wanneer de dag aanbreekt is de ravage pas goed te overzien. Overal drijven verdronken koeien, paarden, varkens en kippen Op 7 januari brengt koningin Wilhelmina een bezoek aan het getroffen gebied..
|
|
1926 Recreatieplas "De Bijland" ontstaat wanneer vanaf 1926 de eerste grootschalige zandwinning van Nedeland plaatsvindt. |
![]() |
1927 Meester Lambert Scholten wordt hoofd van de R.K jongensschool in Lobith. Scholten, kenner van de Liemerse flora en fauna en een vermaard vlinderdeskundige, geniet landelijke bekendheid en blijft tot zijn plotselinge en tragische dood (t.g.v. een adderbeet) in 1948 schoolhoofd. |
![]() |
.
R.K.
Jongensschool Lobith in 1929
Van 1927 tot zijn tragische dood in
1948 is Lambert Scholten hoofdmeester
van deze school.
1927 Scheepswerf "De Hoop" in Pannerden koopt de failliete scheepswerf van Bowedes te Lobith / Tolkamer. |
|
1928 De in 1908 opgerichte Lobithse harmonie LEO, genoemd naar paus LEO XIII, viert haar twintigjarig jubileum. |
|
1928 Een vakantiedag naar bijvoorbeeld het strand, Schiphol of Duitsland is in de sobere eerste helft van de 20e eeuw ook voor de meeste inwoners van Lobith nog heel bijzonder. |
![]() |
Op deze foto een uitstapje van de leden van het zangkoor Zanglust uit Lobith-Tolkamer in de zomer van 1930 naar de Vossenberg (ongeveer 100 km van Lobith). |
1929 Een van de zwaarste winters van de 20e eeuw. De hevige koude duurt van januari tot half maart. Er zijn vele meldingen van afgevroren oren en ledematen. Op 11 februari vriest in Steenderen een melkrijder, tijdens zijn dagelijkse rit op zijn wagen, dood. De problemen zijn overal groot, ook al door de veelal eenvoudige niet geisoleerde huizen, waardoor de snijdende vrieswind naar binnen waait. |
![]() |
Een beeld van de dichtgevroren Rijn bij Pannerden in 1929. Ook met auto's wordt over de Rijn gereden. |
![]() |
![]() |
1929 De positieve ontwikkelingen van de jaren twintig worden bijzonder wreed verstoord door de beurskrach op 29 oktober 1929. Het is het begin van een wereldwijde crisis, die zijn weerga niet kent. Ook in Lobith neemt de armoede onder de inwoners enorme vormen aan. Velen zijn afhankelijk van steunuitkeringen om het hoofd nog enigszins boven water te houden. |
|
1929 Op het terrein van het ziekenhuis in Zevenaar wordt het Maria paviljoen in gebruik genomen. Het is bestemd voor de verpleging van patienten met een besmettelijke ziekte afkomstig uit de gemeenten Zevenaar, Duiven, Westervoort, Herwen en Aerdt (waaronder Lobith) en Pannerden. Hiermee geven deze gemeenten uitvoering aan de in 1928 van kracht geworden Wet op de Besmettelijke Ziekten, waarin geregeld is dat alle gemeenten, alleen dan wel in samenwerking, dienen te beschikken over een barak voor de verpleging van besmettelijke zieken.
|
Voor het Maria paviljoen in Zevenaar bestaat gedurende de eerste jaren na de opening grote landelijke belangstelling, omdat het als model dient voor nieuw te bouwen inrichtingen. Het Maria paviljoen is de eerste inrichting in Nederland, waar het boxensysteem bij het verplegen van volwassen lijders aan besmettelijke ziekten consequent is doorgevoerd.
|
1929 Zaterdag 2 februari gaan twee jongens uit Lobith-Tolkamer samen op pad om mussen te vangen. Als ze echter bij het invallen van de duisternis nog niet thuis zijn, wordt met man en macht gezocht en wordt het ergste gevreesd. De volgende ochtend vindt de politie de 9 jarige Willem Klop doodgevroren in het ijs van een uitgebaggerd gat. Korte tijd later wordt ook de 7 jarige Jan van Zuijdam gevonden. Vermoedelijk zijn beide knapen door het invallen van de duisternis misleid en in een van de diepe baggergaten, welke vlak naast de weg loopt, gevallen.
1930 Op
dinsdag 4 maart overlijdt Hendrik van Loon (1869-1930), vanaf
1917 R.K.pastoor van Lobith en Tolkamer. Hij wordt
opgevolgd door Johannes Korbeld uit Raalte.
1930 Eind maart wordt bij baggerwerkzaamheden in de Rijn bij Lobith een bronzen helm uit de Romeinse tijd aangetroffen. Het een helm van het type dat door Romeinse legioensoldaten is gedragen. De helm heeft een neusbescherming, wangkleppen en aan de achterzijde bevindt zich een klep, die de nek beschermt. Op deze nekklep is de naam van de soldaat (Marcus Junius Secundus) ingeslagen. De helm bevindt zich nu in het museum Het Valkhof in Nijmegen.
1930
Op vrijdag 18 juli wordt de Lobithse molen van de heer
P. Sommerdijk door brand verwoest. Oorzaak van de
brand is het warm lopen van een as. Na
herstel wordt het een elektrisch aangedreven molen zonder
wieken. In de tweede helft van de 20e eeuw raakt de molen in
verval. |
![]() |
1931 Op initiatief van burgemeester Bruns, dokter A. Reyers, H. Mulder en B. Winters wordt in Lobith een Ziekenfonds opgericht met de naam H(helpt) E(elkanders) L(lasten) D(dragen).
1932 In het begin van het jaar heeft Lobith weer eens te maken met wateroverlast. |
|
1932 De in de Liemers immens populaire Zevenaarse arts Jan G. A Honig (1872 - 1958) wordt voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Geneeskunst (KNMG).
|
|
1933 Op vrijdag 28 juli breekt kort na het
middaguur brand uit in een huis in Lobith-Tuindorp bewoond
door de familie Harmsen. Door de sterke wind en doordat de brandweer
slechts over beperkt brandblusmateriaal beschikt, slaan de vlammen
in korte tijd over naar een drietal aangrenzende huizen bewoond door
de families Derksen, Nyenhuis en Schopman. De brandweer van Lobith
wordt bij de bluswerkzaamheden geassisteerd door de brandweer van
Pannerden.
1933 De plaatselijke afdeling Lobith van de Katholieke Arbeiders Beweging, de voorganger van het Nederlands Katholiek Vakverbond bestaat 25 jaar.
|
|
1933
Op donderdag 19 oktober brandt in Lobith de kapitale boerderij
"de Ossenwaard" van K. Peters af. Wegens gebrek aan water kan de
brandweer uit Lobith en Tolkamer weinig uitrichten. Het woonhuis en
drie schuren branden volledig af.
1934 In maart koopt Eiso Wortelboer de N.V. Scheepswerf "De Hoop" met werven te Pannerden en Lobith/Tolkamer van de familie Berninghaus voor een onmiddellijk te betalen bedrag van 30.000 Reichsmark en 70.000 gulden in termijnen.
|
|
1934 Op 30 april wordt op initiatief van de heer van der Meijden, commandant bij de schutterij, het Lobith's Pijpercorps (L.P.C.) opgericht. Onder leiding van de heer J. Hendriks uit Elten vinden de eerste repetities plaats. |
![]() Lobith's Pijpercorps, jaren dertig |
1935 In
de periode 1923 tot aan zijn plotselinge dood in 1948
publiceert Lambert Scholten (1892-1948), hoofd van de school
in Lobith, talloze sublieme artikelen over de
vlinderpopulatie in de Lijmers. In deze periode waarin de
natuurstudie in Nederland tot grote bloei komt, verdient
Scholten zeker een vooraanstaande plaats naast anderen zoals
Heimans en Jacq Thijsse. |
![]() |
1936 Crisis en armoede heersen in de jaren dertig. In het oude gemeentehuis van Lobith zetelt het bureau voor sociale zaken, waar de vele werklozen dagelijks twee keer moeten stempelen en wekelijks een rantsoen krijgen dat bestaat uit blikken vlees en enkele pakjes margarine.
1937 Op 23
juni komt op de Rijn ter hoogte van Lobith-Tolkamer een
bootje van de parlevinker W. Leigraaf in aanvaring met het Rijnschip
"Francisca" en kapseist vrijwel direct. Bij dit ongeluk komt de
schipper om het leven.
1937 Op
initiatief van J.W. Verwoert, koning van het Lobithse schuttersgilde
E.M.M. in 1935 en senator van 1936 tot 1961, wordt het
Officierencorps opgericht. De initiatiefnemer blijft tot 1961
voorzitter van het corps.
1938 De legendarische priester-redenaar Henri de Greeve SJ (1892 - 1974) richt de "Bond zonder Naam" op om de naastenliefde te bevorderen. Voor zijn wekelijkse radio-uitzending het Lichtbaken op zaterdagavond blijven veel katholieken ook in Lobith graag thuis. |
![]() |
1938 In Herwen gaat H. Hetterscheidt (1904-1952) van start met zijn wekelijks op zaterdag verschijnende krant met de naam Wahalto (Wekelijks Advertentieblad voor Herwen, Aerdt, Lobith, Tolkamer en Omstreken). Aanvankelijk wordt de krant gratis verspreid en bevat hoofdzakelijk advertenties met een enkel kerkbericht. Wanneer enige tijd later ook plaatselijk en regionaal nieuws in het blad wordt opgenomen, wordt de gratis verspreiding gestopt en moet men voor de Wahalto betalen. Vanaf 1 oktober 1942 verschijnt het weekblad op last van de Duitse bezetter niet meer. Na de bevrijding verschijnt het blad voor het eerst weer op 9 juni 1945 en wordt de nieuwe naam: Liemers Lantaern. In de zomer van 1948 wordt het weekblad door de Zevenaarse uitgever A.J.M. Akkermans (1915-2005) overgenomen.
1938 Met de huisvesting is het in de eerste helft van de 20e eeuw in de Liemers soms nog erg slecht gesteld, zoals blijkt uit de Graafschap-Bode van 1938.
![]() |
Uit de Graafschap-Bode (1938): "In de gemeente Wehl aan een smal wegje naar Nieuw-Wehl staat een steenen schuurtje: vier muren en een dak. Een vloer bezit het kot niet, evenmin behoorlijke vensters, of men zou de met planken dichtgespijkerde gaten voor zoodanig moeten houden. Van de dakpannen zijn er velen door de lieve jeugd stuk gegooid en de deuren kan men kwalijk nog zoo noemen ( ). Reeds ongeveer 10 jaar leeft Dien Damen hier ( )." Vergelijkbare toestanden kan men in de eerste helft van de 20e eeuw nog overal aantreffen.
|
1939 De R.K parochiekerk van Lobith-Tolkamer, gebouwd in 1887 ter vervanging van de waterstaatskerk uit 1842, wordt in 1939 door architect Koldewey geheel vernieuwd en vergroot.
![]() |
![]() |
![]() R.K kerk in Lobith voor de verbouwing van 1939 |
![]() R.K kerk in Lobith na de verbouwing van 1939 |
1939 De
vaste brug over de Oude Rijn tussen Aerdt en Babberich komt gereed.
Voor de inwoners van Lobith, Tolkamer en Spijk wordt
Zevenaar daardoor sneller bereikbaar.
De brug over de Oude Rijn in 1939 die een jaar later tijdens
de eerste oorlogsdag door Nederlandse soldaten zal worden opgeblazen.
1939 De Duitse dreiging neemt toe. Het Nederlandse leger mobiliseert. Ook dienstplichtigen uit Lobith worden gemobiliseerd.
|
|
1940 Op Goede Vrijdag 22 maart 1940 vindt op zeer grote hoogte een luchtgevecht plaats. Een Spitfire van de Britse Royal Air Force, die op de terugweg is van een fotoverkenningsvlucht boven het Duitse Ruhrgebied, wordt door een Duits vliegtuig onderschept en komt om 12.41 uur neer bij de kruising van de Herwensedijk met de Polderdijk tussen Herwen en Lobith. De piloot Claude Wheatley komt hierbij om het leven. Zijn parachute heeft zich niet geopend. Hij stort ter aarde aan de Duitse zijde van de Rijn, in de weide van Gottfried Derksen bij Duffelward en wordt door de Duitsers nog dezelfde dag met militaire eer begraven. |
|
1940 Voorjaar 1940 neemt de Duitse
dreiging snel verder toe. Regelmatig vliegen Duitse vliegtuigen
over de Liemers. In de nacht van 10 mei begint voor Nederland de Tweede
Wereldoorlog.
1940 In de ochtend van 11 mei begint de slag om de Grebbeberg, die drie vreselijke dagen (en nachten) duurt. De Grebbeberg is dan het toneel van hevige gevechten, tragiek, wanhoop n ontreddering. De Nederlandse offers zijn enorm. Bij de slag om de Grebbeberg sneuvelen tussen 11 en 14 mei ongeveer 425 Nederlandse soldaten. Onder de gesneuvelden bevinden zich zeven dienstplichtige soldaten uit de gemeente Herwen en Aerdt. Het aantal gesneuvelde soldaten uit Herwen en Aerdt is ongeveer even groot als het aantal gesneuvelden uit 's Gravenhage; alleen wonen in laatstgenoemde plaats wel 150 maal zo veel mensen als in de gemeente Herwen en Aerdt!
![]() |
|
1940 Op 12 mei sneuvelt in Rotterdam de 33-jarige dienstplichtige soldaat Gerrit Jan Busser, de enige zoon van de Lobithse bakker Jan Busser. Soldaat Busser sneuvelt bij een aanval door Duitse vliegtuigen op het station van Rotterdam twee dagen voor het grote bombardement op de Maasstad en de capitulatie van het Nederlandse leger.
|
![]() Gerrit Jan Busser |
1941 Op 13 januari richt kardinaal De Jong zich in een schrijven tot de Nederlandse katholieken. Met nadruk verklaart hij dat zij geen lid mogen zijn van de N.S.B. Ook is het hen niet toegestaan openlijk te sympathiseren met deze partij. Het N.S.B.-lidmaatschap wordt dus expliciet verboden. Een buitengewoon dappere taal in oorlogstijd. Voor de overwegend katholieke bevolking van Lobith is dit een extra argument verre te blijven van de N.S.B. Dr. B. Janssen telt in zijn boek "Oorlog over het Gelders Eiland" slechts zes partijleden in de gemeente Herwen en Aerdt, waartoe ook Lobith behoort; daarvan zijn er vier met een Duitse vrouw getrouwd.
1941 In de loop van zondag 26 januari treedt de overlaat bij Spijk in werking waardoor enorme hoeveelheden water in de Oude Rijn worden gestuwd. Een groot deel van de Liemers komt in de daarop volgende dagen onder water te staan en onder meer de dorpen Aerdt, Herwen en Lobith worden van de buitenwereld afgesloten. |
|
1941
Op donderdag 19 juni 1941 vertrekt het stoomschip Berenice
met 22 passagiers en 26 bemanningsleden voor wat later
blijkt de laatste reis. Op weg van Bordeaux naar Engeland
wordt het schip op de Atlantische Oceaan door een Duitse
U-boot getorpedeerd. Slechts 9 mensen overleven de ramp. |
|
1941 Het eerste bombardement waaraan het Gelders Eiland wordt blootgesteld, vindt plaats in de nacht van maandag 18 op dinsdag 19 augustus op de steenfabriek van Terwindt & Arntz in Spijk. Stoker Piet de Bruin wordt hierbij dodelijk getroffen. |
![]() P. de Bruin (1888 - 1941) |
1941 Voetbalvereniging Lobithse Boys wordt door de Duitse bezetter ontbonden nadat de spelers per GTW-bus terugkerend van een wedstrijd tegen Dierense Boys liederen zingen als: "Dat kan alleen Oranje" en "Denn wir fahren gegen Engeland, plons, plons, plons".
1942 Op woensdag 4 maart sneuvelt Albert Caerteling uit Lobith / Tolkamer in de omgeving van Bodjonegoro (Java) in de strijd tegen de Jappen.
|
![]() |
1942 Als vijfde Gelderse gemeente krijgt Herwen en Aerdt na het overlijden van burgemeester Bruns een N.S.B.'er als burgemeester. Bij de installatie van de N.S.B. burgemeester J.Hesselink in zaal Van Dungen in Herwen is het druk met vooral partijgenoten van elders. De plaatselijke bevolking houdt zich grotendeels afzijdig.
![]() |
Advertentie in het regionale weekblad WAHALTO (Week- en advertentieblad voor Herwen, Aerdt, Lobith, Tolkamer en omstreken) op 25 juli 1942
|
1943 De op Tolkamer wonende slager David
Northeimer, die met zijn gezin in 1942 door de Duitse bezetter
is gedeporteerd, sterft op 31 januari 1943 in het Poolse
vernietigingskamp Auschwitz (Oswiecim).
![]() |
David Northeimer (1897 - 1943) en zijn
slagerij in Tolkamer |
![]() |
1943
Gedurende de oorlog is de woning van Henricus J.E.
Smits in de Dorpsstraat in Babberich het trefpunt
van het verzet rond Babberich, Lobith, Pannerden
en Zevenaar. Piloten krijgen er onderdak en verzorging,
onderduikers waaronder Joden worden er verzorgd en
vervolgens op onderduikadressen ondergebracht. |
![]() Douanekantoor Babberich (1931) Smits is werkzaam bij de douane in Babberich. |
1944 Op woensdagavond 3 mei vindt omstreeks 18.00 uur een tragisch ongeluk plaats op het overzetbootje tussen Pannerden en Millingen waarbij zes van de zeven opvarenden verdrinken. Hun bootje kantelt op een onrustig water. Alleen de heer J. Roos (50 jr) uit Lobith slaagt er in zichzelf drijvende te houden en wordt na een half uur gered. De overige inzittenden waaronder de 71 jarige veerman Eerden en zijn zoon verdwijnen in de golven en verdrinken. De slachtoffers zijn afkomstig uit Pannerden, Herwen en Aerdt.
1944 Op 5 december neemt de Duitse veldcompagnie pioniers haar intrek in de ontruimde neutrale school in Tolkamer.
1945 Begin
februari komt Lobith onder zwaar
granaatvuur te liggen en moet men in kelders
slapen. Op 10 februari begint de evacuatie
van Lobith. De door de
Duitsers bevolen evacuatie vindt plaats over
de route Elten-Beek naar 's-Heerenberg en
verder.
|
|
1945 In het
concentratiekamp Buchenwald sterft op woensdag 7 maart, 5
weken voor de bevrijding van het kamp door de zesde pantserdivisie van
het derde Amerikaanse leger, Bertus (Gijsbertus) Cornielje (25
jaar) uit Lobith.
In de meidagen van 1940 heeft Bertus Cornielje als dienstplichtig
soldaat op de Grebbeberg gevochten. Na de capitulatie is hij als
krijgsgevangene, gewond aan hoofd en hand, afgevoerd naar Duitsland.
Na zijn vrijlating heeft hij enige tijd bij scheepswerf "De Hoop" in
Tolkamer gewerkt. In 1944 is hij door de Duitsers opgepakt en
weggevoerd.
1945 Ook in Lobith komt begin april een eind aan de Tweede Wereldoorlog; een periode met immens veel leed. De allereerste inwoners van Lobith en Tolkamer, die op dinsdag 3 april terugkeren in hun dorp zijn onder de indruk van de chaos en de vernielingen die ze aantreffen. Hoewel de oorlog voorbij is vallen er nog doden en gewonden door de vele achtergebleven granaten, mijnen en booby-traps.
![]() |
|
1945 Op zondag 29 april wordt het
concentratiekamp Dachau door de Amerikanen bevrijd. Onder de
67.000 bevrijde gevangenen bevindt zich kapelaan Antonius
Benschop uit Lobith. Na felle anti-Duitse preken in de
Lobithse parochiekerk is hij halverwege de oorlog door de bezetter
gearresteerd en afgevoerd naar Dachau, waar hij zeer veel heeft moeten
doorstaan.
1946 Op 1 juni wordt J.N.M. Daalderop burgemeester van de gemeente Herwen en Aerdt. De benoeming van Daalderop, gemeenteambtenaar in Lichtenvoorde, is een waardering voor zijn activiteiten in het ondergrondse verzet.
1946 Eise Wortelboer, directeur / eigenaar van scheepswerf "De Hoop" in Lobith (Tolkamer) wordt in bewaring gesteld op verdenking van collaboratie met de Duitse bezetter gedurende de oorlogsjaren. Notaris T. B. Kampschreur uit Zevenaar wordt tot bestuurder van de scheepswerf benoemd. Op 4 januari 1947 wordt Wortelboer weer in vrijheid gesteld en op 8 oktober 1948 krijgt hij het beheer over de scheepswerf weer terug.
|
|
1947 Met 86 vorstdagen is 1947 de strengste winter van de 20e eeuw. Sinds mensenheugenis veroorzaken koude winters grote problemen. De snijdende vrieswind waait door de eenvoudige niet geisoleerde woningen en dorpen worden onbereikbaar. Vaak wordt melding gemaakt van afgevroren oren en ledematen, soms ook van mensen die doodvriezen. Andere zeer koude winters sedert 1870 zijn 1871, 1880, 1891, 1929, 1940, 1942, 1956 en 1963 geweest.
1947 Eind
januari lopen twee jongens, Tonny Hendriks uit Lobith (16
jaar) en Antoon Lamers uit Tolkamer (17 jaar) over de dichtgevroren
Rijn naar het Duitse dorpje Bimmen, waar ze gearresteerd worden door
de Duitse politie. De ouders denken dat hun zonen verdronken zijn
totdat zij na vier dagen vernemen van de arrestatie. Door de president
van een Engels gerecht met kennelijk geen enkel inlevingsgevoel wordt
het tweetal tot zes(!) weken gevangenisstraf veroordeeld. Sterk
vermagerd door ondervoeding en onder de schurft en zweren komen de
"criminelen" half maart weer thuis. Al die tijd hebben de jongens in
de gevangenis in Neuss geen bezoek mogen ontvangen.
1948 De eerste salonboot van de fa. E. Heymen
& Zn wordt in gebruik genomen.
1948 De Lobithse schutterij E.M.M. viert haar 300-jarig bestaan met deelname van alle schutterijen van de gemeente.
![]() |
Schuttersgilde E.M.M. (Eendracht Maakt Macht) in 1950 met het vaandel aangeboden door de vader van jeugdkoning J.W.G. Verwoert tijdens het feest van het 300-jarig bestaan op 15 augustus 1948. Door ziekte was de jeugdkoning niet zelf in staat het vaandel aan te bieden. (informatie van A. Muskens)
|
1948 Voorafgaande aan het bezoek dat prins Bernhard (echtgenoot van prinses Juliana) in juni aan het Gelders Eiland brengt stuurt de Pannerdense gemeenteraad een rekwest in verband met de voorgenomen samenvoeging van Pannerden met de gemeente Herwen en Aerdt. De Raad schrijft verwijzend naar de watersnoodramp in 1926 en de oorlogsramp in 1944/1945 "dat een nieuwe ramp, die voor de gemeente Pannerden alle vorige zal overtreffen, voor aller ogen komt opdagen: de voorgenomen opheffing van de gemeente Pannerden en de samenvoeging met de gemeente Herwen en Aerdt". De Raad verzoekt de prins "bij uw Gemalin, de toekomstige koningin der Nederlanden en de betreffende organisaties uw invloed te doen gelden teneinde deze catastrofe van de gemeente af te wenden".
|
|
1948 Meester Lambert Scholten (1892-1948), vanaf 1927 hoofd van de jongensschool in Lobith, overlijdt aan de gevolgen van een adderbeet. Scholten, kenner van de Liemerse flora en fauna en een vermaard vlinderdeskundige, geniet grote bekendheid ook buiten de Liemers.
1948
Het
bezoek dat prins Bernhard, echtgenoot van de aanstaande
koningin Juliana op 8 juni aan het Gelders Eiland brengt,
wordt ook door de inwoners van Lobith als buitengewoon
teleurstellend ervaren. Een correspondent schrijft over dit bezoek:
"We hadden ons dit bezoek anders voorgesteld. Met een flinke vaart
ging het over de dijk van de Aerdtse brug naar Lobith en
dito weer naar Pannerden. Het was nog erger alsof hij (prins
Bernhard) naar het hooi moest".
1949 De in 1924 door de gebroeders Hendriks opgerichte Lobithse Auto-Dienst (L.A.D.) bestaat 25 jaar. De dienst exploiteert een autobusverbinding tussen Spijk, Tolkamer, Lobith, Babberich en Zevenaar. Tevens vindt stukgoedvervoer tussen Lobith en Arnhem plaats en heeft men een garage met werkplaats voor bedrijfsauto's. De allereerste bus waarmee in 1924 gereden is, was de befaamde Ford T. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is al het rijdend materiaal verloren gegaan. Men nummert gewoon door en in 1947 verschijnt busnummer 12.
|
|
|
1949 Dat Lobith
- Tolkamer tijdens de oorlog een basis van
eenmans-onderzeeboten is geweest komt eind oktober 1949
weer duidelijk naar voren wanneer een schipper, die bij
Lobith-Tolkamer voor anker ligt en zijn reis wil voortzetten,
tegelijk met het anker een Duitse eenmans-onderzeeboot
ophaalt. De schipper kapt onmiddellijk het anker en waarschuwt
de autoriteiten, die de torpedo's van de boot onschadelijk
maken. |
|
1950 De zogenaamde "groene klaring" wordt ingevoerd waardoor de douaneformaliteiten voortaan aan boord van schepen kunnen worden afgehandeld en de schipper niet meer aan land hoeft te komen. Voor de expeditiekantoren, winkels en cafees op Lobith-Tolkamer, die zeven dagen per week open zijn, is dit geen gunstige ontwikkeling.
|
|
1951 In de tweede helft van de twintigste eeuw verandert er ook op Lobith op boerenbedrijven veel. In snel tempo worden landarbeiders, boerenknechten en trekdieren vervangen door machines. Het trekpaard verdwijnt uit het straatbeeld. Veel werk gaat verricht worden door loonbedrijven.
|
|
1952 De operatiekamer van het ziekenhuis in Lobith wordt gesloten. Het is niet meer up to date. Enkele jaren later in 1956 worden ook geen ziekenhuispatienten meer opgenomen. Bijna veertig jaar vanaf 1919 tot 1956 heeft Lobith dan een eigen ziekenhuis gehad.
|
|
1953
De IJssellinie, een reactie van de
NAVO op de Russische dreiging ten tijde van de koude
oorlog, is operationeel en blijft dit tot 1964. In het
diepste geheim is deze linie in de beginjaren vijftig
tot stand gekomen.
Deze verdedigingslinie omvat een complex aan stuwen, die
het mogelijk maakt om het bij Lobith binnenkomende
Rijnwater door de IJssel naar het IJsselmeer te
laten stromen waardoor een groot gebied waaronder
vrijwel de gehele Liemers, en dus ook Lobith,
onder water komt te staan. Op deze manier moet een
eventuele invasie van het Russische leger worden
bemoeilijkt.
Pas in de jaren negentig na de val van de Sovjet-Unie
wordt de tot dan toe geheime informatie over de
IJssellinie door de Nederlandse regering vrij gegeven.
1954 Op 1 december gaan in de Liemers de nieuwe busverbindingen Doesburg - Lobith en 's-Heerenberg - Zevenaar feestelijk van start.
|
|
1956 Scheepswerf "De Hoop" behoort tot de veertien grootste Nederlandse werven en is wat betreft bruto tonnencapaciteit opgeklommen naar de tiende plaats.
|
|
1957
Het
gemeentebestuur van Herwen en Aerdt, waartoe Lobith in
deze tijd behoort, schrijft een brandbrief aan de Nederlandse
regering waarin ze waarschuwt voor de "catastrofale" gevolgen
van een eventuele teruggave van Elten aan Duitsland. Het
gemeentebestuur schrijft: "De belangrijkste industrie van
Herwen, Aerdt, Lobith, Tolkamer en Spijk zal bijna
helemaal verloren gaan, daar er voor het zware vervoer geen
andere weg is dan die naar Elten. De gemeente zal terugkeren
naar de middeleeuwen".
Ondanks dit schrijven wordt Elten enkele jaren later weer
Duits, een catastrofe blijft uit en de gemeente keert niet
terug naar de middeleeuwen.
1958 In Lobith-Tolkamer viert de plaatselijke afdeling van de Katholieke Arbeiders Beweging, de voorganger van het Nederlands Katholiek Vakverbond, haar vijftigjarig jubileum.
|
|
1958 Op zaterdag 13 december overlijdt op 66 jarige leeftijd de filmpionier B.D. Ochse, oud-directeur en medeoprichter van de Polygoon-filmfabriek. Tot de allereerste producties van Ochse behoort "De Rijn van Lobith tot aan Zee". Deze ruim twee uur durende film uit 1922 is bekend geworden als de "Rijnfilm". In deze film wordt de toeschouwer meegenomen op een raderboot over de rivier de Rijn vanaf de grenspaal bij Lobith / Spijk tot aan de monding van de Rijn. |
|
1959 De Nederlands Hervormde kerk in Lobith-Tolkamer wordt gerenoveerd.
|
|
1959 Op woensdagochtend 6 mei treft het noodlot de familie W. Braam. Hun tweejarig kindje wordt in de Onlandstraat in Lobith door een auto gegrepen en is op slag dood.
1960 Donderdagochtend 5 mei omstreeks tien uur wordt een pakkettenboot van "Tolkamers Handelsbelang" overvaren door het uit Duitsland komende Franse motorschip Delacroix. De pakkettenboot zinkt vrijwel direct en twee van de drie opvarenden verdrinken. Het zijn H. Hendriks en J. Peters, beiden uit Lobith-Tolkamer en vader van respectievelijk acht en vier kinderen. De derde opvarende de heer Vreeman uit Aerdt kan worden gered. Het gezonken schip werd gebruikt om belastingvrije levensmiddelenpakketten aan boord van schepen te brengen, die naar Duitsland varen.
1960 Op
7 oktober, uitgerekend op de dag dat het geallieerde
bombardement op Emmerich wordt herdacht, vindt
bij deze stad een enorme scheepsramp plaats.
|
|
1961 De uit 1745 stammende beruchte Spijkse of Lobithse overlaat wordt gedicht.
|
|
1962 De winter van 1962 - 1963 is de koudste van de hele 20e eeuw. We moeten zelfs terug gaan tot de winter van 1829 - 1830 om een nog koudere tegen te komen. De extreme koude begint op 22 december 1962 en duurt onverminderd tot 4 maart 1963. De sneeuw die in december valt, ligt er in maart nog. In deze periode vriest de Rijn voor de laatste keer volledig dicht waardoor scheepvaart lange tijd niet mogelijk is. Wekenlang kan overal worden worden geschaatst en kunnen zelfs auto's over het ijs van de Rijn rijden.
1963 Op 1
augustus 1963 treedt een Nederlands-Duits verdrag in
werking waardoor de gescheiden grenscontroles van
beide landen worden samengevoegd. Het betreft onder
meer de grensovergangen: Spijk - Elten, Lobith-Elten,
Babberich-Elten en Beek-Elten. |
|
1964 De ontdekking van het Groningse aardgas in Slochteren in 1959 veroorzaakt in de jaren zestig ook ingrijpende gevolgen voor de energievoorziening in de Liemers, waardoor kolenkachels ook in Lobith nu snel tot het verleden behoren.
![]() |
Minister Andriessen brengt op 9 juli 1964 een werkbezoek aan het Zevenaarse / Duivense Broek, waar op dat moment een belangrijke aardgasleiding wordt aangelegd. |
1965 In Emmerich wordt een imposante hangbrug over de Rijn geopend. De brug is meer dan 1.000 meter lang en daarmee de langste hangbrug over de Rijn. Het verbindt Emmerich met Kleve. Ook veel inwoners van Lobith hebben de bouw (1959 -1965) van deze indrukwekkende brug met bijzondere belangstelling gevolgd.
Rijnbrug Emmerich (foto 6 september 2008)
1968 Op dinsdag 2 april brengen prinses Beatrix en prins Claus een bezoek aan de marechaussee in Lobith/Tolkamer.
|
|
1970 De eerste Turkse gastarbeiders komen op de scheepswerf "De Hoop". |
|
1972
De eeuwenoude
monumentale boerderij "De Boswaai" in Herwen wordt
gesloopt voor de aanleg van de Batavenweg, de weg
van Herwen naar Lobith en Tolkamer. In de
periode na de Reformatie, waarin de uitoefening
van de katholieke godsdienst verboden is geweest,
hebben op "De Boswaai" regelmatig in het geheim
godsdienstige bijeenkomsten plaatsgevonden. |
![]() |
1972 Op donderdag 13 juli vindt op de Transeedijk in Lobith een bijzonder tragisch ongeval plaats. De 83-jarige J.C. Gerritsen wordt bij thuiskomst uit het ziekenhuis aangereden door een personenauto en overlijdt ter plaatse.
1972 De gemeente Herwen en Aerdt, waartoe in deze tijd ook Lobith behoort, viert dat het precies 750 jaar geleden is dat bij de rivierscheiding van Waal en Neder-Rijn een tol werd gevestigd. In 1222 verplaatste de graaf van Gelre zijn riviertol te Arnhem naar Lobith. Tijdens een feestweek in de laatste week van augustus 1972 is in Huis Aerdt een historische tentoonstelling ingericht over de gemeente Herwen en Aerdt.
1976 Op
zaterdag 7 februari 1976 overlijdt dokter Arnoldus
G. Reijers (1897 - 1976). De oorspronkelijk uit
Huissen afkomstige Reijers vestigde zich in 1924 als
huisarts in Lobith. Hij is ruim een halve
eeuw huisarts geweest. |
|
1977
Kunstenaar en schilder Tonny Ros (1920-1993) richt
in 1977 in Lobith in een voormalige
paardenstal een atelier in, waar hij zich volledig
op de schilderkunst stort. |
|
1978 In februari start het provinciaal bestuur van Gelderland een wettelijke procedure voor de samenvoeging van de gemeenten Herwen en Aerdt en Pannerden. Herwen en Aerdt bestaande uit de dorpen Aerdt, Herwen, Lobith, Spijk en Tolkamer heeft 7850 inwoners. Pannerden met de gehuchten De Kijfwaard, Lobberden en Pannerdensche Waard heeft 2200 inwoners.
1981 Op vrijdag 6 februari overlijdt op 86 jarige leeftijd directeur Eiso Wortelboer van scheepswerf "De Hoop". Tot zijn dood heeft hij leiding gegeven aan de scheepswerf.
1981
De voetbalverenigingen Thesos en Lobithse Boys
fuseren waardoor SP Rijnland het
levenslicht ziet.
1985 Aerdt, Herwen, Tolkamer, Lobith, Pannerden en Spijk vormen de nieuwe gemeente Rijnwaarden.
|
|
1986
Het tegenover Lobith-Tolkamer gelegen
Duitse dorpje Schenkenschanz, dat tot het begin van
de 19e eeuw bij Nederland heeft gehoord, viert haar
vierhonderdjarig bestaan.
|
|
1987 Op
vrijdag 20 maart 1987 wordt op de
scheepswerf "De Hoop" in Lobith-Tolkamer
het passagiersschip "Mississipi Queen"
te water gelaten. Het raderschip,
dat plaats biedt aan 600 passagiers en
gebouwd is naar Amerikaans voorbeeld,
heeft tot 1990 als thuishaven de Waalkade
in Nijmegen. In 1990 wordt het verkocht
aan een Duitse reder en wordt Hamburg de
thuishaven.
De raderboot "Mississipi Queen" die op
20 maart 1987 in Lobith te water
is gelaten
1987 Als gevolg van de wereldwijde recessie in de off-shore markt komt ook scheepswerf "De Hoop" in financiele problemen en gaat failliet. Een jaar later maakt de scheepswerf in sterk afgeslankte vorm een herstart.
1987 Het Officierenkorps van de Lobithse schutterij E.M.M., dat in 1937 een zelfstandig onderdeel van de schutterij werd, bestaat vijftig jaar. Ter gelegenheid hiervan schrijft de historicus dr. G.B. Janssen met medewerking van de heren Th. Naterop, A. Mulder en J. Langenhof een boek met de titel: "Met vliegend vaandel en slaande trom".
1988 Nadat scheepswerf "De Hoop" in 1987 failliet is gegaan, maakt ze in januari 1988 een herstart in sterk afgeslankte vorm. De scheepswerf krijgt nu "International" achter de naam.
1988 Op zaterdag 25 juni wordt het Nederlands voetbalelftal Europees kampioen na een 2-0 overwinning op Rusland in het Olympiastadion in Muenchen. De stemming in heel Nederland is uitgelaten. Ook in Lobith heerst euforie met overal feestende mensen en toeterende auto's.
|
|
1990 Vanaf de jaren negentig worden de douaneformaliteiten voor de schepen steeds minder, waardoor steeds minder schepen in Tolkamer voor anker gaan. Inmiddels zijn de douaneformaliteiten zodanig verminderd dat schepen al varend de grens kunnen passeren. De in de 19e en een groot deel van de 20e eeuw zo belangrijke handel van Tolkamer met de scheepvaart is daardoor grotendeels verdwenen.
1993 Door het wegvallen van de Europese binnengrenzen is het voor schippers niet meer nodig om bij het passeren van de landsgrens het douanekantoor te bezoeken, waardoor zij niet meer in Tolkamer hoeven aan te leggen. Dit betekent een flinke aderlating voor de plaatselijke middenstand, aangezien veel schippers(vrouwen) de mogelijkheid benutten hier hun inkopen te doen. Dit verlies heeft Tolkamer proberen op te vangen door zich meer te profileren als toeristenplaats.
|
Het douanekantoor / tolkantoor (afbeelding links) is inmiddels een hotel / restaurant (afbeelding boven) geworden. |
1995 De Tolhuys Coornmolen wordt
volledig gerestaureerd.
|
De Tolhuys Coornmolen is in
1888 gebouwd ter vervanging van een afgebrande houten
molen. Foto links: omstreeks 2000, rechts: 1924 |
![]() |
1998 In Lobith viert schutterij Eendracht Maakt Macht, na een voorbereidingstijd van ruim vijf jaar, op indrukwekkende wijze over het hele jaar verspreid, haar 350-jarig bestaan.
|
|
2000 Op zondag 14 mei wordt het nieuwe stenen verenigingsgebouw van het vijfenzeventigjarig Lobithse schuttersgilde Excelsior in gebruik genomen met het eerste schutterstreffen Rijnwaarden, waar alle zes schutterijen uit Rijnwaarden aan deelnemen.
|
|
2001 De uit Lobith afkomstige bakkerszoon Servais Knaven wint de befaamde wielerklassieker Parijs-Roubaix. Twee jaar later wint hij op sensationele wijze de etappe naar Bordeaux in de Ronde van Frankrijk.
|
|
2003 De Rijn bereikt eind september de laagste waterstand tot dan toe ooit gemeten. Het gemeten laagste waterpeil bedraagt 6,91 meter boven NAP, een stand waarbij nauwelijks scheepvaart mogelijk is. De gemeten laagste stand is 10 meter lager dan de hoogste stand tot dan (in 1926) ooit gemeten.
|
|
2004 In Lobith-Tolkamer komt het nieuwe Gildehuis op de dijk juist op tijd voor Hemelvaartdag gereed. Het is gebouwd door aannemer Joosten met hulp van vele vrijwilligers. Het nieuwe Gildehuis vervangt het oude uit 1923 dat ruim tachtig jaar heeft dienst gedaan.
|
![]() Schuttersfeest (1935) op de achtergrond de stenen schutters"tent" uit 1923 |
|
2005 In het vroege voorjaar van 2005 komt naar voren dat Schuttersgilde Excelsior in Lobith / Tolkamer acute betalingsproblemen heeft. De eens zo rooskleurige bankrekening blijkt een schuld van honderdduizenden euro's te hebben. Een in het leven geroepen onderzoekscommissie neemt draconische maatregelen om orde op zaken te stellen. In mei 2006 worden leden van de onderzoekscommissie door de algemene ledenvergadering benoemd tot bestuurslid. Na een moeilijke periode volgt een glorieus herstel van het in zwaar weer geraakte schuttersgilde.
|
|
2009 Op 1 januari gaan de R.K. parochies van Babberich, Herwen en Aerdt, Lobith, Oud-Zevenaar, Pannerden, Spijk en Zevenaar samen tot de nieuw gevormde Sint Willibrordusparochie.
|
Sint Willibrordus Bij de verspreiding van het
christelijk geloof spelen de uit Engeland afkomstige Willibrordus
(658 - 739) en zijn uit Ierland afkomstige
medewerker Werenfried (overleden op 14
augustus 760 in Westervoort) een belangrijke rol.
|
2010 In augustus wordt een nieuw plan gepresenteerd voor het Duitse deel van de Nederlandse Betuwelijn, de vele miljarden euro's gekost hebbende goederenspoorlijn door de Nederlandse Betuwe van Rotterdam naar Babberich (landsgrens). Het nieuwe plan behelst om juist over de grens dus nog voor het dorp Elten de Betuwelijn in de richting van Lobith af te buigen om zo onder meer Elten en Emmerich te sparen. Daarvoor zal de Betuwelijn na even op Duits grondgebied te zijn geweest weer over Nederlands gebied richting Lobith / Spijk moeten lopen, waarna deze via een brug over de Rijn bij Spijk definitief in Duitsland arriveert om vervolgens via Griethausen en Kleef verder richting de eindbestemming (Ruhrgebiet) te lopen.
2010 In oktober komt het vermaarde boek "Zoete Mond" uit van de schrijver Thomas Roseboom. De roman speelt zich af in de jaren zestig van de 20e eeuw in het fictieve plaatsje Angelen, gelegen aan de Rijn een paar kilometer ten westen van Lobith. Aan de overzijde van Angelen bevindt zich het Duitse plaatsje Bimmen en het Nederlandse Millingen. De dorpskern van Pannerden lijkt als twee druppels water op het dorp uit het boek. Een hoge dijk, waarachter het dorp schuilgaat: bakkerij Groenen, slagerij Reijmer, een school, een hotel, de kerk en de doodse stilte van een dag waarop de mannen op hun fiets naar hun werk op de scheepswerf of steenfabriek gaan en huisvrouwen de meubels in de was zetten.
|
|
2011 Op 21 april (Witte Donderdag) overlijdt in zijn woning in Zevenaar volkomen onverwacht de bekende streekhistoricus dr. Ben Janssen. Hij is van grote betekenis geweest voor de Liemers waar hij tal van boeken over heeft geschreven. Op 28 april vindt in de R.K. kerk van Lobith-Tolkamer, zijn geboorteplaats, de uitvaartdienst plaats.
|
|
2011 De op 9 augustus 1661 geopende reformatorische kerk op de Lobithse Markt viert haar 350 jarig bestaan.
|
|
2012 Ter gelegenheid van het 75 jarig jubileum van het officierencorps van het schuttersgilde E.M.M. Lobith wordt het boek "Het Koningszilver" uitgegeven. Auteurs zijn A. Mulder, A. Muskens en A. Mertens. De historische bijdragen zijn van dr. G.B. Janssen.
|
|
2013 Op zondag 17 maart besteedt de Nederlandse televisie (VPRO) in een boeiende uitzending met als titel, Die Liebe war Schuld daran (Tommy Wieringa), zeer uitvoerig aandacht aan de Nederlands-Duitse grensstreek in de omgeving van Elten en Lobith. (http://vimeo.com/62056112).
2013 Op donderdag 11 april 2013 vindt in Tolkamer de presentatie plaats van het boek "De vijand was mijn bondgenoot". Het is het aangrijpende levensverhaal van Heinz Vermaeten, een Duitser die geen mof wilde zijn. Als Heinz in 1926 twee jaar is, verhuist het gezin van Duitsland naar Lobith-Tolkamer. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt Heinz gedwongen voor Duitsland te vechten. Pas ruim 60 jaar na de oorlog is hij in staat zijn gruwelijke ervaringen te vertellen en kan zijn dochter deze met zijn instemming op papier zetten.
|
|
2015 Volgens opgave van het Centraal Bureau voor de Statistiek is het aantal huishoudens in de Liemers dat onder de armoedegrens leeft aanzienlijk geringer dan in de rest van Nederland. Zo bedraagt het percentage arme huishoudens in Duiven 5,6%, in Zevenaar 7,1%, in Westervoort 8,4% en in Rijwaarden, waartoe Lobith behoort, 7,6%. Het landelijk gemiddelde bedraagt 9,5%. Hoe anders was het een eeuw eerder toen de Liemers tot de armste streken van Nederland behoorde. Het kan (gelukkig) verkeren.
2015 Bij graafwerkzaamheden aan de Dorpsdijk in Lobith worden oude bakstenen en scherven aardewerk blootgelegd, die herinneren aan de tijd van kasteel Tolhuys, dat in de 14e eeuw werd gebouwd en in 1672 door het Franse leger is verwoest.
|
![]() |
2017 Op woensdag 1 maart maken Lobith, Spijk, 's-Gravenwaard, Bielandse Waard en Kiefwaard tweehonderd jaar deel uit van het Koninkrijk der Nederlanden. In 1815 zijn ze tijdens het Wener Congres vergeten maar op 1 maart 1817 gaan ze toch nog over van Duitsland naar Nederland. Voordien heeft het gebied rondom Lobith vele eeuwen tot de Pruisische ambten Kleverham en Emmerich behoort.
2018 Op 1 januari 2018 wordt de gemeente Rijnwaarden, waartoe Aerdt, Herwen, Lobith, Pannerden, Tolkamer en Spijk behoren, samengevoegd bij de gemeente Zevenaar.
2018 Op
vrijdag 16 maart 2018 overlijdt op 93-jarige
leeftijd Jozef Cornielje (1924 -
2018).
|
|
2018
Voetbalclub SC Rijnland uit
Lobith-Tolkamer, ontstaan uit Thesos en Lobithse
Boys, viert haar 100-jarig jubileum.
2018 Bij
een uitzonderlijk lage waterstand, als gevolg van langdurige
extreme droogte, wordt begin augustus 2018 het wrak
zichtbaar van het op woensdag 20 maart 1895 bij Tolkamer
/ Spijk ontplofte dynamietschip Reiner.
Bij deze vreselijke ramp vielen destijds 13 doden. Ook de
materiele schade was enorm. Tot in de zeer verre omgeving,
ondermeer in Spijk en Elten, werden huizen verwoest. In
Tolkamer, Lobith, Elten, 's-Heerenberg en Emmerich
sneuvelden enorm veel ruiten. De ramp maakte een
enorme indruk en was geruime tijd in het nieuws.
Na
de ontploffing op 20 maart 1895 kwamen
zelfs vanuit Heerlen, Tietjerk
(Friesland) en M.Gladbach berichten
omtrent "den gevoelden schok".
Het dynamiet in het schip in totaal
100.000 kg. was afkomstig van de
kruitfabriek Porz in Keulen en bestemd
om vervoerd te worden naar de haven van
Antwerpen; van daaruit zou het transport
verder gaan naar de goudmijnen in
Zuid-Afrika.
De Gelderlander van 25 maart 1895
berichtte dat: "Het algemeen
gevoelen is dat niet
onvoorzichtigheid, maar verregaande
roekeloosheid de oorzaak is van de
dynamiet-catastrophe. Er is met de
kisten omgesprongen, alsof het steenen
waren." Gebleken is bovendien dat
er op het kruitschip een kolenkachel
gestookt werd.
2021 Eind
oktober 2021 gaat de ruim 120 jaar oude scheepswerf "De Hoop" in
Lobith-Tolkamer failliet waardoor ongeveer honderd mensen
hun baan verliezen.
|
|
2022 Op de
zondag 29 mei trekt de R.K processie voor de 245e (!) keer door
Lobith. Het betreft een eeuwenoude godsdienstige
plechtigheid, die sedert 1775 jaarlijks op de zondag na
Hemelvaartsdag plaatsvindt. Alleen in de jaren 2020 en 2021 kon
de processie in verband met de heersende corona-epidemie niet
doorgaan.
|
|
2022
In juni 2022 is het exact 350 jaar geleden dat een
enorme Franse legermacht van 130.000 soldaten bij Lobith
over de Rijn trekt (Hollandse Oorlog, 1672 - 1679) op weg naar
Amsterdam en Den Haag om de Nederlandse machthebbers een lesje
te leren. |
|