Uit opgravingen is
gebleken, dat er in de omgeving van Didam reeds 5.000 tot 6.000
jaar geleden mensen gewoond hebben. Vuurstenen werktuigjes, die bij
opgravingen gevonden zijn, tonen aan dat er rond 2500 voor Christus een
nederzetting is op de grens van Didam en Beek. Ook op
andere plaatsen zijn bodemvondsten gedaan, die onder meer op Romeinse
aanwezigheid duiden. Op
de plaats van de huidige Didamse Mariakerk is in 1957 een onderzoek
verricht door de Rijksdienst van Oudheidkundig bodemonderzoek,
waarbij toen o.a. een vroeg middeleeuws grafveld is gevonden.
Veel werk op archeologisch gebied in en rondom Didam is verricht
door wijlen schoolmeester Tinneveld.
Loerbeek kent in de geschiedenis meerdere
benamingen zoals Bekermark (Beekse hei), omstreeks 1500 komen de
benamingen 'Lobberik' en 'Loberke' in gebruik. "Loo" duidt op een met gras begroeide open plek in
het bos en "rik" betekent rijk. Dus Lobberik betekent rijk aan open
weideplekken in het bos.
De Manhorst in Didam wordt al omstreeks 1300
vermeld.
Didam heeft in de geschiedenis
niet altijd zo geheten. De naam Didam wordt voor het eerst genoemd in
1373. Al veel eerder, in de vroege middeleeuwen,
blijkt Didam al te bestaan als nederzetting in de Liemers. De
oudst gevonden benaming is Theodon. In een
oorkonde van de kerk Sint Maarten te Utrecht uit 828 wordt deze naam
genoemd. Namen die in latere tijden gebruikt zijn betreffen
onder meer Didem (1276), Diedem (1449) en Diem
(1568). In de volksmond wordt
Didam nog vaak "Diem" genoemd!
Huize Baerle in Didam
Pentekening M. de Raed, anno 1721
De oudste buurtschappen van Didam zijn Waverlo of
Dijk, Greffelkamp, Loil en Holthuizen. Een vijfde buurtschapontstaat
later rondom de kerk en krijgt daarom de naam Kerkwijk.
Zowel de hertog van Gelre als die van Kleve (Kleef)
hebben in Didam een militair steunpunt namelijk kasteel Didam
(Gelre) en kasteel Loil (Kleef). De heer van den
Bergh verwerft in 1388 de heerlijke rechten in Didam. Hij
koopt in 1440 kasteel Loil; geleidelijk voegen zich andere Didamse
bezittingen daarbij.
Loerbeek: Snel door de tijd
2500 voor
Christus
Vuurstenen werktuigjes, die bij opgravingen gevonden zijn, tonen aan dat
er reeds rond 2500 voor Christus een nederzetting is op de grens van Didam
en Beek.
838 Oudst overgeleverde
vermelding van Leomeriche (Liemers).
Nederzettingen in
onze streek omstreeks 1200
Aswen (Azewijn) en Thedodem (Didam)
worden genoemd in 828; Thuvine (Duiven), Gruosne (Groessen),
Harawa (Herwen) in 897; Eltnon (Elten) in 944; Berga ('s
Heerenberg) in 1105; Sydehem (Zeddam) in 1142; Lengel in 1144;
Loel (Loil), Wele (Wehl) en Waverlo (Dijk) in 1178; Beek
in 1206; Stockem (Stokkum) in 1240
1000na Christus
In het Liemerseland zijn nederzettingen maar nog geendijken. De rivieren en stroompjes treden voortdurend buiten hun
oevers maar echt hoge waterstanden komen vrijwel nooit voor omdat het
water zich door het ontbreken van dijken vrijelijk kan verspreiden.
1206Beek wordt als
parochie van Elten afgescheiden waardoor het een zelfstandige
parochie wordt.
1240 Hendrik van den Bergh verhuist
van Montferland naar de nieuwe woontoren op de plaats waar
nu Huis Bergh staat.
1275 Omstreeks deze tijd
ontstaat de nederzetting Lobberik tussen Loerbeek en
Kilder.
1290 Aan het
eind van de dertiende eeuw is Doesburg verreweg het belangrijkste
centrum in onze regio. De gehele Liemers tot aan Emmerik
alsmede ook Doetinchem ressorteren onder het ambt Doesburg.
1339De inwoners van Beek
bouwen hun eerste stenen kerk.
1340 Uit
een rekening van de rentmeester van de graaf van Gelre blijkt, dat in
deze tijd tot de Lijmers Weel (Wehl), Betburg (Babberich),
Zevenaar, Angeroy (Loo),Westervoort, Beek en
Zeddam, Duiven en Groessen gerekend worden.
1357 Er
is reeds sprake sprake van een "kasteel van Loel" (Loil),
later genaamd het "goed Loil" of "Huis Loil". In 1357 wordt
Albrecht Doys van Loel leenman van dit kasteel. Hij krijgt dit
leen van graaf Jan van Kleef. Na hem wordt Willem van Bergh de
leenman. Omstreeks 1920 wordt het huis, dat dan Kasteel
Tengbergen wordt genoemd, afgebroken.
Huis Loil in 1783
1361
Het goed Byvanck bij Beek wordt voor het eerst vermeld.
De bezitter is Gheryt Palick van der Wilten.
De Byvanck bij Beek getekend door W.G. Hofker (1902 - 1981) in
1957
1370 Een zekere
Dideric van Ulft verkoopt een aantal landerijen, waaronder de
Hees in de Didamse buurtschap Waverlo, aan de heer Van
den Bergh.
Het huis De Hees te Didam Tekening van M. de Raed, anno 1721
1408 Het huis
"Het Avesaet" in de buurtschap Grefflichem bij Didam komt in het
bezit van het geslacht Momm, dat de richters van Didam zou
leveren.
Huis Avesaet in Didam Afbeelding links is getekend door M. de Raad (Raed) in 1721.
Afbeelding rechts is geschilderd door C.Tromp in 1958.
1427De hertog van Gelre verkoopt al
zijn rechten in de Bergherbossen aan de heer Van den Bergh. 1432 Na een extreem koude
winter overstroomt de Liemers na het invallen van de dooi. De stad
Arnhem stuurt haringen naar de slachtoffers.
1440De
heer Van den Bergh koopt het kasteel Loil.
Het Huis Loil onder Didam
Tekening van D.J. van Elten
anno 1783
1447
Op 30 maart laat Willem II Van den Bergh in een uitvoerige oorkonde
vastleggen, dat Hertog Adolf 1 van Kleef voor 5.500 Rijnse guldens aan
hem het kerspel (parochie) Beek heeft verpand; de hertog heeft
veel geld nodig voor zijn oorlog, Soester
Fehde,met de bisschop van Keulen. Voor deze verpanding behoort
het kerspel Beek staatkundig tot de Kleefse
Liemers waartoe dan ook Zevenaar, Duiven, Groessen
en Loo behoren.
1455
Hoewel de Kerk in deze tijd misstanden kent, is er bij de gewone mensen
in onze omgeving een grote religieuze betrokkenheid, die het sterkst
naar voren komt bij dreigingen en tegenslagen zoals ziekten, misoogsten
en oorlogsgeweld. De betrokkenheid komt onder meer tot uiting in
bijzondere aandacht voor het lijden van Christus, Maria als Moeder Gods
en de beschermheiligen.
1503 De zomer van 1503 is
zinderend heet en kurkdroog en daardoor een kwelling voor de inwoners
van Loerbeek.
1517Maarten Luther slaat zijn 95 stellingen aan de deur van de
slotkerk in Wittenberg.
1532 Oswald, graaf van den Bergh,
tekent protest aan omdat mensen uit Babberich hout hebben gehaald
uit de Beekse heide.
1557 De
vermaarde cartograaf Christiaan sGrooten, geograaf van de
Spaanse koning Philips II, brengt het gewest Gelderland in kaart.
Een detail uit de kaart van Christiaan
sGrooten betreffende de omgeving van Loerbeek
Loerbeek wordt niet genoemd. In de
omgeving zien we o.a. Beeck(Beek), Stockem
(Stokkum) en Zeedam (Zeddam).
1565 Half december vriest de Oude
IJssel dicht en op tweede kerstdag is ook de Rijn dichtgevroren. Het
blijft vriezen tot in maart.
1568 Begin van de
Tachtigjarige Oorlog. De strijd tussen Spaanse en Staatse
troepen brengt de bevolking in de Liemers en ook Didam
regelmatig tot wanhoop.
De staatkundige indeling van de Liemers en de
omgevende gebieden in de 16e eeuw
Geel: Kleefs gebied Groen: Gelders /
Staats gebied Licht Groen: Berghs
gebied Wit: zelfstandig gebied.
1570De
periode 1570 tot 1600 is in de Liemers (en Achterhoek) een uiterst
onrustige tijd. Debevolkingiswanhopig
door rondtrekkende plunderende troepen; de ene keer Staatse en de andere
keer Spaanse troepen en daar tussendoor rondtrekkende muitende bendes.
Verwoeste huizen en kerken, onbebouwde akkers, plundering, doodslag,
zware maandelijkse oorlogscontributies en roof van hele veestapels zijn
aan de orde van de dag. De kerken van ondermeer Didam, 's
Heerenberg, Zeddam, Etten, Gendringen, Netterden, Elten, Oud-Zevenaar en
Zevenaar worden in die periode geplunderd en zwaar beschadigd. In
Hoog-Keppel en Drempt staat geen enkel huis meer overeind. Plundering van een dorp geschilderd
door Pieter Molijn (Frans Halsmuseum,
Haarlem) Vooral tijdens de eerste helft van de Tachtigjarige Oorlog gaat de
bevolking van het Gelders - Kleefs grensgebied regelmatig gebukt
onder de wreedheden en plunderingen van Hollandse en Spaanse
soldaten.
1572 Begin juli
worden 19 katholieke priesters uit Gorcum ontvoerd naar Den Briel. Als
ze daar niet bereid zijn het katholieke geloof af te zweren worden ze
een voor een opgehangen. De herinnering aan dit gebeuren, dat bekend
staat als een van de dieptepunten in de opstand tegen Spanje, blijft
tot ver in de 20e eeuw bij veel katholieken, ook in de Liemers,
levend.
De ontvoering van de 19 priesters vindt plaats door watergeuzen
onder leiding van hun in 1571 door Willem van Oranje benoemde
opperbevelhebber Lumey. Wanneer de priesters niet bereid zijn om
het katholieke geloof af te zweren, worden ze in een schuur een
voor een opgehangen. Na hun dood worden de 19
martelaren van Gorcum voor veel katholieken ook in de Liemers
lichtende bakens in een periode van onderdrukking en duisternis.
De herinnering aan het gebeuren in 1572 blijft tot ver in de 20e
eeuw levend. Veel katholieken sluiten tot ver in de 20e eeuw hun
dagelijks gebed af met: "heilige martelaren van Gorcum bidt voor
ons".
1573 Reeds eind oktober
begint in de Liemers een lange zeer strenge winter, waarin vrijwel
alle wintervoorraden verloren gaan met grote tekorten en honger tot
gevolg.
1578 Op 10 maart wordt Jan van Nassau,
broer van Willem van Oranje, stadhouder van Gelderland. Hij is een
vijand van het katholicisme en baant de weg om het Calvinisme met geweld
in te voeren, waardoor katholieken in de Gelderse delen van de Liemers
moeten kerken waar ze dat wel in vrijheid kunnen. De katholieken van Loerbeek
kerken in die tijd vooral in Wehl. De overgrote meerderheid van de
Liemerse bevolking blijft ondanks de onderdrukking sterk gehecht aan het
oude geloof.
Oudste afbeelding van de kerk van Beek uit
1735 (op tiendkaart van Theodor Bucker)
Het Berghse gebied behoort politiek tot de Nederlanden. Het
katholicisme wordt uit kerken en pastorieen verdreven; de
godsdienstuitoefening wordt verboden. Door de grote invloed van de
heren van Bergh blijft in onze omgeving de vervolging van
katholieken grotendeels uit.
1581De
periode 1581 tot 1603 verloopt voor de bevolking in het Gelders -
Kleefs grensgebied rampzalig. De Tachtigjarige Oorlog, een
meedogenloze strijd tussen Spaanse en Staatse troepen, maakt veel
slachtoffers onder de bevolking. Zowel Staatse als Spaanse
soldatenbendes trekken regelmatig plunderend en brandstichtend rond. De
terreur wordt mede veroorzaakt door de slechte betaling van vooral de
Staatse soldaten.
1582Didam,
Zevenaar, Elten en Lobith worden volledig leeg geplunderd door
Staatse troepen en soldatenbendes.
1586 Van december 1586
tot september 1587 is er een ongekende koudegolf.
In het laatste kwart van de 16e eeuw is het in Europa kouder met winters
met veel sneeuw en ijs en koele zomers met herfstachtig weer. Het lijkt
wel een "kleine ijstijd" te zijn geweest. Onderzoek van het KNMI heeft
inmiddels aangetoond dat het laatste kwart van de 16e eeuw
waarschijnlijk de koudste is geweest van de afgelopen duizend jaar..
1590 De Didamse
kerk moet aan protestanten worden afgestaan.
1593 De Beekse
kerk wordt gesloten voor de uitoefening van de katholieke erediensten.
De katholieke inwoners van Beek kerken vanaf 1593 op Kleefs
gebied in Elten, Wehl en Zevenaar. Pas in 1795 krijgen de katholieken in
Beek hun kerk weer terug, die inmiddels volkomen vervallen is. Beek
zou na de reformatie nooit een predikant krijgen: De gemeente wordt
aanvankelijk ingedeeld bij Didam en later bij Zeddam.
1595 De winter van
1595 is opnieuw extreem streng. Na de winter volgen overstromingen en
dijkdoorbraken waardoor het ook voor de inwoners van Loerbeek,
die ook al gebukt gaan onder het oorlogsgeweld van de Tachtigjarige
Oorlog, een rampzalig jaar is.
1608 Een ontstellend
koude
winter zorgt voor grote problemen. In januari en februari vriest
het zo hard dat zelfs de oudste mensen zich niet kunnen herinneren dit
ooit eerder te hebben meegemaakt.
1609 Het
eens zo machtige slot Didam, de oude Meurse toren, wordt
afgebroken.
1610 Op
vrijdag 22 januari wordt onze regio getroffen door een zware storm. Bij
Rees breekt de dijk door. Veel land staat onder water.
1652De
Gelderse landmeter Nicolaas van Geelkercken brengt onder meer de
Lymers in kaart. Beeck (Beek) en Monferlant (Montferland)
worden expliciet genoemd.
De omgeving van Seventer (Zevenaar), Des
Heerenberg ('s Heerenberg) en Dydam (Didam) zoals getekend
door N. van Geelkercken.
Merk op dat het noorden onder en het westen rechts is.
1681 De paters Franciscanen bouwen in Elten
een nieuw klooster. Paters van dit klooster spelen een
belangrijke rol bij de recatholisering van naburige Staatse gebieden
(o.a. Loerbeek).
Het Franciscanenklooster in Elten, gebouwd in 1681 ter
vervanging van het in 1572 verwoeste klooster in de Briemer bij
Emmerik.
J.H.A. van Heek maakt in 1952 kort voor afbraak van het zwaar
beschadigde klooster bovenstaande tekening.
1684 De winter
van 1683 - 1684 verloopt ontstellend koud. Zelfs stokoude mensen kunnen
zich niet herinneren zo'n extreem koude winter ooit eerder meegemaakt te
hebben. De koude valt ver voor kerstmis 1683 in en duurt tot medio
februari 1684. De rivieren vriezen volledig dicht en ijsdikten tot twee
Rijnlandse voeten (63 cm) worden gemeten. De winter zorgt voor veel
overlast.
1709 Zeer strenge
winter vanaf Driekoningen (6 januari); veel vee doodgevroren.
1711 In het voorjaar zijn er diverse
dijkdoorbraken zoals de IJsseldijk bij Lathum en de Boterdijk bij
Lobith. Veel voedselvoorraden gaan verloren, weiden blijven lang
onbruikbaar en op grote schaal wordt honger geleden.
1714 Veepest veroorzaakt in de Liemers de dood van
veel runderen en grote armoede onder de bevolking.
Hooioogst in de Lijmers, 1790
1715 Op vrijdag 3 mei wordt het aan het eind van de
ochtend omstreeks 11.00 uur nachtelijk donker. Het is een gevolg van een
(vrijwel) volledige zonsverduistering in Nederland. Op de eerstvolgende
volledige zonsverduistering zal de Liemers 420 jaar moeten wachten tot
het jaar 2135.
1719 In Beek sterven
meer dan 250 runderen aan de veepest.
1737 De
reizende tekenaar Jan de Beijer tekent vanaf Eltenberg het gezicht op
Elten en het Franciscanenklooster.
Gezicht op Elten , Jan de Beijer
(1737)
1740 De
winter van 1740 verloopt zeer koud. Na een relatief zachte
december 1739 wordt januari 1740 extreem koud. In de periode
van zaterdag 9 tot en met dinsdag 12 januari is het zelfs
overdag in Loerbeek niet warmer dan 10 graden
onder nul. De barre winter wordt gevolgd door een extreem koud
voorjaar. Op zaterdag 7 mei sneeuwt het nog. Ook de zomer
verloopt zeer koud waardoor de oogsten volledig mislukken. Het
duurt jaren voor dat men het rampzalige jaar 1740 te boven is.
Kerk van Beek omstreeks het rampzalige jaar 1740
1742 De
befaamde Nederlandse tekenaar Jan de Beijer tekent op 27
augustus Didam.
"Dorp Diedam ofte Diem 27 Augustus 1742", Jan de Bijer
1743 In het voorjaar staat de Liemers onder
water. Tientallen paarden en meer dan honderd runderen overleven
het niet.
1745 Het jaar 1745 is
voor Loerbeek en omgeving een rampjaar. Besmettelijke ziekten en
veepest richten grote schade aan. Talrijke mensen bezwijken en hele
veestapels gaan ten gronde.
1756 Op
zaterdag 11 december 1756 begint het streng te vriezen en de intense
koude duurt onafgebroken tot maandag 7 februari 1757. De langdurige en
intense koude moet ook voor de inwoners van Loerbeek een
ware kwelling zijn geweest.
1758 De zomer
is uitzonderlijk nat waardoor veel landerijen onder water komen te
staan en een groot tekort aan hooi ontstaat.
1764 In
februari vinden dijkdoorbraken plaats bij Rees en Herwen waardoor de
regio opnieuw te maken krijgt met grote wateroverlast.
1768 De veepest
slaat opnieuw toe. Op boerderij de Vaanhorst van boer Hendrick
Francken (1736 -1796) sterven maar liefst 15 melkkoeien aan de
gevreesde ziekte. Tot overmaat van ramp sterft tijdens deze epidemie
ook nog boerin Geertrudis Francken - Roosendaals (1721 - 1769) en
blijft Hendrick met kleine kinderen achter.
1769Omstreeks deze tijd heerst de veepest.
Opvallend is het grote verschil in bestrijding van de ziekte
tussen naburige plaatsen.
In de Pruisische gebieden van de Liemers (o.a
Zevenaar, Duiven en Wehl) worden onder invloed van de
verlichte koning Frederik II de Grote al de nieuwste inzichten
rond inentingen toegepast, terwijl in de Gelderse gebieden
(o.a. Angerlo, Didam, Loerbeek en Westervoort) de
bestrijding zich beperkt tot bidden.
(Rijksmuseum,
Amsterdam)
1771 In het
voorjaar regent het gedurende vijf weken onophoudelijk, waardoor Loerbeek
erge wateroverlast heeft.
1774 Opnieuw
wordt de regio getroffen door een epidemie van de gevreesde veepest.
In (Loer)Beek sterft daardoor meer dan 75% (!) van het
vee. Vooral veel keuterboeren en daghuurders raken in een klap al hun
vee kwijt. Het betreft de zoveelste uitbraak van runderpest in korte
tijd, die meedogenloos toeslaat. Eerdere uitbraken van veepest hebben
onder meer in 1714, 1719, 1745, 1747 en 1768 plaatsgevonden. Niet
alleen door de veepest maar ook door ziekten, sterfte, plunderende
soldaten, rondtrekkende bendes, slecht weer, extreme winters en
natuurgeweld leven velen toch al bij voortduring op de rand van het
bestaan.
"Gods slaandehand over
Nederland door de pest-siekte onder het rundvee, geteekent en
gegraveert door Jan Smit" in 1745.
Vooral in de 18e eeuw brengt de "pest-siekte onder rundvee" (ook
genoemd veepest of runderpest) veel (keuter)boeren ook in (Loer)beek
tot wanhoop. In (Loer)beek worden ernstige uitbraken
onder meer gemeld in 1714, 1719, 1745, 1747 en 1768. Enerzijds
ondergaan velen de runderpest met veel berusting en enorm vertrouwen
in God anderzijds is het leed vooral onder de keuterboeren
enorm.
1779 Mr. Johannes Nepomucenus Hoevel, rentmeester van
Bergh, koopt het landgoed Bijvanck in Beek.
Blijkbaar gaan de zaken goed want enkele jaren later koopt
hij achtereenvolgens kasteel Lindhorst (1786), het huis
Hohensorge (1787), beide bij Emmerich en de Swanenburg
(1805) bij Gendringen.
Swanenburg (Nicolaas van Geelkercken)
1784 Nadat door
dijkdoorbraken begin maart 1784 grote delen van de Liemers onder water
komen te staan, woedt tot overmaat van ramp op woensdag 10 maart een
hevige orkaan uit het zuidwesten, die grote vernielingen aanricht.
1789 De winter
van 1788-1789 verloopt extreem koud. Met de winter van 1708-1709 is
deze winter de aller-koudste winter van de 18 eeuw. Mens en dier gaan
gebukt onder de extreme koude en de gevolgen daarvan.
1795 Franse
troepen brengen ook in (Loer)beek "Vrijheid, Gelijkheid, Broederschap".
De katholieken in Beek krijgen hun kerk terug, die ze ruim
twee eeuwen eerder hebben moeten afstaan. De kerk is inmiddels
volkomen vervallen en er is een jaar nodig om de kerk te
herstellen.
1799 Na een zeer
koude winter wordt deLiemers opnieuwgetroffen
door een grote overstroming. Mensen vluchten naar hoger gelegen
gebieden zoals Elten.
1800 Op zondag 9
november teistert een verwoestende storm de Liemers. De schade aan
behuizingen en goederen is enorm. Huizen zijn omver geblazen.
Schoorstenen en muren zijn ingestort. De oogst op zolder is nat geworden
doordat daken het hebben begeven.
1807 In de nacht
van 18 op 19 februari veroorzaakt een hevige noordooster storm opnieuw
veel schade.
1811 In het
najaar heerst dysenterie in Didam. Dysenterie (in de volksmond
rode loop genoemd) is een hevige bloedende diarree, die in de 18e en 19e
eeuw veel dodelijke slachtoffers maakt.
1816
Uitgezonderd enkele dagen in augustus regent het in 1816 van half mei
tot in november vrijwel onafgebroken. De Liemers verandert in een
moeras. Ook in Loerbeek gaat de oogst (tarwe, rogge,
gerst, aardappelen en tabak) volledig verloren. De schade is
onvoorstelbaar en wordt bovendien nog versterkt door het volledige
gebrek aan gras als voedsel voor het vee. Bittere armoede is het
gevolg en mensen moeten zich voeden met voedsel dat onder normale
omstandigheden aan varkens gegeven wordt. Ook elders in Europa en de
wereld is 1816 een extreem jaar. Naar schatting 200.000 mensen
verhongeren in Europa. In veel landen breken voedselrellen uit. In
latere jaren wordt duidelijk dat de extreme weersomstandigheden het
gevolg zijn van de vulkaanuitbarsting van de Tambora op het eiland
Sulawesi in de Indonesische Archipel.
1817 Nadat het
gehele jaar 1816 het extreem slechte weer ook in Loerbeek voor
enorme problemen zoals honger en armoede heeft gezorgd, verschijnt
medio maart 1817 de zon, die zich daarvoor in dertien maanden vrijwel
niet heeft laten zien. Het gewone klimaat keert eindelijk weer
terug.
Pas in de loop der 20e eeuw hebben wetenschappers vastgesteld dat de
tijdelijke klimaatverandering, die de wereld en ook Loerbeek
in 1816 kwelt, het gevolg is van de enorme vulkaanuitbarsting van de
Tambora op het eiland Sulawesi in de Indonesische Archipel. Aan het
begin van de 19e eeuw duurt het maanden tot jaren voordat nieuws van
de andere kant van de wereld onze omgeving bereikt maar ook als men
het geweten had zou niemand een verband gelegd hebben tussen de
vulkaanuitbarsting en de tijdelijke klimaatverandering.
1818 De
provincie Gelderland is verdeeld in 17 districten of
hoofdschoutambten, welke gezamenlijk 107 gemeenten of
schoutambten omvatten. De gemeenten Angerlo, Didam, Gendringen,
's Heerenberg, Netterden, Wehl en Zeddam worden samengevoegd tot het hoofdschoutambt
Doesburg, waartoe ook Loerbeek behoort. In 1851 zou er
een eind komen aan de districtsgewijze indeling van het Gelderse
platteland.
1819Miljoenen
veldmuizen richten in de Liemers onvoorstelbare vernielingen aan.
De oogst gaat voor een groot deel verloren.
1821
Gerrit-Jan van Embden volgt zijn vader op als schout /
burgemeester van de gemeente Didam. Hij zal dit
ambt 42 jaar tot 1862 uitoefenen en wordt daarmee de langst
zittende burgemeester in de geschiedenis van Didam.
Burgemeester Van Embden is protestant in een tijd waarin 95%
van de inwoners rooms katholiek is. Om deze reden heeft de
katholieke districtssecretaris Jan van Nispen van Sevenaer
halverwege de jaren 30 ernstige bedenkingen bij de
herbenoeming van Van Embden. Zijn poging een herbenoeming te
voorkomen heeft echter mede door de protestante gouverneur
baron Van Heeckeren tot Kell geen succes.
Gerrit-Jan van Embden (1792 - 1880)
burgemeester van Didam van 1821 tot 1862
1825 In
plattelandsgemeenten wordt de titel van schout (voor het hoofd
van de gemeente) veranderd in die van burgemeester.
De Liemers en omgeving uit een
aardrijkskundig schoolboek door J.van Wijk Roelands Zoon
uitgegeven door H.C.A. Thieme te Zutphen in 1827. Loerbeek
wordt niet expliciet vermeld, wel worden o.a.: Beek,
Dijk, Lool, Holthuizen en Kilder genoemd.
1830 Omstreeks
deze tijd vindt op de Byvanck in Beek een
belangrijke muntvondst plaats. Het betreft munten, die er in
14e eeuw zijn begraven en die mogelijk in verband staan met
de Tempeliers, die op de Byvanck hebben vertoefd.
Byvanck, begin 20e
eeuw
1830 De
Belgische opstand leidt tot afscheiding van Belgie van
Nederland.
Koning Willem I voert de militaire dienstplicht in. Velen voelen er
echter weinig voor om voor een protestante vorst te vechten tegen het
katholieke Belgie. Dit leidt ook in Loerbeek tot grote onrust.
In Lobith trekt zelfs een groep jongemannen door het dorp, die dreigt
het gemeentehuis in brand te steken. De gouverneur van Gelderland
stuurt daarop 90 soldaten om de rust te herstellen. Honderd
(jonge)mannen, die vervolgens worden gedwongen in militaire dienst te
gaan, deserteren in de winter van 1830 - 1831 en vluchten naar
Pruisen.
1831 Eind
februari
1831 komt een strafexpeditie, bestaande uit tweehonderd
manschappen onder leiding van majoor Schimmelpenninck, naar Bergh,
waartoe ook Loerbeek behoort, om orde op zaken te stellen en
dienstweigeraars op te sporen.
1833 De
Leidse historicus dr. Jansen vindt op Montferland een Romeinse
dakpan, die dateert van ongeveer 40 na Christus. Het betreft een
van de oudste Romeinse vondsten in onze omgeving.
1836 Op dinsdag
29 november veroorzaakt een hevige storm veel schade. In Beek
en Loerbeek lopen 12 van de 82 huizen ernstige schade op.
1837 De uit 1715
daterende Didamse R.K. schuilkerk wordt na meer dan een eeuw dienst te
hebben gedaan, vervangen door een nieuw kerkgebouw. Vanwege de
bemoeienis van het ministerie van Waterstaat met de bouw wordt deze kerk
wel Waterstaatskerk genoemd.
De in 1837 gebouwde Waterstaatskerk met links de pastorie Deze kerk heeft bijna 140 jaar dienst gedaan tot omstreeks
1975. Op de plaats van de pastorie wordt in de zeventiger jaren
van de 20e eeuw de (huidige) Sint Martinuskerk gebouwd.
1841 Johannes F. Boubaij laat aan
de Eltenseweg in Loerbeek een molen bouwen. Een jaar later in
1842 brandt deze molen onder verdachte omstandigheden af. Mogelijk heeft
Boubaij zelf de hand in de brand om van de brandverzekering geld te
ontvangen.
1842 In de nacht van vrijdag 8 op zaterdag 9
april brandt in Loerbeek de een jaar eerder gebouwde molen van
Boubaij af. Boubaij wordt ervan verdacht de molen zelf in brand te
hebben gestoken om van de verzekering geld te ontvangen. Op de plaats
van de uitgebrande molen laat J.W. ten Benzel enkele jaren later opnieuw
een molen bouwen.
1844 Aan de Eltenseweg in Loerbeek is door J.W. ten
Benzel een windmolen gebouwd.
Links de molen omstreeks 1905
Rechts de molen omstreeks 2005
Door een brand wordt in 1922 de molen ernstig
beschadigd. De schade als gevolg van de brand is nimmer volledig
hersteld en men gaat na 1922 verder malen op motorkracht.
1845Overvloedigeregenval heeft tot gevolg dat meer dan 75% van de oogst verloren
gaat. De aardappelteelt verrot vrijwel volledig; honger is voor velen
het gevolg.
1846 Door de
aardappelziekte gaat opnieuw een groot deel van de aardappeloogst
verloren; omdat bovendien ook de rogge- en tarweoogst door een muizenplaag
mislukken is er een groot voedseltekort.
1847 De overheid roept 2 mei uit tot algemene
biddag. Na twee eerdere jaren met een mislukte aardappeloogst is
er opnieuw door de aardappelziekte, alsmede de hoge graanprijzen, een
ernstig voedseltekort.
1850 De
gemiddelde levensverwachting in de Liemers bedraagt 34 jaar;
dit is in het bijzonder het gevolg van de grote kindersterfte.
1850 Ook in
de tweede helft van de negentiende eeuw gaat de industriele
revolutie vrijwel volledig aan Loerbeek en de Liemers voorbij.
1851 Op dinsdag 9 september vinden voor het
eerst gemeenteraadsverkiezingen plaats. Kiesrecht hebben alleen mannen
vanaf 23 jaar, die voldoende vermogend zijn. In de gemeente Didam zijn
116 mannen stemgerechtigd. Van hen brengen er 110 hun stem uit.
1852 In een heel
jaarverdient een arbeider in de Liemers
ongeveer 300 gulden (135 euro).
1854 Burgemeester
Simons van Doetinchem lanceert een plan om een "kunstweg"
(spoorweg) aan te leggen van Varsseveld via Doetinchem, Wehl, Didam
naar Zevenaar.
1855 Door ijsophoping breken op
zaterdag 3 maart 1855 de Rijndijken bij Bislich
(in de omgeving van Wesel) waardoor ook de Liemers
grotendeels onder water komt te staan.
1855De
windmolen Sint Martinus, die geen voorganger heeft gekend, wordt
in gebruik gesteld.
Sint-Martinus (2008)
Na de voltooiing van de molen in
1855 blijft deze bijna 120 jaar (tot 1973) in gebruik.
In 2007 wordt de molen volledig gerestaureerd en
vervolgens door de Stichting St. Martinusmolen geexploiteerd.
1856 Op 10 januari 1856 wordt Carolus A. L. Baron van
Hugenpoth tot Aerdt (1825 - 1907) burgemeester van de gemeente
Bergh, waartoe ook Loerbeek behoort. Hij blijft dit
bijna 40 jaar tot 23 april 1894, wanneer hij wordt opgevolgd
door zijn zoon Johannes Nepomucenus. Carolus overlijdt op 16
oktober 1907 op 82 jarige leeftijd te 's-Heerenberg.
Carolus A.L.van Hugenpoth tot Aerdt
burgemeester van Bergh van 1856 tot 1894
1857
Hendrikus Neijenhuis begint een timmer-aannemersbedrijf in Beek.
Wanneer het bedrijf, dat in 1927 verhuist naar Arnhem,
in 1957 honderd jaar bestaat, kan het terugzien op de bouw
van een omvangrijk aantal huizen, boerderijen, kerken,
kloosters en utiliteitswerken. Ook talloze gebouwen,
waaronder de dorpskerk in Didam, zijn in de loop der tijd
door het bedrijf gerestaureerd.
1858 Verschijning van
Maria in Lourdes. Ook op de dan overwegend katholieke bevolking
van de Liemers maakt dit diepe indruk. 1859 In het provinciaal
verslag over 1859 wordt gemeld dat in de "geheele Lijmers,
zooals doorgaans weinig heerschende ziekten zijn voorgekomen". Het
wordt toegeschreven aan de "gezond ligging" van deze streek.
1859 De weg Zeddam
- Beek - Didam wordt met grind verhard. Om de kosten te bestrijden
wordt aan de ingang van Bergerbosch de Beeksche Tol gebouwd. De
eerste tolgaarder is Derk Giezenaar, die na zijn dood in 1888 wordt
opgevolgd door zijn zoon Bart.
Tolhuis van Giezenaar aan de Grindweg van
Beek - Zeddam; omstreeks 1900
Links de weg van west naar oost
Rechts de weg van oost naar west
1864 De
uit Geldrop afkomstige Godefridus van Woerkom (1819 - 1892)
wordt in november 1864 pastoor van de R.K. parochie in (Loer)beek.
Hij volgt pastoor Coen Burgers (1800 - 1878) op, die met
emeritaat gaat. Tijdens het pastoraat van pastoor Van Woerkom
wordt in Beek een nieuwe weem (pastorie) gebouwd. In onze
huidige tijd is het een villa, gelegen aan de Martinusstraat 22,
met de naam Volle Wille (Veel Plezier).
Villa "Volle Wille" in Beek
1867 Door
runderpest gaat het grootste deel van de veestapel verloren. Ook
de oogst is slecht waardoor 1867 als rampjaar ervaren wordt.
1868Extreme
droogte in de Liemers veroorzaakt voedseltekort.
1869 De
Begrafeniswet treedt in werking, waardoor voor het eerst in de
geschiedenis de termijn van ter aarde bestelling in het hele land
dezelfde wordt. Doden mogen voortaan niet eerder dan 36 uur en niet
later dan de vijfde dag na overlijden worden begraven.
1870Vooral na
het gereedkomen van de spoorlijn Arnhem - Keulen in 1856 gaan veel
arbeiders uit de Liemers werken in het Duitse Ruhrgebied. Op
maandagochtend staan op de treinstations van o.a. Zevenaar, Babberich
en Elten honderden arbeiders om met de eerste trein naar het
Ruhrgebied te gaan. Arbeiders uit plaatsen als Beek, Didam en
Loerbeek hebben dan al een aantal kilometers lopend afgelegd.
Sommige arbeiders vestigen zich in de loop der tijd definitief in
Duitsland, het merendeel komt echter telkens na een week werken
zaterdagavond thuis.
1872 "Hevig onweder vergezeld van zware hagelstenen
zo groot als pootaardappelen" leiden tot een volledige vernietiging
van het koren op de velden.
1875
Als gevolg van de hardnekkige landbouwcrisis in het laatste
kwart van de 19e eeuw zoeken steeds meer mensen werk buiten
de landbouw, vooral in de bouwvak, zowel in de omgeving als verder weg
in het buitenland.
1877
De congregatie der Zusters van Jezus, Maria en Jozef (JMJ)uit Den Bosch beginnen in Didam met het lager
onderwijs (basisonderwijs) voor meisjes; later gevolgd door
patronaatswerk (1915), huishoudonderwijs in het Pius-X-complex aan de
Kerkstraat en nog later het Buitengewoon Onderwijs voor meisjes.
1878 Op 1e
Kerstdag overlijdt in Beek op 78-jarige leeftijd Coen
Burgers (1800 - 1878), pastoor in de parochie (Loer)Beek van 1841
tot zijn emeritaat in 1864.
1879Op
zaterdag 4 oktober komt de krant De Graafschap-Bode voor de
allereerste keer uit.
Voorpagina van de allereerste editie van
de Graafschap-Bode
De Graafschap-Bode wordt uitgegeven door Misset in Doetinchem.
Op 1 april 1873 begint de grondlegger van het bedrijf, Cornelis
Misset uit Haarlem, een kleine drukkerij in Doetinchem. Op
zaterdag 4 oktober 1879 verschijnt de Graafschap-Bode in een
oplage van 2.000 voor het eerst als een wekelijks
nieuws- en advertentieblad; vanaf 1 maart 1967 verschijnt het
blad dagelijks.
.
1884 Een uitzonderlijk zwaar onweer maakt in juli
een einde aan een zeer droge periode. Beek en Stokkum worden
zo zwaar getroffen, dat overal in de omgeving inzamelingen worden
gehouden om de getroffenen te helpen.
1884 Bakker
Johan Gerardus Reijers bouwt een watermolen, die wordt gevoed
door water uit een aangelegde modderkolk, die de naam 't
Peeske krijgt. In latere jaren vanaf het begin van de 20e eeuw
wordt Beekse Peeske een gezellige uitspanning in het
Bergherbos. In onze tijd vermeldt de ANWB 't Peeske als het
"enige Nederlandse bergmeer".
1886 Na
een zeer droge en warme periode valt het regenwater vanaf eind juli
met bakken uit de hemel waardoor lager gelegen weilanden onder water
komen te staan en het vee opgestald moet worden. Veel boeren zijn niet
in staat om hun vee voldoende bij te voeren. Bij dit alles komt nog
een epidemie van mond- en klauwzeer waardoor 1886 voor veel boeren in
onze omgeving de geschiedenis ingaat als een rampjaar.
1887 Op
dinsdagavond 22 februari omstreeks 22.30 uur wordt de 61-jarige dagloner
G. Dirksen uit Loerbeek op de openbare weg onverhoeds door enige
mannen aangevallen en ernstig mishandeld. De brigadier van de
rijksveldwacht te 's-Heerenberg slaagt erin om de daders, negen in
aantal, allen woonachtig in Didam op te sporen.
1888 Tussen
1878 en 1895 treft een enorme landbouwcrisis Europa. Deze is het
gevolg van import van goedkope landbouwproducten uit de Verenigde
Staten en Canada waardoor prijzen sterk dalen en veel boeren
landarbeiders ontslaan. Werkeloosheid en armoede nemen sterk toe.
Een aantal mensen, ook uit onze omgeving, besluit onder druk van de
omstandigheden voor werk naar het buitenland te vertrekken zoals
naar het Duitse Ruhrgebied en de Verenigde Staten. Voor sommigen is
dit vertrek tijdelijk, anderen vertrekken definitief.
1889 In
1889 trekt een verwoestende hagelstorm over de huizen en
landerijen van (Loer)Beek. De ravage is enorm, kapotte
dakpannen, ingebeukte ruiten en een vernielde oogst, waarbij
rogge, aardappelen en boekweit als mest over de akkers
verspreid liggen. Het zwaarst is het gebied getroffen tussen
de oude pastorie en de Eltense grens. Juist in deze omgeving
staat het eeuwenoude hagelkruis, een lange houten paal van
ongeveer tien meter hoog met daarop een Grieks kruis,
geplaatst met de christelijke intentie geen hagelschade te
krijgen aan gewassen. Toch houdt de bevolking vertrouwen in
het hagelkruis.
De Liemers is een bijzonder gebied als het om hagelkruisen
gaat omdat het het enige in Nederland is, waar in onze tijd
nog hoge hagelkruisen staan. Het hagelkruis in Beek
staat op de lijst van Rijksmonumenten (nr. 9262).
..
1890
De bevolking van Beek telt 775 inwoners waarvan er 79 in Loerbeek
wonen. De R.K. kerk staat in Beek maar de openbare school in Loerbeek.
Op deze school zitten 107 kinderen waarvan 19 leerlingen van de
Diemse hei en 14 uit Kilder. Er
zijn twee onderwijzers en drie onderwijzeressen.
1890De winter van 1890 / 1891 is uitzonderlijk streng. De decembermaand
spant de kroon want sedert het begin van de temperatuurmetingen in 1706 is het alleen
in december 1788 nog kouder geweest.
Op 25 november 1890 gaat de wind uit
het noordoosten waaien en dat is het begin van een langdurige
strenge vorstperiode. De gemiddelde ijsdikte in sloten is in de
loop van december ongeveer 65 cm., plaatselijk wordt zelfs een dikte
van 70-80 cm. bereikt. Mens en dier gaan gebukt onder extreme koude.
Op 19 december vriest bij Elten een grensbeambte dood.
1891 Op
11 maart besluiten 101 Liemerse boeren (68 uit Didam, 19 uit
Zeddam en 14 uit Wehl) tot de oprichting van een cooperatieve
roomboterfabriek, waardoor Didam de primeur heeft van de
allereerste cooperatieve roomboterfabriekbuiten Friesland.
Het kapitaal wordt verkregen door uitgifte van aandelen van f 50,-
(22,50 euro) aan ieder van de deelnemers. De fabriek is al snel een
groot succes en omgevende plaatsen zoals Doesburg in 1892, Zevenaar in
1893, Angerlo in 1894 en Wehl in 1894 volgen.
De Didamse roomboterfabriek omstreeks 1900
1891 De congregatie van de zusters van Sint
Jozef uit Amersfoort, gaat zich in Didam bezighouden met de
ziekenzorg en bejaardenzorg.
1891De weg van
Beek naar Loerbeek wordt met slak (sintels uit de tijd van de
middeleeuwse ijzerindustrie) verhard. De weg wordt al snel "Slakweg"
genoemd.
1892 Op maandag 22 augustus overlijdt in Gendt op 72-jarige
leeftijd Godefridus van Woerkom (1819 - 1892). Hij was pastoor
in de parochie (Loer)Beek van 1864 tot 1874. Tijdens
zijn pastoraat is de kerk in Beek uitgebreid met twee
zijbeuken aan weerszijden van het schip naar plannen van
architect J.H. Wenneker uit Zwolle.
Beek R.K kerk in 1908
1893 In de zomer doen ook in de
landelijke pers verontrustende berichten aangaande de Didamse
notaris mr. P. Kok de ronde. Zijn verblijfplaats is enige tijd
onbekend en hij blijkt geld van Didammers in zijn beheer te
hebben waarmee kennelijk weinig succesvol is gespeculeerd. In
november wordt hij bij koninklijk besluit ontslagen en vertrekt
hij geheel berooid naar Valkenburg. Kok, die notaris in
Didam is geweest vanaf 1885, wordt opgevolgd door notaris
H. van Romond.
Notarishuis in Didam in periode 1882 -1950
1894 Eind
juli 1894 brengt een hevig noodweer gepaard met onweer, storm en
slagregens grote schade toe aan de veldgewassen.
1895 Bij algemene
politieverordening voor de gemeente Didam wordt bepaald dat geen
lijken naar de begraafplaats vervoerd mogen worden anders dan in
behoorlijke en goed gesloten kisten en dat het graf binnen twee uur weer
gesloten moet worden.
1896 In Beek wordt
schuttersvereniging De Eendracht opgericht.
Schutterij De Eendracht, Beek omstreeks 1905
1897 In 's Heerenberg wordt de R.K. Pancratiuskerk
ingewijd.
Interieur van de R.K. Pancratius in
's Heerenberg De
kerk is gebouwd in 1895 - 1897 naar een
ontwerp van de bouwmeester Afred Tepe. Het meubilair en de
kruiswegstaties komen uit de ateliers van W. Mengelberg.
In de toren hangen de drie klokken, die in 1496 door Geert
van Wou zijn gegoten. In het kerkgebouw boven het
priesterkoor hangt een kruis dat in de volksmond het
botterkruus (boterkruis) wordt genoemd, omdat het is
geschonken door iemand die erg rijk van de botersmokkel is
geworden.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn de
pastoor van de Pancratiuskerk (Galama) en de kapelaan (Van
Rooyen) in het concentratiekamp Dachau vermoord. Uit
respect en ter nagedachtenis zijn er na de Tweede
Wereldoorlog enkele glas-in-lood ramen over hun deportatie
en moord in de kerk aangebracht
1897 In
Didam wordt de eerste Boerenleenbank in Gelderland (en
een van de eerste in Nederland) opgericht.
1898 Op 1 juli
komt Henri Vermeulen, op 18 jarige leeftijd als onderwijzer naar
Loerbeek, waar hij gaat werken onder hoofdonderwijzer
A.F. Wevers. In 1910 wordt Vermeulen hoofd van deze school. Dit
blijft hij totdat hij in 1925 hoofd wordt van de R.K. school in
Beek.
De uit het Limburgse Venray afkomstige Vermeulen (1880 - 1984)
blijft vanaf 1898 zijn hele verdere lange leven wonen en werken
in (Loer)beek, waar hij veel betekent voor de
dorpsgemeenschap.
Het gezin van hoofdonderwijzer Vermeulen omstreeks 1926
1900 Door de natte zomer moeten de boeren veel
hooi noodgedwongen nat en halfnat binnenhalen. Daardoor treedt
regelmatig hooibroei en (beginnende) hooibrand op. Hooibergen moeten
worden omvergehaald. Veel hooi, dat nog niet bedorven is, gaat verloren
omdat gebroeid hooi geen smaak en kracht heeft
1902 In de winter van 1902 wordt de Didamse
onderwijzer J. Jongbloed ernstig ziek. Hij lijdt aan de gevreesde
tuberculose (t.b.c.). Het Didamse gemeentebestuur wil hem
ontslaan, maar zijn collega's vragen om dit niet te doen. De
onderwijzersorganisatie biedt bovendien aan het salaris voor een
plaatsvervanger te betalen. Desondanks wordt onderwijzer Jongbloed
ontslagen zonder enige financiele uitkering. Enkele dagen later
overlijdt hij. Hoezo goede oude tijd?
1907 Op woensdag 16 oktober 1907 overlijdt op 82 jarige
leeftijd Carolus A. L. Baron van Hugenpoth tot Aerdt (1825 -
1907), burgemeester van de gemeente Bergh, waartoe ook Loerbeek
behoort, van 1856 tot 1894. Hij wordt op maandag 21 oktober op
het R.K. kerkhof in 's-Heerenberg bijgezet in het familiegraf.
In memoriam Carolus A.L.van Hugenpoth tot Aerdt
burgemeester van Bergh van 1856 tot
1894
1908 Het gasthuis /
ziekenhuis in de Didamse Raadhuisstraat gaat van start.
Het voormalige gasthuis in Didam aan de
Raadhuisstraat
1910 Henri
Vermeulen (1880 - 1984) wordt hoofdmeester op de school in Loerbeek,
waar hij al vanaf 1898 als onderwijzer werkzaam is.
De oorspronkelijk uit het Limburgse Venray afkomstige Vermeulen
blijft zijn hele verdere lange leven wonen en werken in
(Loer)beek, waar hij veel betekent voor de
dorpsgemeenschap.
Klassenfoto Openbare Lagere School
in Loerbeek gemaakt op 27 juni 1899
Tweede man van links op de achterste rij is meester
Vermeulen Hoewel de school in Loerbeek staat, wordt op het bordje Beek
vermeld. Kennelijk tilt men hier niet erg aan.
1910 Op 15
november wijdt aartsbisschop Van de Wetering de nieuwe kerk in Loil,
een van de oudste buurtschappen van Didam, plechtig in.
Wanneer een jaar later ook in Dijk bij Didam een
nieuwe R.K. kerk wordt ingewijd heeft de gemeente Didam
in korte tijd twee nieuwe R.K. parochies.
De R.K. kerk in Loil in 1910
1912 Op
maandagochtend 12 februari wordt Beek en omgeving opgeschrikt
door een kindermoord, die de dag tevoren heeft plaatsgevonden.
Deze moord zou de gemoederen lange tijd bezig houden Een
zevenjarig meisje, Maria Hartjes, dat op zondagmiddag om ongeveer 4 uur
naar de winkel van Ten
Benzel wordt gestuurd om lucifers te halen, komt tot grote
ongerustheid van de ouders niet terug. De ouders zoeken tevergeefs. Om
tien uur wordt de marechaussee gewaarschuwd, die tot drie uur eveneens
zonder resultaat zoekt. De volgende ochtend wordt in het bos niet ver
van de ouderlijke woning het lijk gevonden. Het kind blijkt te zijn
misbruikt en gewurgd. Intensief politiewerk zou niet leiden tot
veroordeling van een dader.
Diverse betrokkenen bij de afschuwelijk
kindermoord in Beek
In de cirkel het vermoorde meisje: Maria Hartjes; 1 en 2: de ouders van
Maria; 3: de 25 jarige Christine Gottsman uit Emmerik, die een
veldarbeider als mogelijke dader vermoedt; 4: de heer Semmelink, die
belangeloos zijn auto ten dienste van het opsporingsonderzoek afstond;
5: een wachtmeester van de marechaussee de heer G. Kelder; 6: een Duitse
politiehondbegeleider; 7: journalist Themans; 8 commissaris van politie
Maixner uit Emmerik; 9 de heer H. Keuning, journalist uit
Doesburg
1913 De
verkoop van eieren wordt een steeds belangrijker bron van inkomsten. Om
de prijsvorming in gunstige banen te leiden wordt in 1913 de Beekse
Eierbond opgericht door August Gerritsen (1872-1942).
Bestuur en medewerkers van de Beekse Eierbond
bij het 25-jarig jubileum in 1938
Zittend v.l.n.r. Gerhardus Hendriksen (secretaris), Johannes
Tiemessen (voorzitter), Augustinus Wilhelmus Gerritsen
(oprichter), Augustinus Alphonsus Gerritsen (boekhouder) Staande
v.l.n.r. J. Tomassen, A.Putman, Th. Kruus en A. Keurntjes
(pakker)
1914 Op vrijdag 31 juli om 12.10 uur kondigt
de Nederlandse regering een militaire mobilisatie aan. Korte
tijd later breekt een weerzinwekkende oorlog (W.O. I 1914 - 1918)
uit waarin 10 miljoen mensen omkomen. Hoewel Nederland buiten het
oorlogsgeweld blijft, gaat ook in de Liemers de bevolking gebukt onder
angsten, onzekerheid, tekorten, ondervoeding, werkeloosheid en
armoede.
De Nederlands-Duitse grens (1915) met staand
vooraan links de Loerbeekse meester Henri Vermeulen,
gekleed in een Nederlands uniform omdat hij gedurende de Eerste
Wereldoorlog gemobiliseerd is en lid is van de Nederlandse
grenswacht Elten - Beek.
De beek op de afbeelding vormt de grens tussen Nederland en
Duitsland. Aan de rechterzijde van de beek zien we Duitse
soldaten.
1915
Door de oorlogssituatie (alle buurlanden zijn in de Eerste
Wereldoorlog verwikkeld) ontstaan tekorten, waardoor de prijzen
stijgen en de armoede ook in Loerbeek snel toeneemt.
Daarentegen zijn er ook velen die door de smokkelhandel met
Duitsland snel en grof geld verdienen.
Smokkelaars aangehouden door douaniers Op de achtergrond Eltenberg
Schilderij van Maximiliaan Kitzinger (1871)
1916 De
oorlog in Europa veroorzaakt ook in Loerbeek extreme
armoede.Elders in Europa is de burgerellende vaak nog
vele malen groter, getuige ook de aankomst van een groep
ondervoede Oostenrijkse kinderen (afbeelding hiernaast) om in
Nederland aan te sterken.
1917
Piet Pennards, beter bekend als "Piet van de Tol", wordt
eigenaar van "Hotel Juliana" in Zeddam. Deze op de kruising van
de wegen naar Beek, Terborg, 's-Heerenberg en Zeddam
gelegen uitspanning, die zich bevindt op de plaats waar tot het
begin van de 20e eeuw tol is geheven, wordt in latere jaren "Het
Tolhuis" genoemd. In de jaren dertig legt Piet een speeltuin aan
met onder meer een carrousel, glijbaan, schommels, rekstokken,
uitkijktoren en draaitrommels.
Piet van de Tol
halverwege 20e eeuw
Advertentie van Hotel Juliana
gelegen op de weg van Beek naar
Zeddam(1921)
Advertentie omstreeks 1934
Ansicht, jaren dertig
1917 In Didam
gaat het Rijks Quarantaine Station van start, waar in totaal
ongeveer 2500 deserteurs van vele nationaliteiten worden ondergebracht.
Zieke militairen worden in afzondering verpleegd in houten barakken.
Naast influenza is tuberculose (vliegende tering) een besmettelijke
aandoening, die aan velen het leven kost. Directeur wordt de Didamse
dominee Stork. Na de opheffing in 1919 worden de houten barakken
gebruikt voor een kinderkamp, waar in de periode 1919 tot 1929
ongeveer 4000 verzwakte stadskinderen worden ondergebracht om weer op
krachten te komen. Directeur van het kinderkamp wordt eveneens dominee
Stork.
Quarantaine-station Didam in 1918
Links: Per speciale "lazeret" trein worden deserteurs na verblijf in het
Didamse Rijks Quarantaine station naar eigen land vervoerd.
In het midden met hoed op het hoofd: de directeur van deze inrichting,
dominee G. Stork Rechts: Twee zieken, een verpleegster en het directeursechtpaar.
Zieke militairen worden in afzondering verpleegd in houten barakken. Naast
influenza is tuberculose (vliegende tering) een besmettelijke aandoening,
die aan velen het leven kost.
1918
Op 11 november komt een eind aan een onvoorstelbaar bizarre
en gruwelijkeoorlog (Wereldoorlog I). Een groot deel
van de Europese, vooral mannelijke jeugd, is afgeslacht. Naast de
ongeveer 9 miljoen(!) dodelijke slachtoffers, zijn vele miljoenen
levens geknakt en gezinnen kapot gemaakt. Nederland en ook de Liemers
zijn de dans ontsprongen maar hebben wel de ontberingen (armoede) van
de oorlog gekend.
1918Op 27 mei meldt
het persbureau Reuter dat de Spaanse koning alsmede Spaanse ministers
lijden aan een geheimzinnige aandoening, die later de
geschiedenisboeken ingaat als de Spaanse griep van 1918. Een
aandoening waaraan wereldwijd 20 miljoen mensen sterven. Omstreeks 10 juli komt de Spaanse griep de Liemers binnen,
nadat in Elten en Emmerik enkele honderden gevallen van griep zijn
geconstateerd.
De wereldwijde influenza-epidemie teistert ook Didam en
omgeving. De Graafschap-Bode van 19 november 1918 meldt: "Overal,
in 't binnenland hoort men van ziekte en sterven. In de dorpen luidt
dag aan dag de doodsklok".
Begrafenis in 1918 van een gedeserteerde Franse soldaat, overleden in
het Rijks Quarantainekamp in Didam.
1919 Het
Didamse spoorwegstation gebouwd in 1884 krijgt er over de
hele lengte een verdieping boven op.
Station Didam in 1950
In 1973 wordt het station afgebroken en vervangen door het station
wat er heden ten dage nog is.
1920
In Didam wordt een R.K. middelbare land-en
tuinbouwwinterschool opgericht. In de zomer zijn er geen lessen
omdat de boerenzonen op de boerderij nodig zijn. Deze middelbare
landbouwschool heeft een belangrijke regionale functie gehad.
1922 Op
3 januari wordt in Didam het nieuwe gebouw van de Land- en
Tuinbouwschool in gebruik genomen. Ook veel boerenzonen uit Loerbeek bekwamen
zich in de loop der tijd op deze school. In 1956 wordt de naam
van de school veranderd in "middelbare land- en
tuinbouwschool".
Land- en
tuinbouwschool in Didam (1922)
1924
Omstreeks deze tijd gaat de NV Lobitsche Auto-Dienst (L.A.D.)
van start, die een autobusdienst onderhoudt tussen Spijk,
Tolkamer, Lobith, Babberich en Zevenaar. Ook vervoeren bussen
van de L.A.D. onder meer personeel uit Lobith, Beek en Loerbeek
naar de Philipsfabriek in Doetinchem.
1925 Een
legendarisch noodweer, bekend onder de naam stormramp (ook wel
cycloon) van Borculo, trekt in de vroege avond van maandag
10 augustus over Brabant, via Nijmegen, Liemers en Achterhoek naar
Twente en uiteindelijk naar Duitsland. Borculo wordt geteisterd door een
onvoorstelbare tornado met een diameter van tussen de een en twee
kilometer. Er vallen vier doden en tachtig gewonden. Ook de buurtschap
Dijk bij Didam wordt zwaar getroffen.
Het dagblad "Het Vaderland" schrijft op
dinsdag 11 augustus: "Het hevige noodweer heeft gisteravond de
buurtschap Dijk nabij Didam eveneens ernstig geteisterd. De bewoners
van deze buurtschap zagen plotseling een hooge grijze zuil, welke
steeds nader kwam, en welke op haar weg alles meesleurde. Niet
minder dan elf woningen werden vernield. Een man en een vrouw werden
tientallen meters weggeslingerd."
De avondeditie van de NRC schrijft, ook op 11 augustus 1925:
"Gisteravond heeft zich in de omgeving van Didam een noodweer
ontlast, zooals zelden in ons land is voorgekomen. Tegen halfzeven
kwam de bui uit het Zuiden aanzetten. Een hevig onweer, gepaard met
een slagregen, was de inleiding. Daarna kwam een stevige wind
opzetten, die allengs in kracht toenam. Plotseling bemerkten de
verschrikte bewoners van Didam, dat van de Zuidzijde, van den kant
van de Babbericher Allee, een hoos kwam aanzetten, een wervelwind,
die met geweldige kracht alles wat hij op zijn weg tegenkwam, in het
rond smeet."
1926 De
uit Nieuwer Amstel afkomstige J.A.M. Dunselman wordt huisarts in
Didam. In de periode 1926 tot 1940 is hij de enige
huisarts in Didam en omgevende dorpen. Hij blijft meer dan
dertig jaar een zeer geliefd huisarts totdat hij in 1960 om
gezondheidsredenen de praktijk moet beeindigen.
Dokter Dunselman (1896 - 1970)
1927Pastoor
Van Angeren viert dat hij 25 jaar pastoor in Beek is. Zijn
pastoraat vormt het hoogtepunt van het Rijke Roomse leven in de parochie
Beek.
Bij het 25-jarig pastoorsfeest van de Beekse
pastoor Van Angeren in 1927 marcheert schutterij Eendracht
mee in de optocht. De ereboog is opgesteld bij cafe Ten
Bensel.
Op deze afbeelding van het feest van de Beekse
pastoor Van Angeren zit de jubilaris in het midden met
links van hem kapelaan Krabbenborg en rechts August Gerritsen.
Staand v.l.n.r.: Toon Neijenhuis, meester Vermeulen, Hent
Gerritsen, Jentje Hendricksen, Jan Keurntjes, Hein Gerritsen,
Antoon Gerritsen, Nierus Hendricksen, Hent Wools, meester Krudde,
Jan Tiemessen, Gradus Neijenhuis, Peter Meisters, Adriaan
Wolswijk, Jan Reijers, Jan Berendsen en Dorus Putman
1928 Op 6 juli
overlijdt de legendarische Beekse pastoor Van Angeren. Hij wordt
op 3 augustus 1928 opgevolgd door Henricus Peters, die tot 8
oktober 1940 pastoor in Beek blijft.
Pastoor Peters (1883 - 1963)
1928 Op 13
september wordt het Theresiaziekenhuis aan de Hofstraat in 's
Heerenberg geopend.
Het Theresiaziekenhuis aan de Hofstraat in 's
Heerenberg is genoemd naar de moeder van Pastoor van
Sonsbeeck uit Stokkum omdat de pastoor 10.000 gulden schonk.
1929 Een
van de zwaarste winters van de 20e eeuw. De hevige koude
duurt van januari tot half maart. Er zijn vele meldingen van
afgevroren oren en ledematen. Op 11 februari vriest in
Steenderen een melkrijder tijdens zijn dagelijkse rit op zijn
wagen dood. De problemen zijn overal groot, ook al door de
veelal eenvoudige niet geisoleerde huizen, waardoor de snijdende
vrieswind naar binnen waait.
Een beeld van de dichtgevroren Rijn bij
Pannerden in 1929. Ook met auto's wordt over de Rijn
gereden.
1929 Op 14 juli
wordt in Beek voetbalclub R.K.B.V.C. (Rooms
Katholieke Beekse Voetbalclub) opgericht. Tot de
oprichters behoren de heren J. Claus en Jac. Beening. Aanvankelijk is de
Beekse pastoor Peeters fel gekant tegen het voetballen in korte broeken
maar door tussenkomst van de 's-Heerenbergse kapelaan Marinus Van
Rooyen schuift pastoor Peeters zijn bezwaren terzijde. Omdat in
de omgeving van Beek meerdere clubs zijn met een ongeveer
gelijkluidende naam wordt na de Tweede Wereldoorlog de naam BVC
veranderd in 't Peeske.
Het elftal en bestuursleden van BVC omstreeks 1933 eerste rij v.l.n.r.: B.
Jansen, J. Weijenbarg en A. Roes,
tweede rij v.l.n.r.: W. Fielt, W. Limbeek, A. Kruus
derde rij v.l.n.r.: W. Beening, B. Zweden,
W. van Jaaren, J. Nuy en L. Hetterscheid
vierde rij: Jac. Beening, R. Putman, kapelaan Sterneberg, H.
Hermsen, Th. Putman
1929 De positieve
ontwikkelingen van de jaren twintig worden bijzonder wreed verstoord
door de beurskrach op dinsdag 29 oktober; het begin van een langdurige
wereldwijde recessie / depressie.
1930Loerbeek wordt door de P.G.E.M.
(Provinciale Gelderse Electriciteit Maatschappij, voorganger van de
NUON) aangesloten op het elektriciteitsnet.
1930De vereniging "Kevelaersche Processie de Lijmers"
viert in oktober haar 60-jarig jubileum. De Utrechtse
aartsbisschop J.H.G. Jansen zet met zijn komst naar de Liemers
het jubileum luister bij. Maria-bedevaarten naar het Duitse
Kevelaer zijn in deze tijd enorm populair onder de katholieken
in de Liemers.
1931 Ondernemer G.A. Bodt uit Beek krijgt
in april 1931 van Gedeputeerde Staten van Gelderland vergunning voor het
onderhouden van een autobusdienst op het traject Kilder, Wehl, Loil,
Didam, Nieuw Dijk, Babberich, Oud-Zevenaar, Ooy, Groessen, Loo,
Westervoort, Arnhem v.v.. Enkele maanden later in augustus 1931 besluit
Bodt echter af te zien van de verleende vergunning waarna deze wordt
ingetrokken.
1931 Op
vrijdag 15 mei viert Hermanus J. Smit, burgemeester van de
gemeente Bergh waartoe in deze tijd ook Loerbeek
behoort, zijn 25 jarig ambtsjubileum. Smit is burgemeester van
Bergh van 15 mei 1906 tot 31 augustus 1935.
Foto t.g.v. het 25 jarig ambtsjubileum van burgemeester Smit op
vrijdag 15 mei 1931
1932
Op 22 mei wordt het treinstation Babberich, aan
de internationale spoorlijn Zevenaar - Emmerik, na
35 jaar dienst te hebben gedaan, gesloten. Van de
halteplaats is vooral gebruik gemaakt door arbeiders, ook uit
(Loer)Beek, die in Duitsland werken. Velen komen op
klompen, vandaar dat wel gesproken wordt van
"klompentrein".
Het eenvoudige houten stationnetje van Babberich
Pentekening M. Wenting Giesen
1935 Er bestaan gevorderde
plannen om het Twente-Rijnkanaal door de Liemers te
leiden.
Realisatie van het Twente-Rijnkanaal door de
Liemers kan de lokale industrie een impuls geven. Het kanaal (zie
plantekening) moet lopen ten zuiden van Wehl, Didam en
Zevenaar en tussen Pannerden en Lobith uitmonden in de Rijn.
Het plan is nooit gerealiseerd wellicht mede door
de naderende Tweede Wereldoorlog.
Ongeveer zeventig jaar later zal een in
economisch opzicht uiterst omstreden plan "de Betuwelijn"
wel geeffectueerd worden en de westelijke zijde van de
Liemers splijten.
1936 In Beek wordt het 500-jarig
bestaan gevierd van het Sint-Jansgilde, dat stamt uit de
middeleeuwen. Tot de oorspronkelijke taken van een gilde behoren het
beschermen van leden van de buurschap in hun rechten door regels te
maken voor een ordelijke gang van zaken alsmede het bescherming bieden
tegen vijandige aanvallen van buiten.
Het bestuur van het Sint-Jansgilde in 1936 bij
het 500-jarig jubileum.
V.l.n.r. staan: Neijenhuis, Hansen, A. Hendricksen, Kruus, Wools,
H. Hendricksen en Van Boxem; v.l.n.r. zitten: Heuijnk, Janssen,
Splithof, Lambooij, Hendriksen en Lammers.
1937 De congregatie van de fraters van
Utrecht begint in Didam met het buitengewoon onderwijs voor
jongens.
1937
Op woensdag 10 maart overlijdt Gradus Neijenhuis (1859 -
1937). Vele jaren heeft hij leiding gegeven aan het in 1857
door zijn vader Hendrikus Neijenhuis in Beek
gevestigde aannemersmaatschappij Neijenhuis.
Een grote bijzonderheid is dat Gradus in samenwerking met
molenaar Kreeftenberg een molen in de Zaanstreek in zijn
geheel heeft afgebroken en vervolgens op twintig boerenwagens
over een afstand van 125 km heeft vervoerd naar Beek
en daar weer heeft opgebouwd.
.
1937 In
oktober viert katholiek Didam dat de Sint Martinuskerk honderd
jaar geleden is ingewijd. Het initiatief voor de viering gaat uit van de
Didamse pastoor-deken Reuvekamp. Enige prominente Didamse katholieken (omstreeks 1920)
V.l.n.r: kapelaan G.C. Smit, H. Verhey (directeur landbouwschool),
kapelaan van der Heijden, pastoor Reuvekamp, A. van Romondt (notaris) en
kapelaan Buve.
1938 De
legendarische priester-redenaar Henri de Greeve SJ (1892 - 1974)
richt de "Bond zonder Naam" op om de naastenliefde te
bevorderen. Voor zijn wekelijkse radio-uitzending het Lichtbaken op
zaterdagavond blijven veel katholieken ook in Loerbeek graag
thuis.
1938 Theet Kaal wordt eigenaar van 't Peeske in Beek en
ontwikkelt het tot een regionaal uitgaanscentrum. Er komt een
speeltuin en op het meertje komen waterfietsen en roeiboten. Kaal
blijft eigenaar tot hij in 1958 restaurant 't Hazepad (in onze tijd
"De Bourgondier") aan de Arnhemseweg in Beek bouwt.
bergmeertje 't Peeske met spelende kinderen Kaal (1948)
speeltuin 't Peeske met spelende kinderen Van
Keulen (1 september 2012)
1938 Met de
huisvesting is het in de eerste helft van de 20e eeuw soms nog erg
slecht gesteld, zoals blijkt uit de Graafschap-Bode van 1938.
Uit de Graafschap-Bode (1938): "In de
gemeente Wehl aan een smal wegje naar Nieuw-Wehl staat een
steenen schuurtje: vier muren en een dak. Een vloer bezit het
kot niet, evenmin behoorlijke vensters, of men zou de met
planken dichtgespijkerde gaten voor zoodanig moeten houden. Van
de dakpannen zijn er velen door de lieve jeugd stuk gegooid en
de deuren kan men kwalijk nog zoo noemen ( ). Reeds ongeveer 10
jaar leeft Dien Damen hier ( )."
Vergelijkbare toestanden kan men in de eerste
helft van de 20e eeuw nog overal aantreffen.
1939 In verband
met het dreigend oorlogsgevaar kondigt de Nederlandse regering op
maandag 28 augustus de algemene mobilisatie af. Honderden extra
treinen worden ingezet en binnen enkele dagen zitten 280.000 soldaten op
hun post. De bevolking krijgt een verbod om te hamsteren.
Bij de afkondiging van de mobilisatie is het eind augustus juist
kermis in Beek. Aangezien ook alle dienstplichtigen uit (Loer)Beek
onder de wapenen moeten duurt de kermis van 1939 maar tot maandag.
1940 De
legendarische hoofdmeester Henri Vermeulen gaat met
pensioen.
De oorspronkelijk uit het Limburgse Venray afkostige Vermeulen
kwam in 1898 naar de Liemers, waar hij zijn verdere (lange)
leven woonachtig blijft en van grote betekenis is voor de (Loer)Beekse
dorpsgemeenschap. Vermaard is in het eerste deel van de
20e eeuw de hechte vriendschap tussen pastoor Van Angeren,
boswachter Peter Meisters en Henri Vermeulen waardoor ze wel
de "drie Goden" worden genoemd.
Ook na zijn pensionering blijft Vermeulen zich inzetten voor
de plaatselijke gemeenschap. Enkele dagen voor zijn 104e
verjaardag overlijdt de (Loer)Beekse oud-hoofdonderwijzer op
zondag 29 januari 1984.
Het onderwijzend personeel van de lagere school in Beek
met pastoor Peters en meester Vermeulen met echtgenote A.Reijers
1940 Op donderdag
9 mei worden de straten in 's-Heerenberg met prikkeldraad afgesloten.
Midden in de nacht van donderdag 9 op vrijdag 10 mei barst het geweld
los en de Duitse inval is een feit. De marechausseekazerne, het
douanekantoor en het postkantoor worden omsingeld. Telefoonverbindingen
worden onklaar gemaakt. In de zeer vroege ochtend van 10 mei trekken
Duitse legercolonnes te voet en te paard door de straten van
's-Heerenberg. De aan de grens gelegerde Nederlandse militairen worden
als krijgsgevangen afgevoerd.
Wim Berntsen (foto bidprentje) geboren te
Loerbeek op 2 augustus 1920 sneuvelt op de Grebbeberg op
maandag 13 mei (Tweede Pinksterdag) 1940 op 19-jarige leeftijd.
Als oudste van de negen kinderen van het molenaarsgezin Berntsen
is hij voorbestemd zijn vader als molenaar op te volgen maar het
lot beslist anders.
1940 Op 8 oktober wordt Albertus Hendrix (1887 - 1961) de
nieuwe pastoor van Beek als opvolger van pastoor Peters.
Hendrix blijft bijna 9 jaar tot 8 april 1949 pastoor in Beek.
Pastoor Hendrix (links) wordt in Beek ingehaald. Naast hem
kapelaan Oosterbaan.
1941 Op 13 januari
richt kardinaal De Jong zich in een schrijven tot de Nederlandse
katholieken. Met nadruk verklaart hij dat zij geen lid mogen zijn van de
N.S.B. Ook is het hen niet toegestaan openlijk te sympathiseren met deze
partij. Het N.S.B.-lidmaatschap wordt dus expliciet verboden. Een
buitengewoon dappere taal in oorlogstijd. Voor de overwegend katholieke
bevolking van Loerbeek is dit een extra argument verre te
blijven van de N.S.B.
1942 Ook in Loerbeek
gaan de mensen gebukt onder barre winterse omstandigheden in de koudste
winter sedert 1789. De periode 18-27 januari 1942 is de koudste periode
van tien dagen in de 20e eeuw. In de nacht van 26 op 27 januari worden
minima gemeten van ongeveer -25 graden C. Mensen doen er alles aan om de
kachels brandend te houden. De koude blijft tot in de derde week van
maart.
1942 De
's Heerenbergse pastoor Galama en zijn kapelaans M. van
Rooijen en R. Hegge, die de plaatselijke bevolking waarschuwen
tegen de leer van de NSB, worden door de Duitsers opgepakt. Jan
Galama en Marinus van Rooyen overlijden in 1942 in Dachau na
vele mishandelingen te hebben ondergaan. Naar Martinus van
Rooyen wordt na de oorlog de voetbalclub MvR genoemd.
Kapelaan Regnerus Hegge is door de Duitsers overgebracht naar het
concentratiekamp Bergen Belsen, waar hij ernstig is mishandeld maar in
mei 1945 wordt bevrijd.
Op bovenstaande foto
uit 1935 t. g. v. een onderwijsjubileum zien we ondermeer
pastoor Galema en kapelaan van Rooyen.
Zittend v.l.n.r. kapelaan Kloppenborg, kapelaan van Rooyen
(vermoord in Dachau in 1942), onderwijzeres Mensing, Elsje
Egbers (dochter van het hoofd der school), juffrouw
Renee (vriendin van juffrouw Vallinga), juffrouw Vallinga
(onderwijzeres), G.J. Egbers (hoofd der school), pastoor
Galema (vermoord in Dachau in 1942) en de heer J. Thuis
(schoolbestuur). Staand v.l.n.r.
Louis van Keulen, onbekend, mevrouw A.M.
Egbers-Tielkes (echtgenote van het schoolhoofd) en onderwijzer
Ten Velde. Deze informatie is in september 2009 ontvangen van dhr. H.
Egbers uit Baarle-Nassau, zoon van het hoofd der school.
1943
Op 12 maart stort een door de Duitsers neergeschoten
Engelse bommenwerper op de boerderij van de familie Giezen-Jordens
aan de Zuidermarkweg in Beek. Hierbij komen naast de acht
bemanningsleden van het vliegtuig ook Johannes Giezen (50 jaar) en
zijn zoons Wim (18 jaar) en Bernard (16 jaar) om het leven. Giezens vrouw en de vier jongste kinderen, Toon, Lies, Mieneke
en Jan, hebben de ramp overleefd.
Jan Giezen en zijn zoons Bernard en Wim
(rechts)
Bij de ramp gaat alles van het gezin Giezen in vlammen op. Om toch
een tastbare herinnering te hebben aan hun overleden familieleden
zijn hun pasfoto's opgevraagd bij een ministerie in Den Haag. Aan
de hand daarvan is het gezamenlijk portret van vader Giezen en
zijn twee zoons getekend (zie afbeelding).
Aangetrokken door het geronk van de aanstormende
bommenwerper is Giezen met zijn oudste zoon Wim naar buiten gerend
om poolshoogte te nemen. Bernard gaat even later ook naar buiten,
maar is waarschijnlijk nog binnen wanneer het toestel neerstort.
Hij wordt de volgende dag (13 maart) dood gevonden. De stoffelijke
resten van zijn vader en broer worden pas later gevonden. Allen
zijn op 20 maart begraven op het rooms-katholieke kerkhof van Beek,
naast de acht omgekomen bemanningsleden van het vliegtuig.
1944 Op
22 februari bombarderen Amerikaanse vliegtuigen de binnenstad
van
Nijmegen waarbij bijna 800 burgers om het leven komen.
Onder de dodelijke slachtoffers ook de 22 jarige Maria J. Thus uit Loerbeek. Zij is de dochter van Antonius Thus en Maria A.
Heusingveldt.
1944 Op
maandag 2 oktober worden Hein Thuis uit Loerbeek en Toon
Bosman uit Beek door een vliegtuigkogel getroffen. Hein Thuis
is op slag dood en Jan Bosman overlijdt een dag later aan zijn
verwondingen. Ze waren op weg om bij Zevenaar voor de Duitsers
loopgraven te graven wanneer ze bij Didam door een vliegtuig worden
beschoten.
Op zaterdag 7 oktober wordt in de verre omtrek de lucht donker tijdens
het vreselijke geallieerde bombardement op Emmerich dat binnen een uur voor 97% verwoest wordt door
honderden Lancasters van de Royal Air Force. Meer dan 2.400 gebouwen
worden daarbij getroffen en er vallen vele honderden doden. Ook in Beek en Loerbeek is de luchtdruk van de
ontploffende bommen duidelijk te voelen en overal dwarrelen stukjes
papier door de lucht.
1944 Tijdens
een razzia op dinsdag 24 oktober 1944 in Enschede worden enige
duizenden mannen door de Duitsers opgepakt en op transport
gesteld naar Bergh en omgevende plaatsen waar ze moeten werken
aan de Duitse verdedigingslinie, de zogenaamde Westwall. Na de
oorlog betuigen deze dwangarbeiders hun dank aan de lokale
bevolking. Zo verschijnt op vrijdag 31 augustus een
dankbetuiging van deze Westwallarbeiders, die in Loerbeek
ondergebracht zijn geweest.
Dankbetuiging van Westwallarbeiders aan inwoners van
(Loer)Beek in Kerkblad voor Bergh op 31 augustus 1945
1945 Op
maandag 22 januari wordt de 19 jarige Beekse verzetsstrijder
Wim Moorman in het Friese Dokkumbij het
verrichten van verzetsactiviteiten door de Duitsers dood
geschoten. Ondanks
zijn jonge leeftijd heeft Wim vele honderden vaak uiterst
riskante verzetsdaden verricht. Op 22 januari 1945 wordt hem
dit helaas noodlottig.
Wim Moorman (1925 - 1945)
Op 26 mei 1945 wordt Wim Moorman op het kerkhof in Beek herbegraven.
1945 Op
woensdagmiddag 26 maart, luttele dagen voor de bevrijding, wordt
Marietje Hasenbrink lopend op weg naar huis in Loerbeek
dodelijk getroffen door een mitrailleursalvo uit een geallieerd
vliegtuig.
1945Op 1
april, eerste Paasdag, komt met de komst van de Canadezen ook
voor Loerbeek een eind aan een oorlog.
Tanks van het Canadese Eerste Leger rijden
zondagochtend 1 april 's Heerenberg binnen.
1945 Op
koninginnendag 31 augustus, (geboortedag van koningin
Wilhelmina) wordt bij het gildegebouw in Beek een
monument onthuld als eerbetoon aan de Canadese soldaten, die bij
de bevrijding van (Loer)Beek en omgeving gesneuveld
zijn.
Monument voor de gesneuvelde Canadese soldaten
dat in latere jaren (helaas) weer wordt afgebroken
1946 Uit
dankbaarheid voor het behoud van de Beekse parochie gedurende de
oorlogsjaren wordt door de afdeling Jonge Boeren van (Loer)Beek
een Mariakapel opgericht. Dit kapelletje wordt op 15 augustus
1946 ingewijd. De Mariakapel van Beek en Loerbeek staat
aan de Zuidermarkweg / hoek Kerkhuisstraat en is een
gemeentelijk monument.
1947 Met
86 vorstdagen is 1947 de strengstewinter van
de 20e eeuw. Sinds mensenheugenis veroorzaken koude winters
grote problemen. De snijdende vrieswind waait door de eenvoudige
niet geisoleerde woningen en dorpen worden onbereikbaar. Vaak
wordt melding gemaakt van afgevroren oren en ledematen, soms ook
van mensen die doodvriezen. Andere zeer koude winters sedert
1870: 1871, 1880, 1891, 1929, 1940, 1942, 1956 en
1963.
IJsbrekers op de Rijn bij Lobith in de koude winter van 1940
1948 Op 12 december onthult kardinaal de
Jong, aartsbisschop van Utrecht, in 's Heerenberg het
oorlogsmonument de Goede Herder ter nagedachtenis aan de vele
oorlogsslachtoffers in de gemeente Bergh.
Onthulling van het oorlogsmonument
op 12 december 1948 door kardinaal de Jong.
Onder de op het monument vermelde
oorlogsslachtoffers staan ondermeer Wim Berntsen, die op 13 mei op de
Grebbeberg is gesneuveld, alsmede
Jan Giezen en zijn zoons Bernard en Wim, die in 1943 door
oorlogsgeweld zijn overleden; voortspastoor Galama en kapelaan M. van Rooijen, priesters werkzaam
in de R.K. Kerk te 's-Heerenberg. Tijdens de Tweede Wereldoorlog
waarschuwen beide priesters de plaatselijke bevolking voor de
leer van de NSB; ook hun collega kapelaan R. Hegge doet
dit. De drie priesters worden door de Duitsers opgepakt. Jan
Galama en Marinus van Rooyen overlijden in 1942 in Dachau
na vele mishandelingen te hebben ondergaan. Naar Martinus
van Rooyen is de voetbalclub MvR genoemd.
Kapelaan Regnerus Hegge is door de Duitsers overgebracht naar
het concentratiekamp Bergen Belsen, waar hij ernstig is
mishandeld maar in mei 1945 wordt bevrijd.
1948 De firma
Eysbout - Lips uit Asten plaatst drie klokken in de kerktoren
van Beek. Ze vervangen de drie door de Duitsers
tijdens de Tweede Wereldoorlog in 1943 geroofde klokken.
Halverwege de 20e eeuw vervullen de kerkklokken in de parochie
(Loer)Beek een belangrijke, ook sociale, functie.
R.K. Kerk in Beek met H. Hart beeld (2013)
1949 Op
maandag 11 juli wordt de 21-jarige soldaat Jo Bod uit Loerbeek
in de omgeving van Magelang op Midden-Java vermist. Zijn
lichaam wordt nooit meer gevonden en als overlijdensdatum
wordt 11 juli 1949 aangehouden.
Jo Bod is gesneuveld kort voordat in augustus 1949 een eind
komt aan de gevechten tussen Nederlandse soldaten en
Indonesische nationalisten. In december 1949 erkent Nederland
de soevereiniteit van Indonesie.
Johannes L. W. Bod
(1928 - 1949)
1949 Meer
dan zevenduizend bezoekers luisteren op een stralende zondag (14
augustus) op een terrein in Nieuw-Dijk bij Didam in de
openlucht naar een preek van de uiterst populaire
priester-redenaar Henri de Greeve. Een van de vermaarde
uitspraken van pater de Greeve is: "Verbeter de wereld, begin
bij jezelf".
Henri de Greeve (1802 - 1974), priester, publicist,
radiospreker en oprichter van de Bond Zonder Naam (B.Z.N.)
1950 Het
gemiddelde vermogen in Didam is zeer laag. Het bedraagt halverwege de
20e eeuw slechts 578 gulden (263 euro). Het gemiddelde vermogen in de
Liemers als geheel bedraagt 980 gulden (445 euro), in Gelderland 2040
gulden (927 euro) en in Nederland 2080 gulden (945 euro). De Liemers
behoort in deze tijd tot de vijf minst draagkrachtige regio's van
Nederland.
Het totale vermogen van alle inwoners van de gemeente Didam,
waartoe ook Loerbeek behoort, bedraagt volgens de
belastingdienst in 1950 ruim vijf miljoen gulden (2.2 miljoen euro)
waarmee Didam tot de minst welgestelde gemeenten van Nederland behoort.
1951De
Didamse Hervormde Gemeente verkoopt de Mariakerk aan de
katholieken.
De Didamse kerk moet in 1590 aan de
protestanten worden afgestaan, maar wordt in 1951 weer een
katholieke kerk.
1952 In
de tweede helft van de twintigste eeuw verandert er ook in Loerbeek
op boerenbedrijven veel. In snel tempo worden landarbeiders,
boerenknechten en trekdieren vervangen door machines. Het
trekpaard verdwijnt uit het straatbeeld. Veel werk gaat
verricht worden door loonbedrijven.
Het maaien van rogge in de Liemers (1936)
1953 Het
in 1681 gebouwde Franciscanenklooster in Elten wordt afgebroken.
Paters van dit klooster hebben onder meer in de 18e eeuw een belangrijke
rol gespeeld bij de recatholisering in parochies in naburig Staatse
gebieden zoals (Loer)Beek, Zeddam en Didam.
Het Franciscanenklooster in Elten omstreeks
1930 In de oorlog is dit klooster ernstig beschadigd. Voor meer
afbeeldingen van dit klooster zie: 1681 en 1737
1953
De IJssellinie, een reactie van de NAVO op de
Russische dreiging ten tijde van de koude oorlog, is
operationeel en blijft dit tot 1964. In het diepste geheim
is deze linie in de beginjaren vijftig tot stand gekomen.
Deze verdedigingslinie omvat een complex aan stuwen, die
het mogelijk maakt om het bij Lobith binnenkomende
Rijnwater door de IJssel naar het IJsselmeer te
laten stromen waardoor een groot gebied waaronder vrijwel
de gehele Liemers, en dus ook Loerbeek, onder
water komt te staan. Op deze manier moet een eventuele
invasie van het Russische leger worden bemoeilijkt.
Pas in de jaren negentig na de val van de Sovjet-Unie
wordt de tot dan toe geheime informatie over de
IJssellinie door de Nederlandse regering vrij gegeven.
1954
Pastoor Janssen wijdt in Didam de nieuwe Sint Martinus Mulo
(later MAVO) in. De school vervult een streekfunctie, ook uit
Beek, Loerbeek en Wehl komen leerlingen naar deze
school.
De leerkrachten van de Didamse Mulo in 1966 Zittend v.l.n.r: Raats, Breukers (hoofd), Bramer
en Van Roosmalen
Staand: kapelaan Vernooy, Jaspers, Hemmelder, Harmsen, Schonis
(hoofd vanaf 1972) en Wapereis.
1955 Door de
voortschrijdende mechanisatie worden in de jaren vijftig ook in Loerbeek
de vertrouwde trekpaarden vervangen door landbouwtrekkers.
1956De spoorverbinding Arnhem -
Zevenaar - Emmerich - Oberhausen, die aan de Liemers een
economische impuls heeft gegeven, bestaat honderd jaar. In
de periode 1897 tot 1932 heeft Babberich een eigen
station, waarvan veel inwoners van Loerbeek
gebruik hebben gemaakt .
Vooral aan het eind van de 19e eeuw en het begin van de
20e eeuw is de spoorverbinding ook van groot belang
geweest voor het vervoer van de talrijke arbeiders, die
vanuit de Liemers in het Duitse Ruhrgebied werkten.
Velen van hen vertrokken op maandag in alle vroegte om
zaterdagavond weer thuis te komen.
Als tienjarig jongetje herinner ik me de doorkomst van deze
feesttrein nog als de dag van gisteren
1959
De zomer van 1959 verloopt gortdroog. Ook in Loerbeek is
de extreme droogte voor velen een kwelling. Vooral voor de
landbouwers is de droogte een beproeving. De problemen
verergeren nog omdat ook september extreem zonnig en droog is.
1960 In
de nadagen van het "rijke Roomse leven" viert de R.K. parochie
Loil in de gemeente Didam op 6 oktober haar
vijftigjarig jubileum.
Viering gouden parochiejubileum in Loil
Tweede van rechts kardinaal Alfrink, links van hem pastoor Wolters
(Loil) en helemaal rechts pastoor Dodkorte (Nieuw-Dijk)
1961De
parochie (Nieuw-)Dijk in de gemeente Didam viert
haar vijftigjarig jubileum, waarbij onder meer
aanwezig zijn kardinaal Alfrink en deken Frank.
Viering van vijftigjarig jubileum van parochie(kerk) in
(Nieuw-)Dijk met kardinaal Alfrink en links naast hem deken
Frank.
1963 De ontdekking
van het Groningse aardgas in Slochteren in 1959 veroorzaakt in de
jaren zestig ook ingrijpende gevolgen voor de energievoorziening in de
Liemers, waardoor kolenkachels ook in Loerbeek nu snel
tot het verleden behoren.
Minister Andriessen brengt op 9 juli 1964 een
werkbezoek aan het Zevenaarse Broek (Zweekhorst). waar op
dat moment een belangrijke aardgasleiding wordt
aangelegd.
1964
Dokter J.A.M. Dunselman (1896 - 1970) wordt tot ereburger van
Didam benoemd. De oorspronkelijk uit Nieuwer Amstel
afkomstige Dunselman wordt in 1926 huisarts in Didam
waar hij tevens chirurg is bij kleine medische ingrepen in het
naast zijn woonhuis gelegen ziekenhuis. In de periode 1926 tot
1940 is Dunselman de enige huisarts in Didam en omgevende
kerkdorpen. In 1960 moet hij om gezondheidsredenen de
huisartsenpraktijk beeindigen en wordt hij opgevolgd door
dokter T. Bekema.
Dokter Dunselman en echtgenote (omstreeks 1929)
1965 In Emmerich
wordt een imposante hangbrug over de Rijn geopend. De
brug is meer dan 1.000 meter lang en daarmee de langste hangbrug over
de Rijn. Het verbindt Emmerich met Kleve. Ook veel inwoners van de
Liemers hebben de bouw (1959 -1965) van deze indrukwekkende brug met
bijzondere belangstelling gevolgd.
Rijnbrug Emmerich Foto 6 september 2008
1966
Het Albertusgebouw aan de Raadhuisstraat is tot 1966 in
gebruik als algemeen ziekenhuis en gasthuis voor bejaarden.
1966 Op 59-jarige leeftijd
overlijdt de vermaarde meester (Antoon) Abbing, een streng
maar rechtvaardig schoolhoofd van de St. Martinussschool in
Beek sedert 1940 en tevens een soort ombudsman voor
velen in de dorpsgemeenschap.
Meester Abbing met klas 6 omstreeks 1944
1972 De moedige Beekse
verzetsstrijder
Wim Moorman, die kort voor de bevrijding door
de Duitsers is terechtgesteld, wordt op het Ereveld Loenen herbegraven. Ondanks zijn jonge
leeftijd, hij werd slechts 19 jaar, heeft Wim Moorman vele
honderden, vaak uiterst riskante, verzetsdaden verricht.
Wim Moortman in 1972 herbegraven in Loenen
graf 339, vak D
1977
Na vanaf 1 juni 1940 onderwijzeres te zijn geweest in Loerbeek
gaat Jo Vermeulen (1917 - 2010) in 1977 met pensioen. Diverse
generaties (Loer)bekers hebben van deze bijzondere vrouw het lezen
en schrijven geleerd. Medio 2006 schenkt zij het overgrote gedeelte
van haar familiearchief, waarin vele foto's die een goed beeld geven
van het Liemerse platteland, aan het Liemersmuseum in Zevenaar.
1978Voor het eerst in haar
bestaan promoveert de Beekse voetbalclub 't Peeske naar
de vierde klasse K.N.V.B.
Promotie van 't Peeske naar de
vierde klas K.N.V.B. in 1978 V.l.n.r.
staand: H. van Aalst (trainer), Th. Verheij, H. Hansen,
J. Meulenbeek, H. Rosendaal (voorzitter), J Jansen, A.
Gerritsen, A. ten Have, A. Keurntjes, A. Hendriksen, H.
Jansen (grensrechter), H. Sanders (secr.) en N. Zweden
(leider)
V.l.n.r: gehurkt: A. Hansen, Th. Jansen, H. Tomassen, S.
Kool, Fr. Stienissen, J. Maas, A. Jansen en K. Westerhof
(verzorger)
1984 Op 29 januari
overlijdt enkele dagen voor zijn 104e verjaardag hoofdonderwijzer
Henri Vermeulen. De uit het Limburgse Venray afkomstige Vermeulen werd
in 1898 op 18-jarige leeftijd onderwijzer aan de openbare lagere
school in Loerbeek. In 1910 werd hij hoofd van deze school.
Dit bleef hij tot hij in 1925 hoofd van de R.K. school in Beek werd.
Zijn hele leven bleef hij in Beek wonen, waarvan de laatste jaren
samen met zijn dochter Jo (1917 - 2010). Gedurende zijn lange leven is
hij van grote betekenis geweest voor de dorpsgemeenschap.
1986 HetSint-Jansgilde in Beek, dat
stamt uit de middeleeuwen, viert haar 550-jarig jubileum. Tot
de oorspronkelijke taken van een gilde behoren het beschermen van
leden van de buurschap in hun rechten door regels te maken voor een
ordelijke gang van zaken, alsmede het bescherming bieden tegen
vijandige aanvallen van buiten.
Het bestuur van het Sint-Jansgilde in 1986
bij het 550-jarig jubileum.
V.l.n.r.: Tiemesen. Raben, Franken, Hermsen en
Hendricksen
1988 Op
zaterdag 25 juni wordt het Nederlands voetbalelftal
Europees kampioen na een 2-0 overwinning op Rusland in het
Olympiastadion in Munchen. De stemming in heel Nederland is
uitgelaten. Ook in Loerbeek heerst euforie met overal
feestende mensen en toeterende auto's.
Uitgelaten sfeer in Amsterdam juni 1988
1991
Na zeventig jaar houdt in het voorjaar van 1991 het
weekblad "de Lijmers" ("de Liemers") op te bestaan. Drie
generaties Leonards hebben er in de loop der tijd veel energie
in gestoken.
In 1921 begon Theo Leonards, die samen met zijn broers
Godfried en Gerard in het bezit was van een drukkerij, met de
verspreiding van het weekblad "De Lijmers", met in de
begintijd vooral katholieke kerkberichten van Didam, Loil,
Nieuw-Dijk en Zevenaar. Kort na de oorlog kreeg het weekblad
de naam "de Liemers".
Th. Leonards (1921)
Weekblad De Lijmers (1922)
Weekblad De Liemers (1946)
1992
De smederij van de Loerbeekse smid wordt als
herinnering aan een ambachtelijke periode verplaatst naar het
Openlucht Museum in Arnhem. De smederij, voorzien van speciale
"explosieramen" die automatisch openklappen in geval van een
ontploffing, heeft onder de vloer een opslagruimte voor carbid
dat voor het lassen noodzakelijk is.
Loerbeekse smederij in het openlucht museum
2004
Op vrijdagmiddag 2 januari wordtonze regio
opgeschrikt door een lafhartige moord. De 56-jarige eigenaar
van het eeuwenoude Montferland in Zeddam, Henk Zinger, wordt
tijdens een brute overval door messteken gedood. De
33-jarige dader, afkomstig uit Havelte, wordt enige maanden
later veroordeeld tot 7 jaar gevangenisstraf en tbs.
Hotel Montferland / Graaf van den Bergh in Zeddam (2012)
2005Bergh, de gemeente waartoe Loerbeek behoort, houdt op een
zelfstandige gemeente te zijn. Ten gevolge van een
gemeentelijke herindeling wordt het samengevoegd met de
buurgemeente Didam tot
Montferland.
Montferland in grondoppervakte de grootste gemeente in de
Liemers
2006 Jo
Vermeulen (1917 - 2010), dochter van meester Henri Vermeulen
(1880 - 1984) onderwijzer / schoolhoofd in de periode 1898 -
1940 in (Loer)Beek, schenkt het overgrote deel van het
familiearchief aan het Liemers Museum in Zevenaar. In dit
archief, de collectie Vermeulen, bevinden zich onder meer vele
foto's, die een goed inzicht geven op het Liemerse platteland
aan het eind van de 19e eeuw en de eerste helft van de 20e
eeuw.
Het gezin van hoofdonderwijzer Vermeulen (omstreeks1926) geheel rechts dochter Jo Vermeulen, van 1940 tot 1977
onderwijzeres in Loerbeek
2007
Op 27 december overlijdt in zijn woonplaats Velp de
vermaarde kinderboekenschrijver / onderwijzer Carel Beke
(1913 - 2007). Beke, die ongeveer honderd kinderboeken
schreef, verwierf zijn grootste bekendheid met de Pim
Pandoer-serie. Een van de boeken uit deze serie, Pimpandoer
de heks van 's Heerenberg, speelt zich af in onze omgeving:
's-Heerenberg, Elten, Zeddam, (Loer)beek en
Montferland.
Cover van het boek dat gebaseerd is op Mechteld ten Ham, die
in het begin van de 17e eeuw op de brandstapel is verbrand
2010 Op
zondag 23 mei 2010 overlijdt in Zevenaar op 93-jarige leeftijd
J. (Jo) Th. H. Vermeulen (1917 - 2010), het vierde kind in het
gezin van de legendarische meester Vermeulen uit Beek.
Net als haar vader blijft ook Jo, in de volksmond meestal
genoemd juffrouw Vermeulen haar hele leven werkzaam
in het onderwijs. Van 1940 tot haar pensionering in 1977 aan
de lagere school in Loerbeek. "Juffrouw" Vermeulen is
ongehuwd gebleven en tot kort voor haar dood in het ouderlijk
thuis blijven wonen.
De 9-jarige Jo Vermeulen (geheel rechts) met haar
ouders, broers en zussen (1926)
2010 Op
21 december vindt de officiele opening plaats van een door
Toon Abbing ingericht historisch klaslokaal in zijn ouderlijk
huis aan de St.Jansgildestraat in Beek. Het betreft
mede een hommage aan zijn vader, meester Abbing, hoofd van de
St. Martinusschool in Beek van 1940 tot zijn dood in
1966.
Meesterhuis
Abbing aan de St. Jansgildestraat in Beek (28-07-2011)
2011 Op 16
en 17 april viert het in 1436 opgerichte St. Jansgilde te Beek
het 575 jarig bestaan.
2011 Op
21 april (Witte Donderdag) overlijdt in zijn woning in
Zevenaar volkomen onverwacht de bekende streekhistoricus dr.
Ben Janssen. Hij is van grote betekenis geweest voor de
Liemers waar hij tal van boeken over heeft geschreven. Op 28
april vindt in de R.K. kerk van Lobith-Tolkamer,
zijn geboorteplaats, de uitvaartdienst plaats.
Dr. Ben Janssen
(1931 - 2011)
2013 Op zondag 17 maart
besteedt de Nederlandse televisie (VPRO)
in een boeiende uitzending met als titel, Die
Liebe war Schuld daran (Tommy Wieringa), zeer uitvoerig aandacht
aan de Nederlands-Duitse grensstreek in de Liemers. (http://vimeo.com/62056112).
2013Op donderdagavond 19
september wordt Didam en wijde omgeving opgeschrikt door een
enorme explosie, die een woning aan De Braak volledig verwoest. Bij
deze explosie komt het echtpaar Fabian en Monique Udink, die tijdens
de explosie in hun huis zijn, om het leven. Hun beide zoons zijn op
het moment van de explosie naar de voetbaltraining.
2014
In het Bergerbos bij Beek worden aan beide zijden van
de grens unieke restanten van verdedigingswerken uit de Eerste
Wereldoorlog blootgelegd. Het loopgravenstelsel is door
Duitsers in 1917 aangelegd om een eventuele aanval vanuit het
toen neutrale Nederland af te weren omdat er rekening mee werd
gehouden dat Nederland alsnog de kant van de geallieerden zou
kiezen. Hoewel onze regio een catastrofale loopgravenstrijd
bespaard is gebleven en de verdedigingswerken in 1921 door de
Fransen grotendeels zijn verwoest, tonen de nu
gereconstrueerde restanten veel van de militaire techniek uit
die periode. De Fransen mochten de verdedigingswerken destijds
ontmantelen omdat volgens het Verdrag van Versailles Duitsland
geen militaire objecten meer mocht hebben. Een deel van de nu
blootgelegde Duitse verdedigingswerken ligt nu op Nederlands
grondgebied vanwege een grenscorrectie in 1963.
Bemande loopgraaf tijdens de Eerste Wereldoorlog
2014
Als gevolg van bevolkingskrimp sluit de St. Martinusschool in
Loerbeek de deuren. Kinderen uit Loerbeek
moeten voortaan naar de Kolkstedeschool in Beek.
Schoolfoto van de dorpsschool uit 1905
met betovergrootouders van kinderen, die een eeuw later de
school bevolken
2016 Op
maandagmiddag 11 januari wordt de nieuwe 27 meter hoge
uitkijktoren op de Hulzenberg in de nabijheid van Loerbeek
geopend. De uitkijktoren, die in opdracht van de gemeente
Montferland in samenwerking met Natuurmonumenten is gebouwd,
biedt een schitterend uitzicht over de wijde omgeving van de
Veluwezoom tot ver in het Duitse Rijnland. Bij helder weer is
vanuit deze unieke locatie de Stevenskerk in Nijmegen te
zien.
2016
Op maandagavond 18 januari overlijdt na een kortstondige
ziekte op 93-jarige leeftijd in het Slingeland Ziekenhuis in
Doetinchem de befaamde streekhistoricus John Thoben (1922
- 2016).
Aanvankelijk wilde de in Raalte geboren John Thoben priester
worden maar na het Klein- en Groot-Seminarie in Apeldoorn en
Rijsenburg doorlopen te hebben liep het anders. Hij
ontwikkelde zich tot een enthousiast schrijver, uitgever,
publicist, genealoog en streekhistoricus en verhuisde in
1985 naar Bergh, waar zijn huis aan de Kellenstraat voor de
door hem opgerichte Werkgroep "Genealogie tussen Rijn en
IJssel" zowel kantoor als archief werd.
In 1999 verscheen van zijn hand het tweedelige boek over (Loer)Beek
"Het kerspel Beek in de Liemers" waarin de complexe
dorpsgeschiedenis uitvoerig is beschreven.